Naar hoofdinhoud Naar hoofdnavigatie

Transplantatiecentrum Werk en studie na een transplantatie

Na transplantatie wilt u misschien weer werk of studie oppakken. Dit kunt u doen, zodra u het gevoel hebt dat u het aankunt. Zorg wel voor een goede, rustige opbouw en doe het in overleg met de bedrijfsarts, werkgever of studiementor.

Werk

Zodra u denkt dat u weer kunt werken, kunt u dat doen. Dit geldt ook voor huishoudelijk werk. Zorg wel voor een goede opbouw van het werk, in overleg met uw bedrijfsarts en werkgever. Als u voor de transplantatie zwaar en/of ’vuil’ werk deed, overleg dan eerst met uw transplantatie-arts. Die kan u adviseren of het verstandig is en of het werk geschikt is na een transplantatie.

Tips:

  • werkt u buiten? Gebruik dan zonnebrand
  • heeft u geen werk? Geef dan aan het UWV door dat u een transplantatie krijgt
  • bent u afgekeurd voor werk vóór de transplantatie? Dan krijgt u een herkeuring na de transplantatie. Dat kan gevolgen hebben voor uw uitkering. Misschien moet u ook weer solliciteren
  • vertel uw leidinggevende, collega’s en/of bedrijfsarts over de transplantatie zodat ze rekening mee kunnen houden. Betrek ze actief bij het opstarten van uw werk na transplantatie.

Studie

Zodra je denkt dat je je studie weer kunt oppakken, kun je dat doen. Zorg voor een goede opbouw van de studiedagen en doe dit in overleg met een mentor of studiebegeleider.

Tips

  • vertel studiegenoten, mentor en/of studiebegeleider over de transplantatie zodat ze er er rekening mee kunnen houden. Betrek ze actief bij het opstarten van de studie na transplantatie
  • mensen in je omgeving verwachten soms dat je na de transplantatie weer alles kunt en geen patiënt meer bent. Bespreek wat de transplantatie inhoudt en welk het effect het op je heeft. Bepaal ook zelf goed wat je aan wie wilt vertellen
  • bepaal je eigen grenzen. Als je volle dagen werkt of studeert en daarna thuis niets meer kunt doen, ben je een stap te ver gegaan.

  • U krijgt verschillende medicijnen na een transplantatie. Die zijn nodig zodat uw lichaam het orgaan niet afstoot. Die medicijnen kunnen invloed hebben op bijvoorbeeld uw:

    • stemming. U bent prikkelbaar zijn (licht ontvlambaar, kort lontje), last hebben van stemmingswisselingen (emotioneler) of u angstig of somber voelen
    • slaap. U kunt last hebben van slapeloosheid, verstoorde slaap of u kunt lastig tot rust komen in uw hoofd

    Als u daardoor niet lekker in uw vel zit, dan heeft dat invloed op u uw werk of studie.


  • Zowel binnen als buiten het ziekenhuis zijn er mogelijkheden voor hulp op het gebied van werk en studie.

    Binnen het UMCG

    • Een medisch maatschappelijk werker kan helpen als u vragen hebt over studie of werk of als u daar problemen mee hebt na de transplantatie
    • U kunt uw arts vragen om een doorverwijzing naar een medisch maatschappelijk werker van de afdeling
    • U kunt ook een mail sturen naar de maatschappelijk werkers van de afdeling, via [email protected]. Zij helpen u verder en verwijzen u naar adviseur arbeid als dat nodig is.

    Buiten het UMCG


Ondersteuning voor patiënten