In mijnUMCG staan de uitslagen van uw lichaamsmetingen zoals bloeddruk en gewicht en laboratoriumonderzoek. U kunt het ook aan uw arts vragen als u geen mijnUMCG heeft.
Wat u eet heeft invloed op de onderstaande metingen.
Als u zout heeft gegeten merkt u waarschijnlijk dat u meer dorst krijgt en wilt drinken. Wanneer er te veel zout in uw lichaam is, heeft uw lichaam ook ‘dorst’ en zal het meer vocht vasthouden. Hierdoor komt er meer vocht in de bloedvaten en staat er meer druk op, net als met een volle tuinslang. Uw hart moet dan harder werken om het bloed rond te pompen.
Door minder zout te eten kunt u uw lichaam zelf helpen om de bloeddruk te verlagen. Na transplantatie streven we naar een bloeddruk onder de 140/90. Zie ook 'Voeding en Hart- en vaatziekten' bij 'Voeding, medicatie en bijwerkingen'.
Natrium zit in keukenzout. Uit de natrium die u uitplast kunt u berekenen hoeveel zout u eet. Als u de hoeveelheid natrium deelt door 17 krijgt u het aantal grammen keukenzout die u met uw voeding en drinken binnen heeft gekregen.
- Uw laboratorium uitslag: 148 Na mmol/24h.
- 148/17= 8.7 gram zout
Eet niet meer dan 6 gram zout per dag. Dit is gelijk aan 102 mmol Natrium in uw 24 uurs urine. Zie ook 'Voeding en Hart- en vaatziekten' bij 'Voeding, medicatie en bijwerkingen'.
Verzadigde vetten kunnen het cholesterol in het bloed verhogen. Het risico op hart- en vaatziekten wordt groter als u:
- een te hoog totaal cholesterolgehalte heeft
- meer LDL cholesterol dan HDL cholesterol in uw bloed heeft
Wees daarom voorzichtig met het eten van verzadigd vet. Probeer dit te vervangen door onverzadigd vet. Zie ook 'Voeding en Hart- en vaatziekten' bij 'Voeding, medicatie en bijwerkingen'.