Transplantatiecentrum Praktische zaken na een transplantatie

Na transplantatie zijn een aantal zaken anders dan voor transplantatie. Denk hierbij aan de bescherming van uw huid, op vakantie gaan en huisdieren.

Na transplantatie werken alledaagse zaken voor een transplantatiepatiënt net even anders. En soms is het nodig om extra aandacht te hebben voor uw eigen gezondheid vanwege uw lagere weerstand als gevolg van de medicijnen. Lees meer over hoe met die zaken omgeaat en waar u rekening mee moet houden.

  • Bekijk uw huid altijd zorgvuldig. Let op veranderingen zoals (moeder)vlekken die groter worden, jeuken of gaan bloeden. Als u last krijgt van wratten, veranderende (moeder)vlekken of sproeten kunt u een afspraak maken bij een dermatoloog (huidarts). U heeft dan wel een verwijzing nodig van dehuisarts of transplantatiedokter

    Huidproblemen kunnen verschillende oorzaken hebben zoals een virus, bacterie, schimmel of kanker. Mogelijke oorzaken en problemen zijn:

    Virusinfectie

    • Wratten zien er uit als kleine bloemkolen met verharde uitgroeisels. Iedereen kan ze hebben, maar na een transplantatie kunnen er over het hele lichaam veel voorkomen. Wratten kunnen behandeld worden door ze bijvoorbeeld te bevriezen met stikstof.
    • Een ander soort wrat is het waterwratje; het heeft een kuiltje in het midden. Waterwratjes kunnen worden uitgelepeld, bevroren met stikstof of aangestipt met een medicijn.
    • Het herpes virus kan koortsblaasjes veroorzaken. Koortsblaasjes zijn pijnlijk en ze kunnen later opengaan. Koortsblaasjes komen meestal voor op of rond de lippen. Ze kunnen ook elders op het lichaam zitten zoals het slijmvlies in de mond of de geslachtsorganen. De behandeling bestaat uit zalf of met tabletten. Deze infectie kan gemakkelijk terugkomen en is erg besmettelijk!
    • Gordelroos geeft op een groter deel van de huid blaasjes dan bij koortsblaasjes. Gordelroos zit vaak op de romp, soms komt het voor in het gezicht. Deze infectie met het herpes zoster virus kan langdurig pijn veroorzaken. Behandeling met tabletten is noodzakelijk.

    Bacteriële infectie

    Iedereen kan een bacteriële infectie oplopen, maar bij transplantatiepatiënten kan een bacteriële infectie heftiger verlopen. Het kan koorts en zwelling veroorzaken. Behandeling met antibiotica kan nodig zijn.

    Schimmel of gist infectie

    • Schimmelinfecties veroorzaken schilfering, roodheid en soms blaasjes. Het komt vooral voor tussen de tenen, de voeten en in de liezen. Een infectie kan behandeld worden met een crème of tabletten.
    • Gistinfecties veroorzaken smetplekken in de huidplooien, zoals de oksels, liezen of onder de borsten. Deze infectie komt ook voor in de mond en op de geslachtsorganen. Een infectie kan behandeld worden met een crème of tabletten.

    Gebruik medicijnen tegen infecties altijd in overleg met uw transplantatiedokter! Sommige medicijnen beïnvloeden de opname van de medicijnen tegen afstoting. Het is mogelijk dat de medicijnspiegel in uw bloed vaker gecontroleerd moet worden.

    Kwaadaardige huidafwijkingen

    Door zonlicht of veroudering kunnen kwaadaardige huidafwijkingen ontstaan. Bij gezonde mensen remt het afweersysteem van het lichaam de groei van huidkanker. De medicatie die gebruikt wordt na transplantatie vermindert deze afweerreactie. De kans op ontstaan van huidkanker neemt daardoor toe.

    Veranderingen van de huid kunnen zich voordoen als:

    • De zon kan plekken met abnormale verhoorning veroorzaken. Verhoorning ontstaat meestal op plaatsen die niet door kleding bedekt zijn. Verhoornde plekjes voelen aan als schuurpapier. Dit is nog geen huidkanker, maar kan het wel worden. U moet dan behandeld worden, bijvoorbeeld met vloeibare stikstof of met een speciale crème.
    • Bij huidkanker zijn er verdikt aanvoelende plekjes, al of niet met zweervorming (ulceratie). Wondjes die niet genezen kunnen wijzen op kwaadaardigheid. De meeste van deze plekjes zijn goed te behandelen. Ga met dit soort plekjes op tijd naar de transplantatiedokter of huisarts.

    Huidkanker

    Transplantatiepatiënten zijn extra gevoelig voor huidkanker. Om het ontstaan van huidkanker te voorkomen en tijdig te signaleren adviseren we het volgende:

    • Het is belangrijk om buiten te komen en dagelijks actief en sociaal te zijn. De zon geheel vermijden hoeft dus niet. Als u buitenkomt is het wel belangrijk om uw huid goed te beschermen.
    • Stel uzelf niet teveel bloot aan zonlicht, ga bijvoorbeeld niet zonnen.
    • Wees voorzichtig in zonnige landen, aan zee, op het water en in de bergen. De zon is daar sterker en u verbrandt sneller.
    • Draag een hoed of pet en een goede zonnebril. Zo komt het zonlicht zo weinig mogelijk op uw gezicht, ogen, oren en nek. Bedek ook uw armen en benen.
    • In sportwinkels is dicht geweven kleding te koop die meer UV-straling tegenhoudt dan gewone kleding.
    • Maak het een dagelijkse gewoonte om u ’s morgens direct in te smeren met een zonnebrandmiddel. Smeer alle lichaamsdelen in die bloot staan aan zonlicht. Vergeet uw oren en de bovenkant van uw handen niet. Voor mensen die kaal zijn of dun behaard is het goed om de hoofdhuid ook in te smeren.
    • Ga niet zonnebaden tussen 11.00 uur en 15.00 uur, de zon is dan op zijn sterkst. Als u wel naar buiten wilt, bescherm uw huid dan extra goed met zonnebrand, kleding en/of een parasol.
    • Gebruik een zonnebrandmiddel met een hoge beschermingsfactor. Gebruik in Nederland minimaal factor 15 in de wintermaanden en factor 30 in de zomermaanden. Als u gaat zwemmen kunt u een ‘waterproof’ zonnebrandmiddel gebruiken.
    • Controleer regelmatig uw gehele lichaam op huidafwijkingen, bijvoorbeeld één keer per maand.
    • Als u al huidkanker heeft gehad, is regelmatige controle door een huidarts (dermatoloog) aan te raden. Bespreek dit met uw transplantatiedokter of huidarts.

    Uw huid nakijken

    Bekijk uw huid altijd zorgvuldig. Let op veranderingen zoals (moeder)vlekken die groter worden, jeuken of gaan bloeden. Als u last krijgt van wratten, veranderende (moeder)vlekken of sproeten kunt u een afspraak maken bij een dermatoloog (huidarts). Uw huisarts of transplantatiedokter kan voor een verwijzing zorgen. De dermatoloog zal de huid van het gehele lichaam inspecteren.
    Het is verstandig om jaarlijks naar een dermatoloog te gaan voor controle als de transplantatie langer dan vijf jaar geleden is of als u eerder huidkanker heeft gehad.

    Controle door de dermatoloog

    Het is verstandig om elk jaar naar een dermatoloog te gaan voor controle. Zeker als de transplantatie langer dan 5jaar geleden is of als u eerder huidkanker heeft gehad. De kans op huidkanker is groter door het jarenlange gebruik van transplantatie medicijnen. Wilt u de dermatoloog vragen om een brief naar het UMCG te sturen met de resultaten van het onderzoek?

    Tatoeages en piercings

    Het laten zetten van een tatoeage of een piercing in de huid wordt afgeraden vanwege infectiegevaar.

    Websites met meer informatie:

  • Vanwege de hogere kans op huidkanker is het beter om niet in de zon, een solarium of zonnebank te gaan. De huid is door de medicijnen ook gevoeliger voor verbranding. Gaat u toch in de zon? Gebruik dan een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor en smeer vaak. Gebruik in Nederland minstens factor 15 in de winter en factor 30 in de zomer. Er zijn ook handige apps:

    • UV Lens: geeft aan dat het weer tijd is om in te smeren
    • KWF zonadvies geeft advies op basis van uw locatie, de zonkracht en uw huidtype. De app geeft ook aan tussen welke uren er zonbescherming nodig is
  • U kunt gerust in zee zwemmen. Zwem wel alleen in zwemwater dat door officiële instanties wordt gecontroleerd en goed bevonden is. Draag in een zwembad badslippers om schimmelinfecties en wratten aan de voeten te vorokomen.

    Ga niet naar de saunavanwege de kans op bacteriën die groeien in de warme, vochtige lucht.

  • Een jaar na een transplantatie kunt u weer naar het buitenland reizen. Zoek voor het boeken van een reis uit of het reisdoel voor u geschikt is en welke voorzorgsmaatregelen nodig zijn. Informatie kunt u krijgen bij de GGD in uw woonplaats.

    Reizen naar een exotische bestemming kan risicovol zijn omdat u een groter risico op infecties heeft, zelfs als u alle voorzorgsmaatregelen treft. Denk aan tuberculose, luchtweginfecties, darminfecties, malaria en andere ziekten. Hieronder vindt u informatie die u kan helpen om een leuke en verantwoorde reisbestemming te kiezen.

    Vanaf wanneer op vakantie naar het buitenland

    Het is verstandig om in het eerste jaar na uw transplantatie op vakantie te gaan in Nederland. U bent dan gevoeliger voor infecties en u wordt nog regelmatig gecontroleerd in het UMCG. Bovendien veranderen uw medicijnen regelmatig in het eerste jaar.

    Of het na het eerste jaar verstandig is om naar het buitenland te gaan hangt af van uw gezondheid en van de werking van uw nieuwe orgaan. Als er problemen met het nieuwe orgaan zijn kan een ziekenhuis opname nodig zijn. U moet zelf afwegen of het verstandig is om naar het buitenland te gaan.

    Kiezen van een buitenlandse bestemming

    Laat u informeren over de kwaliteit van de gezondheidszorg, de hygiëne, het infectierisico, de zon sterkte en de benodigde vaccinaties voor u een reis boekt. Deze informatie kunt u krijgen bij de GGD in uw woonplaats of bij een 'Travel Clinic'. De GGD-arts kan in geval van twijfel altijd overleggen met de transplantatiedokter in het UMCG.

  • Verzekering

    Zorg voor een reis- en annuleringsverzekering. Neem de polis en het telefoonnummer van de hulpdienst mee.

    Welke documenten mee

    U moet verschillende documenten meenemen. Neem een brief met medische informatie en de laatste laboratoriumgegevens (in het Engels) mee. De transplantatiedokter kan deze voor u maken. Bij problemen kunt u deze brief aan de arts in het buitenland geven. Neem ook een Europees Medisch Paspoort mee. Dit heet ook wel geneesmiddelenpaspoort of Europees Medisch Paspoort. U kunt dit krijgen van uw huisarts, apotheek of transplantatiedokter.

    Vanwege de hogere kans op huidkanker is het beter om niet in de zon, een solarium of zonnebank te gaan. De huid is door de medicijnen ook gevoeliger voor verbranding. Gaat u toch in de zon? Gebruik dan een zonnebrandcrème met een hoge beschermingsfactor en smeer vaak. Gebruik in Nederland minstens factor 15 in de winter en factor 30 in de zomer. Er zijn ook handige apps:

    • UV Lens: geeft aan dat het weer tijd is om in te smeren
    • KWF zonadvies geeft advies op basis van uw locatie, de zonkracht en uw huidtype. De app geeft ook aan tussen welke uren er zonbescherming nodig is

    Vaccinatie nodig?

    Alleen 'niet-levende vaccins' zijn toegestaan. Vaccins met levende of verzwakte virussen, zoals tegen gele koorts, mogen dus niet. Vaccinaties beschermen slechts beperkt. Het doel van een vaccinatie is het aanmaken van antistoffen die ziekteverwekkers herkennen. Medicijnen tegen afstoting verminderen de aanmaak van deze antistoffen. Herhaling van vaccinaties bij transplantatiepatiënten is goed en zinvol. Adviezen over vaccinatie hangen af van:

    • reisdoel
    • reisduur
    • manier van reizen
    • persoonlijke factoren, zoals een afweerstoornis door het medicijngebruik na de transplantatie, diabetes en vaccinaties die u eerder heeft gehad

    Gele koorts

    Het vaccin tegen gele koorts is het enige vaccin waar landen vaccinatie voor kunnen eisen. Zelfs als u vanuit een land komt waar dit niet heerst en u naar een land gaat waar het ook niet heerst. Hier zijn internationale richtlijnen voor. Het gele koorts vaccin is een levend vaccin. Na vaccinatie is er kans op ontsteking van de hersenen (encefalitis) en gele koortsziekte. Transplantatie patiënten mogen deze vaccinatie daarom niet krijgen. Als er gele koorts is op uw reisbestemming adviseren we

    • om een andere bestemming kiezen of
    • antistoffen te meten
      • Dit kan als u voor transplantatie gevaccineerd bent tegen gele koorts of als u van oorsprong uit een land komt waar Gele Koorts heerst.
      • U kunt dit dan in een officiële verklaring laten opnemen.
      • Zelfs met een verklaring dat u voldoende antistoffen tegen gele koorts hebt, kan de douane van een land u 6 dagen vast zetten op een luchthaven vanwege de incubatietijd.

    Let op: sommige landen waar gele koorts wel heerst eisen geen gele koorts-vaccinatie, bijv. Gambia.

    Medicijnen mee

    Vraag een medicijnoverzicht aan bij uw apotheek. Dit gebruikt u voor de douane en, in geval van ziekte, voor de arts in het buitenland.

    • Neem extra medicijnen mee. Minimaal voor 2 weken extra bovenop de duur van uw vakantie. (Als u 1 week weggaat, neem dan voor 3 weken medicijnen mee)
    • Verdeel de medicijnen over uw handbagage tijdens een vliegreis. Doe uw medicijnen niet in uw koffer. In de laadruimte van een vliegtuig is de temperatuur erg laag en kan het vriezen. U kunt ook een gedeelte van de medicijnen aan uw reispartner geven.
    • De apotheek kan u advies geven over medicijninname wanneer u naar een land gaat met veel tijdsverschil.
    • Neem ORS, zouttabletten, Imodium, antibiotica mee.

    Bescherming tegen infecties/ziekte

    • Verblijf in hotels van goede kwaliteit, lees de recensies voor u boekt.
    • Zorg voor goede bescherming tegen insecten/muggen.
    • Was regelmatig uw handen met zeep.
    • Overweeg bij valpartijen of open wonden een tetanusvaccinatie, tenzij een eerdere vaccinatie nog werkzaam is.
    • Neem condooms mee uit Nederland.
    • Neem handgel met alcohol mee en gebruik dit regelmatig.
    • Stop met het innemen van medicijnen tegen maagzuur voor u op reis gaat. Gebruik van deze medicijnen geeft een hogere kans op reizigersdiarree.
    • Let op wat u eet. Houd u aan de regels om problemen te voorkomen.
    • Zwem niet in zoet, ondiep water zonder te weten of de zwemkwaliteit goed is. Dit vanwege botulisme, blauwalg, enz. Zwemmen in zee is geen probleem.

    Ziek op reis

    • Vertel uw complete medische geschiedenis in geval van ziekte op reis.
    • Geef bij problemen de brief met medische informatie aan de arts
    • Neem ORS, zouttabletten, Imodium, antibiotica (Azitromycine) mee
    • Gebruik geen Norit, dit verandert de werkzaamheid van de medicijnen

    Vliegen

    • Het risico op trombose tijdens langdurige (vlieg)reizen wordt nog onderzocht, maar het is altijd goed om tijdens vliegreizen veel te drinken en regelmatig even te bewegen in het gangpad.
    • Neem voor de zekerheid extra medicijnen mee en verdeel ze over uw handbagage tijdens een vliegreis. Doe uw medicijnen niet in uw koffer, in de laadruimte van een vliegtuig kan de temperatuur erg laag zijn of het kan er vriezen. U kunt ook een gedeelte van de medicijnen aan uw reispartner geven.

    Seks

    Neem condooms mee uit Nederland. Condooms kunnen in het buitenland minder makkelijk verkrijgbaar zijn en de kwaliteit kan slechter zijn. Doe condooms in de handbagage tijdens een vliegreis; de lage temperatuur in de laadruimte van een vliegtuig kan de condooms beschadigen.

    Reiskosten

    Als uw zorgverzekeraar uw reiskosten vergoedt is het handig om de afsprakenbrieven van de polikliniek bezoeken te bewaren. Het is een bewijs voor uw zorgverzekeraar waarmee u gemaakte reiskosten kunt aantonen. Als u de afsprakenbrief niet ontvangen heeft, kunt u deze aan de balie van de polikliniek vragen of via het secretariaat van uw transplantatie afdeling.

    Een overzicht van uw UMCG-bezoeken kunt u aanvragen via het secretariaat van uw transplantatie afdeling.

    Betrouwbare websites

  • Dieren kunnen gemakkelijk ziektes overdragen. Omdat u gevoeliger bent voor infecties wordt het houden van huisdieren afgeraden.

    Als u al een huisdier heeft laat dan een huisgenoot het dierenverblijf schoonmaken. Gebruik een mondmasker en handschoenen als u het zelf moet doen. Probeer contact met dierenpoep te vermijden. Pas ook op als u in de tuin gaat werken.

    Neem contact op met uw huisarts als u bent gekrabd, gebeten of gestoken door een dier. U moet dan antibiotica gebruiken om een infectie te voorkomen.

  • Autorijden is geen probleem. U kunt het advies krijgen om de eerste 2 weken na de transplantatie geen auto te rijden vanwege de narcose. Het is verantwoord om weer te gaan rijden als u zeker weet dat u verkeerssituaties goed kunt beoordelen en kracht genoeg heeft om de pedalen te bedienen. Houd rekening met de invloed van medicijnen op uw reactievermogen. Bij gebruik van bepaalde medicijnen mag u niet autorijden.

    Tip: Oefen eerst op een rustige plek zoals een parkeerplek of industrieterrein

    Na een transplantatie moet u medisch gekeurd worden als u een rijbewijs aanvraagt of verlengt. De eisen voor 'gewone' chauffeurs en beroepschauffeurs verschillen.

    Als u voor transplantatie gebruik maakte van vervoer en/of vergoeding daarvoor vervalt dit mogelijk na transplantatie. U bent dan zelf verantwoordelijk voor het regelen van vervoer en de kosten daarvan.

    Betrouwbare websites

    • Rij veilig met medicijnen
    • CBR
    • App: GnmVerkeer. De app bevat Verkeersdeelname-adviezen voor ruim 200 geneesmiddelen. De adviezen geven informatie over de mate waarin het geneesmiddel de rijvaardigheid beïnvloedt, de invloed van de dosering, de tijdsduur van invloed op de rijvaardigheid en indien mogelijk rijveiligere alternatieven.
  • Alleen 'niet-levende vaccins' zijn toegestaan. Vaccins met levende of verzwakte virussen, zoals tegen gele koorts, mogen dus niet.

    Vaccinaties beschermen u voor een deel. Het doel van een vaccinatie is het aanmaken van antistoffen die ziekteverwekkers herkennen. Gebruik van medicijnen tegen afstoting vermindert de aanmaak van deze antistoffen. Herhaling van vaccinaties bij transplantatiepatiënten is goed en zinvol.

    Griepprik

    Wij raden u aan om jaarlijks een griep vaccinatie te halen. U kunt deze krijgen via uw huisarts.

    Kijk voor informatie over een reisvaccinatie bij Reisadviezen.

  • Het is belangrijk dat u minimaal twee keer per dag uw tanden poetst. Wij raden u aan om het half jaar naar de tandarts te gaan als u uw eigen gebit nog heeft.

    Inspecteer regelmatig uw mondholte. Als u in de mond of op de tong een witte aanslag ziet die niet is weg te poetsen, is er vaak sprake van een schimmelinfectie. Maak dan een afspraak met uw huisarts. De behandeling bestaat meestal uit een drankje of zuigtabletten.

    U mag naar de mondhygiëniste gaan en hoeft hiervoor geen antibiotica te gebruiken. Antibiotica is alleen nodig als u kunstmaterialen heeft zoals een nieuwe hartklep of heup.

    Bij bloedige ingrepen (zoals een kies trekken) wordt geadviseerd antibiotica vooraf in te nemen. Het is belangrijk hierover tijdig contact op te nemen met de transplantatiedokter, verpleegkundig specialist of consulent van de transplantatie afdeling van het UMCG.

  • Als u prednisolon gebruikt moet u oogklachten laten controleren door een oogarts, niet door een opticien. Prednisolon geeft een verhoogde kans op staar en een hoge oogboldruk. De huisarts kan u verwijzen naar de oogarts.