De IVF-behandeling bestaat uit 4 fasen:
1. Hyperstimulatie
In deze fase spuit je hormonen om meerdere eiblaasjes te laten groeien. Het hormoon FSH voor de eiblaasgroei. En een GnRH agonist of antagonist om te zorgen dat er geen eisprong gaat optreden voordat we de eiblaaspunctie kunnen doen.
Ongeveer 2 weken voordat je begint heb je een afspraak bij onze verpleegkundige. Je leert dan hoe je de spuiten klaarmaakt en hoe je jezelf kunt spuiten. Ook krijg je de medicijnen mee. Kort voor de start doen we nog een vaginale echoscopie. Als de eierstokken en baarmoeder er normaal uit zien begin je met de hormoonspuiten.
Van de arts krijg je een schema wanneer en hoeveel medicatie je moet spuiten. Hoe lang je moet spuiten hangt af van hoe snel de eiblaasjes groeien. Dit wisselt tussen de 7 tot 20 dagen. We controleren daarom regelmatig de groei met een vaginale echoscopie. Soms is bloedonderzoek nodig.
Als de eiblaasjes groot genoeg zijn, krijg je een afspraak voor een HcG-spuit. HcG brengt de eisprong op gang.
IVF in de gemodificeerde natuurlijke cyclus (MNC)
Volg je de MNC-behandeling, dan gebruiken we de eiblaas die groeit tijdens jouw normale cyclus. Met een vaginale echoscopie en bloedonderzoek volgen we jouw cyclus. Als de eiblaas groot genoeg is, start je met het spuiten van het hormoon GnRH-antagonist. GnRH-antagonist houdt een spontane eisprong tegen. Ook spuit je het hormoon FSH. Dit zorgt ervoor dat de eiblaas blijft groeien.
Als de eiblaas groot genoeg is, krijg je een afspraak voor een HcG-spuit. Dit brengt de eisprong op gang.
2. Follikelpunctie (eiblaaspunctie)
Tijdens deze fase prikken we de eiblaasjes leeg. Dit doen we vlak voor de eisprong. Dit is 36 uur (soms 34 uur) na de HcG-spuit. Je krijgt via een infuus in de arm pijnstilling.
Tijdens de eiblaaspunctie lig je in de gynaecologische stoel. De arts maakt de vagina schoon. Daarna volgt de vaginale echo. Aan de echostaaf zit een naaldgeleider. Hiermee brengt de arts een dunne naald in. De arts prikt deze door de vaginawand in de eierstok. Zo zuigen we de eiblaasjes (follikels) één voor één leeg.
De vloeistof uit de follikels vangen we op in reageerbuisjes. Als de punctie klaar is, gaan de reageerbuisjes naar het laboratorium. Hier zoeken we met een microscoop de eicellen op. Je hoort voordat je naar huis gaat hoeveel eicellen er zijn gevonden.
Na de eiblaaspuntie breng je 3 keer per dag een progestron zetpil in de vagina in. Dit doe je tot de avond voor de zwangerschapstest. Je krijgt hiervoor uitleg en een recept mee naar huis.
Omdat je pijnstilling hebt gehad mag je niet zelf autorijden. Vraag daarom iemand die je thuis kan brengen.
IVF in de gemodificeerde natuurlijke cyclus (MNC)
Volg je de MNC-behandeling, dan hoeft er maar 1 eiblaas leeggezogen te worden. Meestal kan dit zonder verdoving. Voor de punctie kijken we eerst met een vaginale echoscopie of de eiblaas er nog is. Soms is de eisprong toch geweest. Dan kan de punctie helaas niet doorgaan.
Zaad inleveren
Voor of na de punctie levert de man zaad in. Vaak krijgt de man een potje mee om thuis het zaad op te vangen. Soms is het nodig dat dit in het UMCG gebeurt. Hiervoor hebben we aparte ruimtes op de afdeling.
3. Laboratorium
In deze fase proberen we in het laboratorium de eicel te bevruchten met een zaadcel. Na de punctie rijpen we de eicellen verder in een speciale stoof. In de stoof houden we de temperatuur op 37 graden. En is de hoeveelheid zuustrof constant. Ook bewerken we het ingeleverde zaad. Zo blijven de beste zaadcellen over. De zaadcellen plaatsen we bij de eicellen. De zaadcel moet dan zelf een eicel binnen gaan (bevruchten). Volg je de ICSI-behandeling dan brengen we met een pipet in elke eicel 1 zaadcel naar binnen.
Na 1 dag zien we welke eicellen bevrucht zijn. Dit zijn de embryo's. We bellen jou 3 dagen na de eicelpunctie of we een embryo in de baarmoeder kunnen plaatsen. Soms is er geen eicel bevrucht of zijn de embryo's niet goed. De arts overlegt dan met je hoe we verder gaan.
4. Embryo plaatsen
In deze fase plaatsen we een embryo in de baarmoeder. Dit is vaak een spannend moment in het IVF-traject. Kom daarom als het kan samen naar de afspraak.
Het plaatsen doet geen pijn. Tijdens het plaatsen van de embryo lig je in de gynaecologische stoel. We plaatsen een spreider (eendenbek) in de vagina. Zo zien we de baarmoedermond goed. Vervolgens brengen we een dun slangetje via de baarmoedermond in de baarmoederholte. We controleren met een echo op de buik of het slangetje op de juiste plek zit. Als dat zo is, brengen we via een tweede slangetje, waarin het embryo zit, de embryo in de baarmoederholte. Nadat het embryo is geplaatst, kun je weer naar huis. Je blijft de progesteron zetpillen gebruiken tot de avond voor de zwangerschapstest.
Is de embryo geplaatst in een gemodificeerde cyclus, dan krijg je een recept mee voor HcG injecties. En een schema wanneer je de HcG injecties gebruikt.
1 of 2 embryo’s terugplaatsen?
Meestal plaatsen we 1 embryo in de baarmoeder. Dit noemen we single embryo transfer (SET). Bij vrouwen jonger dan 38 jaar wordt in de eerste en tweede behandeling nooit meer dan één embryo geplaatst. Soms krijg je de keuze om 1 of 2 embryo’s terug te plaatsen. Terugplaatsen van 2 embryo's noemen we dual embryo transfer (DET). Deze keuze geven we alleen:
- aan vrouwen van 38 jaar en ouder
- aan vrouwen in de derde behandeling
- wanneer er geen extra risico’s zijn bij een mogelijke tweelingzwangerschap, zoals een eerdere vroeggeboorte, een afwijkende vorm van de baarmoeder of een chronische ziekte
Uit het DET-SET onderzoek blijkt dat het terugplaatsen van 2 embryo’s tegelijk niet meer kans geeft op zwangerschap dan wanneer we 2 embryo’s na elkaar plaatsen in 2 cycli. De kans op een tweelingzwangerschap is wel groter na het terugplaatsen van 2 embryo’s. Ongeveer bij 1 van de 4 (25%) paren ontstaat een tweelingzwangerschap. Bij het terugplaatsen van 1 embryo is de kans op een tweelingzwangerschap 1 van de 100 (1%).
We proberen de kans op tweelingzwangerschappen zo klein mogelijk te maken. Tweelingzwangerschap brengt namelijk risico's voor jou mee, zoals een hoge bloeddruk, zwangerschapsvergiftiging of zwangerschapsdiabetes. En een tweelingzwangerschap brengt ook risico's mee voor de kinderen. Zoals te vroeg en te klein geboren worden. En opname op de Intensive Care Neonatologie.
Bewaren embryo’s
Goede embryo's die overblijven vriezen we in. Hiervoor heb je een bewaarovereenkomst getekend.