IVF / ICSI

In Vitro Fertilisatie (IVF)/Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie (ICSI) is een manier om zwanger te worden als je minder vruchtbaar bent. In het laboratorium proberen we jouw eicel te bevruchten met een zaadcel. De bevruchte eicel (het embryo) plaatsen we in de baarmoeder.

Soms word je niet vanzelf zwanger. Daarvoor kunnen verschillende oorzaken zijn. We doen een vruchtbaarheidsonderzoek om te kijken wat de reden is dat jij niet zwanger wordt. Daaruit wordt dan ook duidelijk of IVF of ICSI een mogelijke behandeling voor jou is. Heb je al je een vruchtbaarheidsonderzoek in de ander ziekenhuis gehad? Dan doe we dit onderzoek in het UMCG niet opnieuw. 

Wat is IVF?

Bij IVF spuit je hormonen om de eiblaasjes (follikels) in de eierstokken te laten groeien. Als de eiblaasjes groot genoeg zijn prikken we de eiblaasjes leeg om de eicellen te krijgen. Die eicellen bevruchten we daarna met het zaad van je man in ons laboratorium. IVF heet daarom ook wel reageerbuisbevruchting (in vitro is glas en fertilitas is vruchtbaarheid). Een bevruchte eicel (embryo) plaatsen we terug in de baarmoeder. Hier kan het verder groeien, net als na een natuurlijke bevruchting.

Wanneer IVF

IVF is een geschikte behandeling als:

2 vormen IVF

Hyperstimulatiebehandeling

Deze vorm doen we in Nederland het vaakst. Bij deze behandeling gebruik je hormoonspuiten om meerdere eiblaasjes te laten groeien.

IVF-behandeling in de gemodificeerde natuurlijke cyclus (MNC-IVF)

Dit heet ook wel IVF in eigen cyclus. Deze behandeling kan alleen in het UMCG. We gebruiken de eiblaas die maandelijks groeit. Je hoeft daarom minder hormoonspuiten te gebruiken. Dit maakt deze vorm minder zwaar dan de hyperstimulatie. We doen de behandeling alleen bij paren waarvan de man een sterk verminderde zaadkwaliteit heeft. En de vrouw onder de 35 jaar is en een regelmatige maandelijkse menstruatiecyclus heeft.

Hoe groot is de kans op een zwangerschap?

Met hyperstimulatiebehandeling is de kans dat je zwanger wordt 20-25 %. Dit lijkt misschien laag. Maar bij een paar waarbij zowel de man als de vrouw normaal vruchtbaar zijn, is de kans niet hoger dan 25-40% per eisprong. De kans op zwangerschap hangt af van de leeftijd van de vrouw. Bij een vrouw van 25-35 jaar is de kans op zwangerschap 30% per keer. Bij een vrouw van 35-40 jaar is de kans 15-20%.

Bij een IVF-behandeling in een gemodificeerde natuurlijke cyclus is de kans op een zwangerschap 8-12% per keer. Dit is lager dan bij de hyperstimulatiebehandeling, omdat je bij deze vorm maar één eicel per follikelpunctie krijgt. Daarom bieden we 6 MNC-IVF behandelingen aan. Na 6 behandelingen is de kans op een zwangerschap ongeveer 35%.

Wat is ICSI?

ICSI (Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie) is bijna gelijk aan IVF. De manier van bevruchten in het laboratorium is alleen anders. Bij IVF plaatsen we in het laboratorium de zaadcellen bij de eicellen. De zaadcel moet dan zelf een eicel binnen gaan (bevruchten). Bij ICSI wordt met een pipet in elke eicel één zaadcel naar binnen gebracht.

Wanneer ICSI

ICSI is een geschikte behandeling als:

  • de kwaliteit van het zaad van de man sterk verminderd is
  • er bij een eerdere IVF-behandeling geen bevruchting was en er dus geen embryo's ontstonden

Eerste gesprek

Na aanmelding voor het IVF-traject krijgen jullie een uitnodiging voor een intakegesprek. We sturen dan ook een paar vragenlijsten mee. Die vul je voor het gesprek in. Tijdens de intake bespreken we jullie medische geschiedenis.

We vertellen jullie hoe de behandeling verloopt en wat jullie kunnen verwachten. We bespreken ook de kans op een zwangerschap. Vaak spreken we af welke vooronderzoeken nodig zijn. Daarvoor krijgen jullie aparte afspraken. Jullie tekenen een toestemmingsverklaring om met de IVF-behandeling te starten.

Vooronderzoek

Mogelijke onderzoeken zijn:

  • Vaginale echoscopie: we kijken of de baarmoeder en eierstokken er normaal uitzien. Ook kijken we of de eierstokken bereikbaar zijn voor de punctie. We tellen het aantal eiblaasjes in de eierstokken. Zo beoordelen we hoe de eierstokken mogelijk reageren op hormoonspuiten. En weten we hoeveel eiblaasjes je op voorraad hebt (ovariële reserve).
  • Bloedonderzoek: we onderzoeken het bloed van de man en de vrouw op afweerstoffen tegen hepatitis B, hepatitis C en HIV en soms HTLV1-2. Soms doen we ook bloedonderzoek om te zien hoeveel eiblaasjes je op voorraad hebt.

De behandeling stap voor stap

  1. Je krijgt een brief en informatie van ons. Voor de start van de behandeling krijg je de pil of een tablettenkuur. Hiermee zorgen we ervoor dat je eierstokken rustig zijn en klaar voor de behandeling. Ook helpt dit om de behandeling goed te kunnen plannen.

  2. Je gaat voor de behandeling naar het Centrum voor Voorplantingsgeneeskunde.

  3. De IVF-behandeling bestaat uit 4 fasen:

    1. Hyperstimulatie

    In deze fase spuit je hormonen om meerdere eiblaasjes te laten groeien. Het hormoon FSH voor de eiblaasgroei. En een GnRH agonist of antagonist om te zorgen dat er geen eisprong gaat optreden voordat we de eiblaaspunctie kunnen doen.

    Ongeveer 2 weken voordat je begint heb je een afspraak bij onze verpleegkundige. Je leert dan hoe je de spuiten klaarmaakt en hoe je jezelf kunt spuiten. Ook krijg je de medicijnen mee. Kort voor de start doen we nog een vaginale echoscopie. Als de eierstokken en baarmoeder er normaal uit zien begin je met de hormoonspuiten.

    Van de arts krijg je een schema wanneer en hoeveel medicatie je moet spuiten. Hoe lang je moet spuiten hangt af van hoe snel de eiblaasjes groeien. Dit wisselt tussen de 7 tot 20 dagen. We controleren daarom regelmatig de groei met een vaginale echoscopie. Soms is bloedonderzoek nodig.

    Als de eiblaasjes groot genoeg zijn, krijg je een afspraak voor een HcG-spuit. HcG brengt de eisprong op gang.

    IVF in de gemodificeerde natuurlijke cyclus (MNC)

    Volg je de MNC-behandeling, dan gebruiken we de eiblaas die groeit tijdens jouw normale cyclus. Met een vaginale echoscopie en bloedonderzoek volgen we jouw cyclus. Als de eiblaas groot genoeg is, start je met het spuiten van het hormoon GnRH-antagonist. GnRH-antagonist houdt een spontane eisprong tegen. Ook spuit je het hormoon FSH. Dit zorgt ervoor dat de eiblaas blijft groeien.

    Als de eiblaas groot genoeg is, krijg je een afspraak voor een HcG-spuit. Dit brengt de eisprong op gang.

    2. Follikelpunctie (eiblaaspunctie)

    Tijdens deze fase prikken we de eiblaasjes leeg. Dit doen we vlak voor de eisprong. Dit is 36 uur (soms 34 uur) na de HcG-spuit. Je krijgt via een infuus in de arm pijnstilling.

    Tijdens de eiblaaspunctie lig je in de gynaecologische stoel. De arts maakt de vagina schoon. Daarna volgt de vaginale echo. Aan de echostaaf zit een naaldgeleider. Hiermee brengt de arts een dunne naald in. De arts prikt deze door de vaginawand in de eierstok. Zo zuigen we de eiblaasjes (follikels) één voor één leeg. 

    De vloeistof uit de follikels vangen we op in reageerbuisjes. Als de punctie klaar is, gaan de reageerbuisjes naar het laboratorium. Hier zoeken we met een microscoop de eicellen op. Je hoort voordat je naar huis gaat hoeveel eicellen er zijn gevonden.

    Na de eiblaaspuntie breng je 3 keer per dag een progestron zetpil in de vagina in. Dit doe je tot de avond voor de zwangerschapstest. Je krijgt hiervoor uitleg en een recept mee naar huis. 

    Omdat je pijnstilling hebt gehad mag je niet zelf autorijden. Vraag daarom iemand die je thuis kan brengen. 

    IVF in de gemodificeerde natuurlijke cyclus (MNC)

    Volg je de MNC-behandeling, dan hoeft er maar 1 eiblaas leeggezogen te worden. Meestal kan dit zonder verdoving. Voor de punctie kijken we eerst met een vaginale echoscopie of de eiblaas er nog is. Soms is de eisprong toch geweest. Dan kan de punctie helaas niet doorgaan.

    Zaad inleveren

    Voor of na de punctie levert de man zaad in. Vaak krijgt de man een potje mee om thuis het zaad op te vangen. Soms is het nodig dat dit in het UMCG gebeurt. Hiervoor hebben we aparte ruimtes op de afdeling.

    3. Laboratorium

    In deze fase proberen we in het laboratorium de eicel te bevruchten met een zaadcel. Na de punctie rijpen we de eicellen verder in een speciale stoof. In de stoof houden we de temperatuur op 37 graden. En is de hoeveelheid zuustrof constant. Ook bewerken we het ingeleverde zaad. Zo blijven de beste zaadcellen over. De zaadcellen plaatsen we bij de eicellen. De zaadcel moet dan zelf een eicel binnen gaan (bevruchten). Volg je de ICSI-behandeling dan brengen we met een pipet in elke eicel 1 zaadcel naar binnen.

    Na 1 dag zien we welke eicellen bevrucht zijn. Dit zijn de embryo's. We bellen jou 3 dagen na de eicelpunctie of we een embryo in de baarmoeder kunnen plaatsen. Soms is er geen eicel bevrucht of zijn de embryo's niet goed. De arts overlegt dan met je hoe we verder gaan.

    4. Embryo plaatsen

    In deze fase plaatsen we een embryo in de baarmoeder. Dit is vaak een spannend moment in het IVF-traject. Kom daarom als het kan samen naar de afspraak.

    Het plaatsen doet geen pijn. Tijdens het plaatsen van de embryo lig je in de gynaecologische stoel. We plaatsen een spreider (eendenbek) in de vagina. Zo zien we de baarmoedermond goed. Vervolgens brengen we een dun slangetje via de baarmoedermond in de baarmoederholte. We controleren met een echo op de buik of het slangetje op de juiste plek zit. Als dat zo is, brengen we via een tweede slangetje, waarin het embryo zit, de embryo in de baarmoederholte. Nadat het embryo is geplaatst, kun je weer naar huis. Je blijft de progesteron zetpillen gebruiken tot de avond voor de zwangerschapstest. 

    Is de embryo geplaatst in een gemodificeerde cyclus, dan krijg je een recept mee voor HcG injecties. En een schema wanneer je de HcG injecties gebruikt.

    1 of 2 embryo’s terugplaatsen?

    Meestal plaatsen we 1 embryo in de baarmoeder. Dit noemen we single embryo transfer (SET). Bij vrouwen jonger dan 38 jaar wordt in de eerste en tweede behandeling nooit meer dan één embryo geplaatst. Soms krijg je de keuze om 1 of 2 embryo’s terug te plaatsen. Terugplaatsen van 2 embryo's noemen we dual embryo transfer (DET). Deze keuze geven we alleen: 

    • aan vrouwen van 38 jaar en ouder
    • aan vrouwen in de derde behandeling
    • wanneer er geen extra risico’s zijn bij een mogelijke tweelingzwangerschap, zoals een eerdere vroeggeboorte, een afwijkende vorm van de baarmoeder of een chronische ziekte

    Uit het DET-SET onderzoek blijkt dat het terugplaatsen van 2 embryo’s tegelijk niet meer kans geeft op zwangerschap dan wanneer we 2 embryo’s na elkaar plaatsen in 2 cycli. De kans op een tweelingzwangerschap is wel groter na het terugplaatsen van 2 embryo’s. Ongeveer bij 1 van de 4 (25%) paren ontstaat een tweelingzwangerschap. Bij het terugplaatsen van 1 embryo is de kans op een tweelingzwangerschap 1 van de 100 (1%). 

    We proberen de kans op tweelingzwangerschappen zo klein mogelijk te maken. Tweelingzwangerschap brengt namelijk risico's voor jou mee, zoals een hoge bloeddruk, zwangerschapsvergiftiging of zwangerschapsdiabetes. En een tweelingzwangerschap brengt ook risico's mee voor de kinderen. Zoals te vroeg en te klein geboren worden. En opname op de Intensive Care Neonatologie.

    Bewaren embryo’s

    Goede embryo's die overblijven vriezen we in. Hiervoor heb je een bewaarovereenkomst getekend. 

  4. Na de behandeling is het afwachten. Na 2 weken doe je een zwangerschapstest. We laten je weten welke datum dit is bij het terugplaatsen van het embryo. Het wachten is vaak spannend. Probeer gewoon je dagelijkse dingen te blijven doen. Zorg voor afleiding. Doe dingen waar je blij van wordt of waar je van ontspant. Erover praten met familie of vrienden kan een fijne steun zijn.

  5. Zwanger

    Als je zwanger bent kom je rond 7 weken bij ons voor een echo. Is de groei en klopt het hart van het embryo goed, dan hoef je niet meer terug te komen. Je gaat dan voor controles naar een verloskundige. Of naar de gynaecoloog die je heeft verwezen.

    Soms zien we op de echo dat er iets niet goed is. Het embryo groeit niet of het hartje klopt niet en je krijgt een miskraam. Soms lijkt de echo goed, maar krijg je later alsnog een miskraam. Een enkele keer ontstaat er een buitenbaarmoederlijke zwangerschap. In alle gevallen is dit ontzettend verdrietig. We proberen je dan zo goed mogelijk te helpen.

    Niet zwanger

    Als je binnen 14 tot 16 dagen ongesteld wordt, ben je helaas niet zwanger. Je bloedt dan vaak wat meer dan je gewend bent. De teleurstelling is vaak groot. Het kan moeilijk zijn om hier mee om te gaan. Zeker na meerdere pogingen die niet gelukt zijn. Laat het ons weten als je hier last van hebt. Je kunt dan een afspraak krijgen met onze verpleegkundige, arts of maatschappelijk werker. Dit geldt ook voor je partner.

    Met de arts bespreek je hoe je verder gaat. We kunnen dan een ingevroren embryo terug plaatsen in een volgende cyclus. Ga je door, stop je even of stop je helemaal? Een nieuwe poging met stimulatie en punctie kan na 2 maanden weer.

  • Het lukt meestal om binnen 2 tot 4 maanden na aanmelding met de behandeling te beginnen.

  • Gelukkig komen ernstige bijwerkingen bijna nooit voor. Mogelijke bijwerkingen en complicaties:

    • Blauwe plekken door het bloed prikken en de hormoon spuiten. Dit verdwijnt vanzelf.
    • Een rood en opgezwollen plek rond de plaats waar je hebt gespoten. Ook dit gaat vanzelf weg.
    • Een bloeding uit het prikgaatje van de eiblaaspunctie. We doen hier een gaasje op. De bloeding stopt dan vanzelf.
    • Hyperstimulatie-syndroom na een eiblaaspuntie. Je eierstokken zijn dan vergroot en je hebt vocht in de buik. Soms is een opname in het ziekenhuis nodig. We halen het vocht dan uit je buik met een punctie.
    • Door de punctie kun je bloeduitstortingen in je eierstokken krijgen. Je hebt dan enkele dagen buikpijn. Heel soms ontstaat er een bloeding in de buik. Je moet dan worden geopereerd.
    • Ontsteking aan de eierstokken en eileiders.

    Wanneer bellen?

    Bel ons als je last hebt van:

    • koorts
    • uitslag over het hele lichaam
    • opgezwollen oogleden
    • minder en donkere urine
    • erge buikpijn
    • een opgezette buik
    • veel bloedverlies
    • kortademigheid
    • gewichtstoename
    • misselijkheid en overgeven  

    Je kunt ons bellen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur. Telefoon (050) 361 30 86

    Buiten deze tijden kun je bellen naar het algemene nummer van het UMCG, (050) 361 61 61. Vraag naar de fertiliteitsarts van de IVF die dienst heeft.

Wachttijden

Het lukt meestal om binnen 2 tot 4 maanden na aanmelding met de behandeling te beginnen.

Bijwerkingen en risico's

Gelukkig komen ernstige bijwerkingen bijna nooit voor. Mogelijke bijwerkingen en complicaties:

  • Blauwe plekken door het bloed prikken en de hormoon spuiten. Dit verdwijnt vanzelf.
  • Een rood en opgezwollen plek rond de plaats waar je hebt gespoten. Ook dit gaat vanzelf weg.
  • Een bloeding uit het prikgaatje van de eiblaaspunctie. We doen hier een gaasje op. De bloeding stopt dan vanzelf.
  • Hyperstimulatie-syndroom na een eiblaaspuntie. Je eierstokken zijn dan vergroot en je hebt vocht in de buik. Soms is een opname in het ziekenhuis nodig. We halen het vocht dan uit je buik met een punctie.
  • Door de punctie kun je bloeduitstortingen in je eierstokken krijgen. Je hebt dan enkele dagen buikpijn. Heel soms ontstaat er een bloeding in de buik. Je moet dan worden geopereerd.
  • Ontsteking aan de eierstokken en eileiders.

Wanneer bellen?

Bel ons als je last hebt van:

  • koorts
  • uitslag over het hele lichaam
  • opgezwollen oogleden
  • minder en donkere urine
  • erge buikpijn
  • een opgezette buik
  • veel bloedverlies
  • kortademigheid
  • gewichtstoename
  • misselijkheid en overgeven  

Je kunt ons bellen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 16.30 uur. Telefoon (050) 361 30 86

Buiten deze tijden kun je bellen naar het algemene nummer van het UMCG, (050) 361 61 61. Vraag naar de fertiliteitsarts van de IVF die dienst heeft.

Resultaten IVF/ICSI behandeling

Bekijk de resultaten van IVF en ICSi en IVF/ICSI in de gemodificeerde cyclus.

Gezond zwanger worden

Een gezonde leefstijl is belangrijk als je zwanger wilt worden, op welke manier dan ook. Dit geldt voor vrouwen én mannen. Een gezonde leefstijl heeft een positieve invloed op de vruchtbaarheid en vergroot de kans op een gezonde zwangerschap. 

Lees er meer over

Wat zijn de kosten van IVF?

IVF/ICSI-behandelingen met hyperstimulatie vergoedt de zorgverzekeraar maximaal 3 keer. Doe je een IVF behandeling in de gemodificeerde cyclus (IVF/ MNC). Dan wordt maximaal 6 keer vergoed als een eerste hyperstimulatiecyclus. Ben je niet zwanger in deze 6 behandelingen? Dan krijg je nog 2 hyperstimulatiebehandelingen vergoed via de zorgverzekeraar.

Als je niet zwanger bent geworden kijken we of een volgende behandeling zinvol is. Ben je wel zwanger geworden, dan krijg je voor een volgend kind weer 3 IVF/ICSI-pogingen. De zorgverzekeraar vergoedt ook deze behandelingen.

Controleer vóór je afspraak of je zorgverzekeraar afspraken heeft gemaakt met het UMCG over de vergoeding van de zorg. Wil je meer weten over de kosten van zorg? Ga dan naar umcg.nl/kosten-zorg.

Meedoen aan wetenschappelijk onderzoek

Soms vragen we patiënten om mee te doen aan wetenschappelijk onderzoek. Zo kunnen we nieuwe en betere behandelingen ontwikkelen. Je beslist zelf of je mee wilt doen of niet. Als je mee wilt doen, krijg je uitgebreide informatie van ons over het onderzoek.

Lees meer over wetenschappelijk onderzoek bij het Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde.

Heb je nog vragen?

Je kunt het Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur.