Wat is een miskraam?

Bij een miskraam gaat er iets mis in de eerste 20 weken van de zwangerschap. Het vruchtje stopt met groeien en de baarmoeder stoot het dan af.

Een miskraam is niet te stoppen. We noemen dit ook wel een spontane abortus of spontane miskraam. Soms zijn er helemaal geen klachten, maar zien we tijdens een echo dat het hartje niet (meer) klopt.

Als iemand 2 of meer miskramen heeft gehad, noemen we dat een 'herhaalde miskraam'. Het maakt niet uit of je voor of tussen de miskramen in, 1 of meer kinderen kreeg. Een eerdere miskraam hoeft ook niet te betekenen dat je meer kans hebt op een nieuwe miskraam.

  • Een miskraam komt best vaak voor, ongeveer bij 1 op de 10 zwangerschappen. We denken dat miskramen nog vaker voorkomen, ongeveer 15 - 20%. Sommige vrouwen merken namelijk niet eens dat ze een miskraam hebben. Ze denken bijvoorbeeld dat ze ongesteld zijn. Elk jaar krijgen ongeveer 20.000 vrouwen een miskraam. 

    Na een eerste miskraam is de kans op een nieuwe miskraam (bijna) niet hoger. Na 2 miskramen is de kans op een nieuwe miskraam 25% en na 3 miskramen ongeveer 35%.

  • Een miskraam begint meestal met bloedverlies en lichte buikpijn. Deze pijn lijkt op menstruatiepijn. Maar soms heeft iemand weinig klachten en merkt (bijna) niets van de miskraam. Het bloedverlies kan dan wat bruinachtig zijn.

    Klachten die horen bij een zwangerschap, zoals gespannen borsten en ochtendmisselijkheid, worden soms minder vlak voor een miskraam.

    Om het vruchtje af te stoten, trekt de baarmoeder samen. Het bloedverlies wordt dan erger. Ook de buikpijn wordt erger en de krampen lijken op weeën. Je verliest stolsels en stukjes weefsel (baarmoederslijmvlies). De vrucht is in deze fase van de zwangerschap nog heel klein en is bijna nooit herkenbaar.

    Als het vruchtje weg is, wordt het bloedverlies en de pijn snel minder. Na een paar weken zijn de klachten meestal over.

  • Meestal krijgt iemand een miskraam doordat een embryo zich niet goed ontwikkelt. Het kan dan niet leven. Een eerste miskraam is meestal geen reden om onderzoek te doen. Na 2 miskramen kan het goed zijn onderzoek te doen naar de oorzaak. We proberen zo te ontdekken waarom iemand meerdere miskramen kreeg. Helaas blijft bij het grootste deel van de paren de oorzaak onduidelijk. Bij maar ongeveer 1 tot 2 van de 10 miskramen vinden we een oorzaak. Deze oorzaken kunnen zijn:

    • een hogere leeftijd: hoe ouder, hoe groter de kans is op een miskraam
    • een ongezonde leefstijl, zoals roken en overgewicht
    • een chromosoomafwijking bij 1 van de ouders
    • antistoffen in het bloed: dat heet ook wel het antifosfolipidensyndroom. Dit kan zorgen voor trombose in de placenta, wat de oorzaak van een miskraam kan zijn
    • te veel homocysteïne in het bloed. Iedereen heeft dit stofje in het bloed, maar te veel van dit stofje kan de reden zijn voor een miskraam
    • een afwijking in de stolling van het bloed. Hierdoor kan een propje in een bloedvat van de placenta komen
    • een afwijkende vorm van de baarmoeder

Hoe vaak komt het voor?

Een miskraam komt best vaak voor, ongeveer bij 1 op de 10 zwangerschappen. We denken dat miskramen nog vaker voorkomen, ongeveer 15 - 20%. Sommige vrouwen merken namelijk niet eens dat ze een miskraam hebben. Ze denken bijvoorbeeld dat ze ongesteld zijn. Elk jaar krijgen ongeveer 20.000 vrouwen een miskraam. 

Na een eerste miskraam is de kans op een nieuwe miskraam (bijna) niet hoger. Na 2 miskramen is de kans op een nieuwe miskraam 25% en na 3 miskramen ongeveer 35%.

Klachten en symptomen

Een miskraam begint meestal met bloedverlies en lichte buikpijn. Deze pijn lijkt op menstruatiepijn. Maar soms heeft iemand weinig klachten en merkt (bijna) niets van de miskraam. Het bloedverlies kan dan wat bruinachtig zijn.

Klachten die horen bij een zwangerschap, zoals gespannen borsten en ochtendmisselijkheid, worden soms minder vlak voor een miskraam.

Om het vruchtje af te stoten, trekt de baarmoeder samen. Het bloedverlies wordt dan erger. Ook de buikpijn wordt erger en de krampen lijken op weeën. Je verliest stolsels en stukjes weefsel (baarmoederslijmvlies). De vrucht is in deze fase van de zwangerschap nog heel klein en is bijna nooit herkenbaar.

Als het vruchtje weg is, wordt het bloedverlies en de pijn snel minder. Na een paar weken zijn de klachten meestal over.

Oorzaken

Meestal krijgt iemand een miskraam doordat een embryo zich niet goed ontwikkelt. Het kan dan niet leven. Een eerste miskraam is meestal geen reden om onderzoek te doen. Na 2 miskramen kan het goed zijn onderzoek te doen naar de oorzaak. We proberen zo te ontdekken waarom iemand meerdere miskramen kreeg. Helaas blijft bij het grootste deel van de paren de oorzaak onduidelijk. Bij maar ongeveer 1 tot 2 van de 10 miskramen vinden we een oorzaak. Deze oorzaken kunnen zijn:

  • een hogere leeftijd: hoe ouder, hoe groter de kans is op een miskraam
  • een ongezonde leefstijl, zoals roken en overgewicht
  • een chromosoomafwijking bij 1 van de ouders
  • antistoffen in het bloed: dat heet ook wel het antifosfolipidensyndroom. Dit kan zorgen voor trombose in de placenta, wat de oorzaak van een miskraam kan zijn
  • te veel homocysteïne in het bloed. Iedereen heeft dit stofje in het bloed, maar te veel van dit stofje kan de reden zijn voor een miskraam
  • een afwijking in de stolling van het bloed. Hierdoor kan een propje in een bloedvat van de placenta komen
  • een afwijkende vorm van de baarmoeder

Heb je nog vragen?

Je kunt naar Centrum van Zwangeren bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur:

(050) 361 30 80

Je kunt naar het Centrum voor Voortplantingsgeneeskunde bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur:

(050) 361 30 32