Vaak begint de bevalling vanzelf. Elke bevalling begint anders. De meeste vrouwen hebben:
- weeën
- een harde buik iedere 5 tot 10 minuten en wat slijmerig bloed uit de vagina
- vochtverlies uit de vagina
Als de bevalling begint, bel je de verloskundige. Die komt dan meestal bij je thuis en overlegt met je wanneer je naar het verloscentrum gaat.
Als je onder controle bent van het UMCG bel je met de verloskamers van het UMCG. De verpleegkundige zal met je afspreken wanneer je naar het verloscentrum komt.
Wie mag er bij de bevalling zijn
Tijdens de bevalling mag je partner er natuurlijk bij zijn. Ook andere begeleiders zijn welkom, maar liever niet meer dan 2 mensen. In het geboorteplan leg je vast wie dat zijn.
Meenemen
- een geldig identiteitsbewijs: een paspoort, identiteitskaart of rijbewijs
- fototoestel met oplader
- shirt om in te bevallen
- sokken
- nachtkleding en kleding voor overdag
- ochtendjas of badjas
- sloffen
- toiletspullen
- een stevig zittende bh of voedings-bh
- babykleertjes
- babyzitje (maxicosi) en een dekentje voor de de terugreis naar huis
- een 2 euromunt voor de rolstoel