De baby is geboren. Dan begint je kraamtijd, een bijzondere periode waarin jullie aan elkaar wennen en waarin je groeit in je rol als ouder.
Geboren worden is voor een baby een grote overgang. En meestal lukt dit zonder problemen. Maar na de geboorte verandert er veel. De baby moet zelf ademhalen, drinken en zichzelf warm houden. De eerste uren zijn heel belangrijk, daarom houden we goed in de gaten of dit goed lukt. We letten op:
Ook als je alleen bent met de baby, is het belangrijk dat je daar op let.
We controleren ook hoe het met jou gaat. We letten bijvoorbeeld op:
Na de bevalling kun je meestal al naar huis. Het moet dan wel goed gaan met jou en de baby en er moet ook genoeg opvang thuis zijn. Jouw eigen verloskundige zal de verdere zorg dan op zich nemen. Als je thuis nog geen verloskundige had, kun je aangeven naar welke verloskundige je graag wil of wij zoeken een praktijk bij jou in de buurt.
Soms blijf je wat langer in het ziekenhuis voor behandeling, begeleiding of observatie van jou of de baby. Vaak weten we dat al voor de bevalling. Andere keren wordt dit pas tijdens of na de bevalling duidelijk. Je gaat dan na de bevalling naar de kraamafdeling (K3VA).
We vinden het belangrijk moeder en kind 24 uur per dag bij elkaar kunnen zijn. Jouw baby ligt daarom in een wiegje bij je op een 1-persoonskamer. Ook als de baby extra zorg nodig heeft, kan het soms toch bij je op de kamer blijven. Vaak kan ook jouw partner blijven slapen.
We houden de baby dan goed in de gaten via een monitor die de hartslag, ademhaling en het zuurstof in het bloed meet. We kunnen ook antibiotica geven via een infuus of de suikerspiegel in het bloed op peil houden. Je partner kan de hele dag bij jullie blijven en ook blijven slapen.
Op de kraamafdeling werken verloskundigen, verpleegkundigen en kraamverzorgenden. Als het nodig is, vragen we ook andere medisch specialisten. De verloskundige stemt de zorg op elkaar af. De verpleegkundige of kraamverzorgende doet de nodige controles bij jou en je baby. Zij helpen je met de voedingen en het zelf verzorgen van de baby.
Als jouw baby opgenomen moet worden voor observatie of behandeling, dan kan dat vaak op de kraamafdeling. Soms gaat een baby naar de kinderafdeling, omdat we de baby extra in de gaten willen houden. Het komt voor dat daar niet genoeg plek is. Je gaat dan samen met je baby naar een ander ziekenhuis.
De dagen die je dan bij je kind blijft, worden vergoed door je zorgverzekeraar na aftrek van eigen risico. De dagen die jij en/ of jullie kindje in het ziekenhuis zijn, gaan ook af van het aantal uren kraamzorg waar je thuis recht op hebt. Als de opname van de baby langer duurt, kun je in het Ronald MacDonald huis logeren.
Zodra je na je bevalling naar huis kunt, dragen we de zorg over aan de kraamzorg, verloskundige en je huisarts. Na ontslag kun je ons altijd bellen als je nog vragen hebt.
We vragen je om een enquête in te vullen. Jouw ervaringen zijn voor ons heel belangrijk om de zorg tijdens de zwangerschap en daarna te kunnen evalueren om de zorg in te toekomst te blijven verbeteren.
We bespreken ook met je of het nodig is dat je nog een controlegesprek krijgt. Dat kan op de polikliniek of via een webconsult. Als je poliklinisch met je eigen verloskundige bent bevallen, is de nacontrole bij je eigen verloskundige.
Borstvoeding is meestal de beste voeding voor de baby, maar jij beslist altijd zelf of je wel of geen borstvoeding wilt geven. Op de kraamafdeling helpen verpleegkundigen en kraamverzorgenden je, en je kunt advies vragen aan een lactatiekundige. Lees ook meer informatie over voeding voor je baby.
We hebben vitamine K nodig voor een goede bloedstolling. Vanaf de leeftijd van 3 maanden kan ons lichaam zelf genoeg vitamine K aanmaken. Tot die leeftijd raden we aan vitamine K druppels te geven aan je baby. Dit voorkomt bloedingen, zoals blauwe plekken, maar ook hersenbloedingen.
Direct na geboorte is 1 mg vitamine K nodig. Of jouw baby daarna elke dag vitamine K druppels nodig heeft, hangt af van de voeding die de baby krijgt. Lees meer over vitamine K bij baby's.
Na de bevalling moet je binnen 3 dagen de geboorte van je kind doorgeven. Dit doe je bij de burgerlijke stand van de gemeente waarin je baby geboren is. Als je kind in het UMCG is geboren, geef je de geboorte dus aan bij de gemeente Groningen. Dat kan ook digitaal met je DigiD. Kijk op de website van de gemeente Groningen voor informatie.
Bij de aangifte van je baby krijg je een folder mee over de hielprik en de gehoortest.
De meeste baby’s worden enkele dagen na de geboorte een beetje geel. Dit komt doordat een bepaalde afbreekstof (bilirubine) uit het bloed in de huid van de baby terecht komt. Dit is meestal niet erg en gaat na een paar dagen vanzelf weer weg.
Als de baby te geel wordt, meten we hoeveel bilirubine in het bloed zit. Dit doen we met een huid- of bloedtest. Als dat te veel is is, geven we de baby lichttherapie. Dit kan meestal op de kraamafdeling.
Je baby ligt dan bloot op een lichtgevende deken. Je kunt je baby ook vasthouden in deze deken.
Elke pasgeboren baby krijgt - na toestemming van de ouders - in de eerste week na de geboorte een hielprik en een gehoortest. Met een hielprik wordt het bloed van de baby onderzocht op een aantal ernstige ziektes. Met de gehoortest wordt gemeten of je baby goed genoeg hoort om te kunnen leren praten.
Een medewerker van GGD komt hiervoor bij jou thuis. De medewerker van de jeugdgezondheidszorg belt voor een afspraak.
Als je kind nog in het ziekenhuis ligt, wordt de hielprik in het ziekenhuis gedaan. De gehoortest is als je kind weer thuis is. Hier hoef je zelf niets voor te regelen.
Ouders van pasgeborenen krijgen een uitnodiging van het consultatiebureau. Op het consultatiebureau volgen ze de groei en gezondheid van kinderen vanaf de geboorte tot 4 jaar. Als je wilt dat je kind ingeënt wordt tegen bepaalde ziektes, dan kun je daarvoor ook terecht bij het consultatiebureau.
Zoek een GGD bij jou in de buurt op www.ggd.nl.