In het Groene Weeshuis in het voormalige Jacobijnerklooster aan de Oude Ebbingestraat in Groningen, vond hoogleraar Evert Jan Thomassen à Thuessink in 1797 een geschikte plek om een klein, academisch hospitaal te stichten. Wie was die professor met die oer-Hollandse voor- en deftige achternaam nu precies? En wat dreef hem?
Evert Jan Thomassen à Thuessink is op 6 augustus 1762 geboren in Zwolle als zoon van de burgemeester. Al snel bleek dat hij hoogbegaafd was. Op 12-jarige leeftijd ging hij naar de universiteit, waar hij wijsbegeerte en geneeskunde ging studeren. Acht jaar later werd hij doctor in de wijsbegeerte; hij was nog net geen 20 jaar. De inkt op zijn bul was nauwelijks droog, of hij werd benoemd tot buitengewoon hoogleraar in de filosofie te Franeker, waar in die tijd ook een universiteit was. Maar Evert Jan Thomassen à Thuessink had andere plannen.
In 1783 vertrok hij naar Leiden om verder te studeren. Daar promoveerde hij op zijn 23e tot doctor in de geneeskunde. Nieuwsgierig en onderzoekend als hij was, maakte hij voor die tijd verre studiereizen naar Parijs, Londen en Edinburgh. Hij leerde van de beroemde medici die daar in grote hospitalen werkten. Een paar jaar later reisde hij met een reistas vol nieuwe, medische kennis en ervaring terug naar Nederland. In zijn geboortestad Zwolle en later in Den Haag werd hij huisarts. Dankzij zijn schat aan opgedane medische kennis groeide zijn reputatie en zo kreeg hij in beide plaatsen drukbezochte praktijken.
Thomassen à Thuessink behandelde patiënten, maar bleef nieuwsgierig naar onderzoeken en nieuwe ontwikkelingen. Om die reden aanvaardde hij in 1794 het hoogleraarschap aan de Universiteit van Groningen en met steun van stad en provincie stichtte hij drie jaar later het ‘Nosocomium Academium'. Zijn publicaties over infectieziekten als roodvonk, mazelen, gele koorts, cholera, kinderpokken en de ‘Groninger ziekte’ (die in 1826 tien procent van de Groninger bevolking het leven kostte) oogstten ook ver buiten onze landsgrenzen veel lof. In zijn nieuwe functie als Professor Medica Clinicea kon Evert Jan Thomassen à Thuessink zijn gedroomde combinatie realiseren; zorgen voor patiënten, onderzoek doen naar nieuwe behandelwijzen en onderwijs aan studenten geven.