Schildklierkanker: na de behandeling

Na een behandeling voor kanker hebben mensen vaak nog zorg nodig. Om verder te herstellen, klachten te verminderen en de kwaliteit van leven te verbeteren. Daarom heeft u na uw behandeling vaak nog afspraken in het ziekenhuis.

Voor deze nazorg werken we nauw samen met streekziekenhuizen, huisartsen en andere zorgverleners in de regio. Zodat we u samen de beste nazorg kunnen geven. Ook als u niet meer beter kunt worden.

Controle

Als u bent behandeld, heeft u na ongeveer 1-4 weken een controleafspraak. We bespreken dan het resultaat met u. En we laten u weten of u verdere behandeling nodig heeft. Na uw behandeling(en) maakt u afspraken over controles. Hoe vaak, hoelang en bij wie u onder controle blijft, hangt af van uw situatie.​

Gevolgen na een behandeling voor schildklierkanker

Een behandeling voor schildklierkanker kan een grote invloed hebben op uw dagelijks leven. De gevolgen kunnen zijn:

Hypothyreoïdie – te weinig schildklierhormoon

Door een operatie kunt u geen of te weinig schildklierhormoon hebben. Uw stofwisseling wordt trager en u kunt onder andere last krijgen van vermoeidheid, kouwelijkheid, gewichtstoename of verstopping.

Schildklierhormoon slikken

Als uw lichaam geen schildklierhormoon meer aanmaakt, krijgt u schildklierhormonen in tabletvorm. Hoeveel u hiervan nodig heeft verschilt per persoon. Vaak is het even zoeken naar de juiste dosis. U bespreekt dit met uw arts.

Hyperthyreoïdie – te veel schildklierhormoon

Als u schildklierhormoontabletten slikt, krijgt u iets meer schildklierhormoon dan uw lichaam zelf zou aanmaken. Dit gebeurt met opzet, want hierdoor krijgen de schildklierkankercellen die mogelijk zijn achtergebleven minder de kans om uit te groeien. Teveel schildklierhormoon is niet zo goed; artsen zijn er daarom voorzichtig mee. Het hart kan sneller slijten en de botten kunnen zwakker worden. Regelmatig onderzoek is nodig. Mensen die genezen zijn van schildklierkanker, krijgen na een of enkele jaren weer de normale hoeveelheid schildklierhormoon.

Hypoparathyreoïdie – te weinig bijschildklierhormoon

Als bij de operatie de bijschildklieren zijn beschadigd, maken de bijschildklieren te weinig of geen bijschildklierhormoon meer. U kunt hierdoor last krijgen van tintelingen in de vingertoppen en spierkrampen.

Vermoeidheid

Heel veel mensen met schildklierkanker hebben last van vermoeidheid. De vermoeidheid kan verschillende oorzaken hebben.
Als u schildklierkanker heeft kunt u erg vermoeid raken door de hormonen die u slikt. Uw lichaam reageert anders op de hormonen uit de tabletten dan wanneer uw lichaam ze zelf zou maken. De moeheid kan u ineens overvallen.
De vermoeidheid heeft een grote impact op uw leven. Het kan helpen om uw energie zorgvuldig te verdelen en rust en inspanning af te wisselen. Misschien moet u anders omgaan met uw energie en een nieuw ritme aanleren.

Revalidatie

Mensen die behandeld zijn voor kanker hebben vaak een lange periode nodig om te herstellen. Revalidatie kan onderdeel zijn van uw behandeling. Bijvoorbeeld om uw conditie te verbeteren als u zich tijdens of na de behandeling niet fit en/of moe voelt. Revalidatie helpt deze klachten te verminderen of te voorkomen. Ook als u niet meer beter wordt, kan revalidatie helpen.

U kunt revalideren bij een zorgverlener bij u in de buurt of bij het UMCG Centrum voor Revalidatie. Wat voor u het beste is, hangt af van uw situatie. Als u één specifieke klacht heeft, kunnen we u verwijzen naar een passende zorgverlener bij u in de buurt, bijvoorbeeld naar een oncologiefysiotherapeut.

De revalidatiebehandeling in het UMCG is geschikt als u op meerdere gebieden problemen heeft. Of als u klachten heeft die met elkaar te maken hebben, zoals conditieverlies, angst of sombere gedachten, gewichtsverlies of -toename, of moeite om weer aan het werk te gaan.

Als u niet meer beter kunt worden

Als de kanker niet meer te genezen is, kunt u zogenaamde palliatieve zorg krijgen. Dit is zorg die uw klachten vermindert, en zo de kwaliteit van uw leven verbetert. Onze collega's van het Pijncentrum kunnen u helpen bij het bestrijden van pijn.

Omgaan met emoties

Als u kanker heeft of heeft gehad, kan er veel veranderen in uw leven en dat van uw naasten. Niet alleen lichamelijk, maar ook emotioneel krijgt u veel te verwerken. Angst, onzekerheid, woede en verdriet zijn emoties die daarbij kunnen horen. De ziekte kan ook vragen oproepen als: 'waarom ik, wat gebeurt er met mijn partner, mijn kinderen, hoe moet ik verder?'

Praten met een maatschappelijk werker, psycholoog of geestelijk verzorger kan u helpen om te gaan met uw vragen en emoties. U kunt contact opnemen met een van de psychosociale medewerkers van het UMCG als u bijvoorbeeld moeite heeft met:

  • het verwerken en accepteren van uw ziekte
  • problemen in de relatie met uw partner, kinderen en/of familie
  • het aanpassen aan de nieuwe (sociale) situatie
  • het maken van keuzes rondom uw behandeling
  • de communicatie met de zorgverleners in het ziekenhuis
  • problemen bij studie, werk of uitkering
  • het omgaan met verlies en rouw
  • vragen met betrekking tot spiritualiteit en geloof
  • met seksualiteit of uw zelfbeeld

Ook uw partner of andere familieleden kunnen deze medewerkers benaderen met een hulpvraag.

 

 

Zorg voor balans in je dagelijks leven

De keuzes die je maakt in je dagelijks leven hebben invloed op je gezondheid en je gevoel van welbevinden. Als je gezond bent maar ook als je ziek bent of aan het herstellen bent. Bekijk wat je zelf kunt doen op het gebied van leefstijl. Of ga eens langs bij onze leefstijladviseurs. Zij denken graag met je mee.

Heeft u nog vragen?

U kunt naar polikliniek Dermatologie en Interne Geneeskunde (Endocrinologie is een afdeling van Interne Geneeskunde) bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur.