Het inbrengen of vervangen van de pacemaker gebeurt op de katheterisatiekamer. Dit is een soort operatiekamer. Als u op de operatietafel ligt, meten we uw bloeddruk en zuurstofgehalte in het bloed.
We plaatsen de pacemaker onder de huid. Ongeveer 2-3 centimeter onder het sleutelbeen. Voor het inbrengen van de pacemaker maken we een snee van 5 tot 10 cm. U krijgt een plaatselijke verdoving, zodat u geen pijn voelt op die plek. Als de verdoving niet goed genoeg werkt, geven we extra verdoving of extra pijnstillers via het infuus. Via een monitor houden we uw hartritme goed in de gaten.
Via de snee schuiven we de pacemakerdraden in een ader naar de juiste plek in het hart. De arts schroeft de draden met schroefankertjes vast in de hartwand en maakt ze vast aan de pacemaker. Daarna testen we of de pacemaker goed werkt:
- liggen de pacemakerdraden op de juiste plaats in het hart?
- wordt de elektrische prikkel goed aan het hart afgegeven?
- vangt het hart de prikkel van de pacemaker goed op?
U voelt niets van de stroomstootjes die een pacemaker afgeeft aan het hart.
We hechten de wond aan de binnenkant. Deze hechtingen lossen vanzelf op. Na het hechten van de wond plakken we een pleister over het litteken.
De implantatie van de pacemaker duurt ongeveer 45 minuten bij 1 pacemakerdraad. Als u last heeft van hartfalen plaatsen we soms een extra draad. Dan kan de implantatie 3-4 uur duren.
Draadloze pacemaker
Krijgt u een draadloze pacemaker? Dan maken we uw liezen schoon en scheren deze. U krijgt daarna een plaatselijke verdoving in de lies. De cardioloog prikt een bloedvat aan met een naald en plaatst zo een hulsje in de lies. Daarna maken we een röntgen opname van de lies en uw hart om te kijken waar we de pacemaker kunnen plaatsen. Hierna vervangen we het buisje in de lies door een dikkere huls.
Door deze dikkere huls brengt de cardioloog de pacemaker naar de juiste plaats bij het hart. De ankertjes van de pacemaker haken vast in de hartspier. U voelt hier niets van. Na het plaatsen van de pacemaker testen we de werking, net als bij een pacemaker mét draden. Na het plaatsen van de pacemaker in uw hart verwijderd de cardioloog de hulzen uit de lies. We hechten de prikgaten in uw lies en doen er een drukverband op.
Vervangen pacemaker
Een batterij van een pacemaker gaat ongeveer 8 tot 10 jaar mee. De pacemaker vervangen we als de batterij bijna leeg is. Uw arts overlegt dit met u. Meestal krijgt u dan een nieuwe pacemaker die we aansluiten op de oude pacemakerdraden. Als de batterij van een draadloze pacemaker bijna leeg is, krijgt u een nieuwe draadloze pacemaker. De oude pacemaker blijft ook zitten.
Het vervangen duurt ongeveer 30 minuten. Daarna blijft u 2 uur in bed liggen.