Op de dag van de operatie gaat u eerst naar de voorbereidingskamer. Contactlenzen, bril, gebitsprothese, sieraden en piercings doet u uit of af. Daarna gaat u naar de operatiekamer. Als u op de operatiekamer bent, sluiten we u aan op de bewakingsapparatuur.
Voor deze operatie gaat u onder narcose. Daarvoor krijgt u een infuus in een ader. U merkt dus niks van de operatie. Daarna krijgt u een beademingsbuis in uw luchtpijp. U krijgt ook een katheter in de plasbuis. Dit is een slangetje dat de plas uit de blaas afvoert.
Het plaatsen van de pomp gebeurt tijdens een openhartoperatie. Daarom gebruiken we een hart-longmachine. Dit apparaat neemt tijdens de operatie tijdelijk de functie van hart en de longen over. Voor het implanteren van het steunhart opent de chirurg het borstbeen, zodat de chirurg goed bij het hart kan. De implantatie zorgt zorgt dus voor een grote wond midden op de borst die later zal herstellen. U krijgt dan een litteken.
We hechten de wonden meestal onder de huid. Die hechtingen lossen vanzelf op. Als de operatie klaar is, halen we de beademingsbuis weg.
De operatie duurt 4-8 uur. De operatie duurt langer als we bijvoorbeeld ook een hartklep vervangen of als er een gaatje in het hart moet worden gedicht. Het kan ook langer duren als er eerder een operatie in de borstkas is uitgevoerd of als er onverwachte omstandigheden zijn.