Persoonlijke keuzes in mijn behandeling (behandelbeperkingen)

Als patiënt kunt u met uw arts afspraken maken over uw behandeling. U kunt bijvoorbeeld beslissen om u niet te laten reanimeren. Dit noemen we een 'behandelbeperking'. Er zijn verschillende behandelbeperkingen. Het is belangrijk om van tevoren goed na te denken over wat u wel of niet wilt.

U overlegt met uw arts wat u wel en niet wilt tijdens uw behandeling. De arts slaat deze afspraken op in uw medisch dossier.

Afspraken over behandelbeperkingen

U spreekt met de arts over behandelbeperkingen omdat:

  • u zelf bepaalde behandelingen niet wilt krijgen. Bijvoorbeeld omdat u: ernstig ziek bent, een zeer hoge leeftijd heeft en / of weinig kans op genezing heeft. Ook kan uw geloof een reden zijn
  • uw arts de behandelingen niet zinvol vindt

In beide gevallen bespreekt u samen met uw arts de behandelbeperkingen en maakt daar afspraken over. 

Welke behandelbeperkingen zijn er?

Er zijn verschillende behandelbeperkingen:

  • niet reanimeren: na hartstilstand geen pogingen meer doen om het hart weer op gang te brengen
  • uw behandeling wordt niet zwaarder of uitgebreid
  • uw ademhaling wordt niet kunstmatig overgenomen met een beademingsmachine
  • geen opname op de Intensive Care (IC) of hartbewaking
  • geen bloedspoeling bij uitval van de nieren (dialyse)
  • geen operaties
  • geen bloedproducten en bloedtransfusie
  • geen antibiotica bij ernstige bacteriële infecties

Als de kans op genezing klein of niet mogelijk is, kunt u er voor kiezen om te stoppen met de behandelingen. U kunt dan nog wel palliatieve zorg krijgen. Dit betekent dat we uw klachten proberen te verzachten.

Wanneer kan ik een behandelbeperking bespreken?

U kunt tijdens uw behandeling met uw arts bespreken wat u wilt dat er gebeurt bij een opname in het ziekenhuis. Ligt u langere tijd in het ziekenhuis of verandert uw gezondheid? Dan bespreekt de arts de behandelbeperking opnieuw met u. 

Wat doet het UMCG met mijn besluit?

De arts slaat de afgesproken behandelbeperking(en) op in uw medisch dossier. De zorgverleners die betrokken zijn bij uw zorg, kunnen dit in uw dossier bekijken. Zo zien zij altijd wat uw wensen zijn. Bij een nieuwe opname bespreekt de arts de behandelbeperkingen opnieuw met u.