Preventieve cardiovasculaire medicatie: de huidige praktijk van stoppen

Richtlijnen adviseren om bij kwetsbare ouderen met een beperkte levensverwachting bepaalde medicijnen, bijvoorbeeld preventieve cardiovasculaire medicatie, te minderen of te stoppen. Hoe gaat dit minderen of stoppen in de praktijk?

Achtergrond

Preventieve cardiovasculaire medicatie wordt gebruikt om de kans op hart- en vaatziekten, zoals een hartaanval of beroerte, te verkleinen. Hierbij gaat het om bloeddrukverlagers, cholesterolverlagers en bloedverdunners. De balans tussen de voor- en nadelen van deze medicatie wordt ongunstiger met het ouder worden. Dit geldt vooral voor kwetsbare ouderen en ouderen op (zeer) hoge leeftijd, omdat het aantal resterende levensjaren is afgenomen en de kans op bijwerkingen, zoals vallen en bloedingen, toeneemt. Dit kan leiden tot het gezamenlijke besluit van arts en oudere, of diens vertegenwoordiger, om de medicatie te stoppen.

Doel

Het doel van dit onderzoek is om inzicht te krijgen in het gebruik van bloeddrukverlagers, cholesterolverlagers en bloedverdunners bij verpleeghuisbewoners met dementie:

  • Hoeveel worden deze middelen gebruikt bij binnenkomst in het verpleeghuis?
  • Hoe vaak worden deze middelen tijdens het verblijf geminderd of gestopt? Wanneer, waarom en hoe?

De resultaten van dit onderzoek helpen bij toekomstig onderzoek. We willen daarmee op de lange termijn gepast gebruik en het tijdig stoppen van deze medicatie bevorderen. Om dit te bereiken zullen we de kennis uit dit onderzoek delen met beroepsbeoefenaren uit de zorg, wetenschappers en het algemene publiek.

Methode

Voor dit onderzoek wordt gebruik gemaakt van bestaande gegevens die in het kader van de normale zorg in zorgdossiers zijn genoteerd.

Fase

De gegevens zijn verzameld en worden uitgebreid geanalyseerd. Tijdens het Verenso-congres van 13 juni 2024 zijn de eerste resultaten gepresenteerd.

Deelnemende zorgorganisaties

  • Interzorg
  • Treant
  • ZuidOostZorg

Contact

Meer weten over dit onderzoek? Stuur een mail aan dr. Esther de Haas, onderzoeker-epidemioloog ([email protected]) of Rianne Lindeboom, specialist ouderengeneeskunde in opleiding ([email protected])