Blijf je preventieve cardiovasculaire medicatie voorschrijven aan kwetsbare ouderen? Wat zijn redenen om te stoppen en hoe pak je dat aan? Specialisten ouderengeneeskunde, huisartsen, apothekers, verpleegkundig specialisten, een klinisch geriater en een cardioloog gingen daarover met elkaar in gesprek tijdens een gezamenlijk avondsymposium* van het UNO-UMCG en het Academische Huisartsen Ontwikkelnetwerk (AHON).
Starten is een kunde, stoppen een kunst

Ruim tachtig procent van de 80-plussers gebruikt preventieve cardiovasculaire medicatie om de kans op hart- en vaatziekten te verlagen. Met het stijgen van de leeftijd wegen de voordelen van de medicatie soms niet meer op tegen de nadelen. Maar waar ligt het kantelpunt? Ouderen hebben een groter risico op bijwerkingen. Zeker als zij kwetsbaar zijn geworden door meerdere ziekten of het gebruik van veel verschillende medicijnen. Daarom is het belangrijk om kritisch te blijven op medicatie en te stoppen met een medicijn als de risico’s van het gebruik mogelijk groter zijn dan de beoogde voordelen.

Dilemma’s

Alle aanwezige artsen en verpleegkundig specialisten worstelen met de dilemma’s en twijfels die spelen bij het stoppen met voorschrijven van preventieve cardiovasculaire medicatie. Zoals: abrupt stoppen of langzaam afbouwen? Blijven voorschrijven als familie van de bewoner het te spannend vindt om te stoppen? Durf ik het zelf wel, wat nou als mijn patiënt na het stoppen met de medicatie overlijdt aan een hartaanval?

Wikken en wegen

Tijdens het symposium belichtten diverse artsen hun dilemma’s en aanpak toe aan de hand van een casus uit hun eigen praktijk: kaderhuisartsen ouderengeneeskunde Tanne van Wijngaarden en Elske de Lange, hoogleraar klinische geriatrie Barbara van Munster, cardioloog Richard de Jong en specialist ouderengeneeskunde Pieter Stapelkamp.

Na de presentaties gingen de deelnemers met elkaar in discussie aan de hand van stellingen. Zoals ‘cardiovasculaire medicatie bij kwetsbare ouderen wordt te weinig of te laat gestopt’, waar tachtig procent van de aanwezigen het mee eens was. Stoppen met preventieve cardiovasculaire medicatie komt in alle gevallen neer op wikken en wegen. Of zoals Richard de Jong het verwoordde: “Starten is een kunde, stoppen is een kunst.”

Gebrek aan bewijs

Richtlijnen voor het gebruik van deze medicatie, zoals de multidisciplinaire richtlijn cardiovasculair risicomanagement, kunnen nauwelijks terugvallen op wetenschappelijk bewijs. Kwetsbare ouderen worden over het algemeen uitgesloten van onderzoek naar de effectiviteit van medicatie. Ook het onderzoek naar bijwerkingen, effecten op functioneren en kwaliteit van leven, en het stoppen van medicatie is een ‘ondergeschoven kindje’.

Vertrouwen

Bij gebrek aan bewijs zal een arts dus moeten bouwen op algemene medicatiekennis, (gedeelde) praktijkervaringen en goed overleg met de patiënt of familie. Daarnaast is het belangrijk voor de arts om te vertrouwen op zijn of haar eigen beoordeling. De huisarts of specialist ouderengeneeskunde kent de patiënt in de huidige conditie doorgaans immers beter dan degene die de medicatie – vaak jaren geleden – heeft voorgeschreven. “Neem bij twijfel gerust contact op met een betrokken medisch specialist voor collegiaal overleg”, adviseerde Richard de Jong huisartsen en specialisten ouderengeneeskunde aan het eind van het avondsymposium.

 *Deze bijeenkomst, die medio september plaatsvond, voldeed uiteraard aan de toen geldende corona-richtlijnen.

Wetenschappelijk onderzoek UNO-UMCG en AHON

Zowel huisartsen als specialisten ouderengeneeskunde hebben te maken met kwetsbare ouderen en de dilemma’s die spelen bij het voorschrijven van preventieve cardiovasculaire medicatie aan deze doelgroep. Een samenwerking tussen het UNO-UMCG en het AHON op het gebied van onderzoek en kennisuitwisseling ligt dan ook voor de hand. Het UNO-UMCG is gericht op ouderenzorg in het verpleeghuis, het AHON op huisartsenzorg.

Themagroep Medicatieveiligheid

Binnen het UNO-UMCG doet de themagroep Medicatieveiligheid onderzoek naar medicatiegebruik door kwetsbare ouderen. Zo vond er literatuuronderzoek plaats naar de werkzaamheid van preventieve cardiovasculaire medicatie (bloeddrukverlagers, bloedverdunners en cholesterolverlagers) bij ouderen met een korte levensverwachting. Eerder organiseerde de themagroep al een bijeenkomst voor specialisten ouderengeneeskundeMeer over de themagroep Medicatieveiligheid > 

Stoppen in de praktijk

Onderzoekers van de afdeling Huisartsgeneeskunde en Ouderengeneeskunde van het UMCG inventariseren momenteel hoe vaak en in welke context preventieve cardiovasculaire medicatie in de praktijk wordt gestopt en wat er daarna gebeurt. Het onderzoek richt zich zowel op thuiswonende ouderen als op ouderen in het verpleeghuis. Meer over dit onderzoek > 

Daarnaast loopt er onderzoek naar het gebruik van preventieve cardiovasculaire medicatie met gegevens uit de AHON-database. De AHON-database bestaat uit routinematig verzamelde zorggegevens van huisartsenpraktijken in de regio Noordoost-Nederland die zijn aangesloten bij het AHON. In de periode oktober 2017 tot december 2019 zijn er ongeveer vijftig huisartsenpraktijken aangesloten als AHON-registratiepraktijk, waarmee de zorggegevens van meer dan 235.000 patiënten zijn opgenomen in de AHON-database. De database groeit nog steeds. Meer over AHON >