Voor deze behandeling gaat u onder narcose of sedatie. U merkt dus niks van de ingreep. Daarvoor krijgt u een infuus in een ader in de arm of op de rug van de hand. Daarna brengen we u naar de katheterisatiekamer, een soort operatiekamer. Via het infuus krijgt u daar ook antibiotica.
Via de lies brengt de cardioloog een katheter in de ader. Bij een VSD sluiting ook nog een katheter in de de slagader. De cardioloog schuift de katheter via de ader op tot in het hart. Via het katheter brengen we het parapluutje op de juiste plek naar het gaatje in het tussenschot van het hart. Het parapluutje is ongeveer 1-3 centimeter lang. Dit hangt af van de grootte van het gaatje. Zodra het parapluutje op de juiste plek zit, vouwt de cardioloog deze open. Het gaatje in het tussenschot is dan dicht. Tijdens de behandeling maken we een echo via de slokdarm. Zo kunnen we goed zien waar het gaatje in het hart zit.
Na plaatsing van het parapluutje halen we de katheter er weer uit via de lies. Bij een VSD maken we de prikplek in de lies dicht met een eiwitplugje. Het eiwitplugje lost vanzelf binnen 90 dagen op. Bij een ASD of PFO maken we de prikplek in de lies dicht met een drukverband. Dit halen we een dag na de behandeling weer weg.
De behandeling duurt meestal 1 tot 2,5 uur.
Soms blijkt tijdens de behandeling dat het parapluutje het gaatje in het hart toch niet goed dicht kan maken. Dan stoppen we de behandeling. En is soms een hartoperatie nodig. We plannen dan een nieuwe opname.