Tussen de boezems van het hart zit een boezemtussenschot. Die houdt de omloop van bloed met en zonder zuurstof gescheiden. Dit zorgt er ook voor dat deze 2 bloedstromen niet mengen.
In dit tussenschot zit voor de geboorte een gaatje, dat na de geboorte moet dichtgroeien. Dit gebeurt niet bij een ASD. Door het gaatje stroomt dan extra bloed van de linkerboezem naar de rechterboezem. Daardoor wordt eerst de rechterboezem groter en later ook de rechterkamer. Dit zorgt voor extra werk voor de rechterboezem- en kamer. Ook de longen krijgen hierdoor te maken met een hogere bloedstroom. Hoe langer het duurt voordat een ASD wordt ontdekt, hoe groter het risico op het ontwikkelen van hartfalen of long complicaties, zoals pulmonale hypertensie.