U hoort van uw arts dat u een niertransplantatie krijgt. Als u een nier van een levende donor krijgt, krijgt u een brief met de precieze datum. U heeft een afspraak met de anesthesioloog over de verdoving. Een verpleegkundige vertelt u over de operatie en de voorbereidingen.
Bij een nier van een overleden donor werkt het iets anders. Vaak is er onverwacht een geschikte nier. Als dat zo is, bellen we u. U komt dan zo snel mogelijk naar het ziekenhuis.
Een transplantatie is een zware operatie. Daarom bespreken we vooraf samen hoe u zich hier op voorbereidt. Met een goede voorbereiding is de kans op een goed herstel groter. U krijgt bijvoorbeeld advies over voeding, bewegen en stoppen met roken.