Inspanningstest

Met een inspanningstest kunnen we verschillende dingen onderzoeken: uithoudingsvermogen, hoe de longen zuurstof opnemen en hoe het hart reageert op inspanning.

Bij een inspanningstest ga je lopen of fietsen. Of fietsen met de armen op een armergometor. Zo gaan bijvoorbeeld de ademhaling en hartslag omhoog. Ook bij kinderen kunnen we een inspanningstest doen. Dit gaat voor het grootste deel hetzelfde als bij volwassenen.

Wat we met een inspanningstest onderzoeken, hangt af van je klachten en bij welke afdeling je de test doet:

Hartcentrum

Bij een inspanningtest bij het Hartcentrum onderzoeken we hoe het hart werkt bij inspanning en of iemand door inspanning hartklachten of hartritmestoornissen krijgt. Ook kunnen we informatie krijgen over zuurstofgebrek in de hartspier.

Centrum voor Revalidatie

Bij een inspanningstest bij het Centrum voor Revalidatie meten we het uithoudingsvermogen en onderzoeken we hoe het hart, spieren en de longen (samen)werken.

Inspanningstest (VO2max-test) bij het Centrum voor Revalidatie
Inspanningstest (VO2max-test) bij het Centrum voor Revalidatie

Functiecentrum Longfunctie/Allergologie

Hier onderzoeken we de (samen)werking van de longen, het hart en de spieren op een uitgebreide manier tijdens een inspanningstest. Bijvoorbeeld om te beoordelen of iemand gezond genoeg is voor een operatie. Vaak nemen we ook wat bloed af tijdens de test.

Soms is er een verband tussen een allergie en inspanning. Dat kunnen we ook met een inspanningstest onderzoeken. Er is dan ook een allergoloog aanwezig bij de test. Als er tijdens de test een allergische reactie komt, kunnen we dit direct behandelen.

Verschillende Inspanningstesten

Een inspanningstest heeft verschillende namen. Zoals een ergometrie of VO2max-test. Er zitten verschillen tussen deze inspanningstesten:

  • de inspanningstest die het meest voorkomt, heet een ergometrie. Deze test is meestal op de fiets, en soms op de loopband. Je hebt hierbij geen ademhalingsmasker op.
  • als we bij de inspanningstest meten hoeveel zuurstof je opneemt tijdens inspanning, heet het ook wel een VO2max-test. We meten dan de maximale zuurstofopname. Deze zuurstofopname zegt iets over de conditie en ook over de werking van het hart. Bij een VO2max-test heb je een ademhalingsmasker op. Vaak noemen we een VO2max-test gewoon een inspanningstest.
  • een specifieke soort inspanningstest is de inspanningsecho. Dit is op een ligfiets. Tijdens het fietsen maken we echo's van het hart. Hiervoor krijg je een infuus. Dit onderzoek gebeurt alleen bij het Hartcentrum en doen we niet vaak.

Het onderzoek stap voor stap

  1. Als je je thuis moet voorbereiden op de inspanningstest, krijg je hier informatie over. Als je voor het onderzoek moet stoppen met bepaalde medicijnen, bespreekt de arts dit met je.

    Draag lekker zittende kleding, zoals sportkleren. Of neem deze mee. Je kan zich voor de test omkleden in een kleedkamer. 

    Bel ons als jij of jouw kind in de 7 dagen voor het onderzoek koorts heeft of heeft gehad. Het onderzoek kan dan mogelijk niet doorgaan.

  2. In de afspraakbrief of op mijnUMCG staat waar je moet zijn voor dit onderzoek. Dat kan de polikliniek Hart en Vaten zijn, het Longfunctiecentrum van de polikliniek Long- en systeemziekte of het Centraal Inspanningslab in het Centrum voor Revalidatie (UMCG Beatrixoord).

  3. Voor de inspanningstest doet moet de bovenkleding uit. Voor en tijdens de test maken we namelijk een hartfilmpje (ECG). Daarvoor krijg je of jouw kind plakkers op uw borst. Dit zijn elektrodes waarmee we het hartritme in de gaten kunnen houden. Je krijgt ook een bloeddrukband om de arm, zodat we de bloeddruk kunnen meten.

    Bij sommige inspanningstesten krijg je een ademhalingsmasker op of een mondstuk in de mond. Dit masker zit met een slang vast aan een meetsysteem. Zo meten we de ademhaling, zuurstofopname en koolzuurafgifte. Dit heet een VO2max-test. Voor de inspanningstest doen we soms ook een flow-volume meting. We meten hoeveel lucht je kan in- en uitademen, en hoe hard.

    Dan begint de inspanningstest. Je begint met lopen of fietsen. Dit wordt steeds een beetje zwaarder, bijvoorbeeld doordat de weerstand op de fiets of de helling op de loopband omhoog gaat. Tijdens het lopen of fietsen houden we jouw hartritme in de gaten en meten de bloeddruk een paar keer. Je probeert het lopen of fietsen zo lang mogelijk vol te houden. Als het niet meer gaat of als je klachten krijgt, mag je stoppen. Dan loop of fiets je rustig uit.

    Tijdens of na de test kan het zijn dat je wat vermoeide benen hebt en misschien heb je de volgende dag lichte spierpijn.

  4. Hoe lang de inspanningstest duurt, verschilt. Dit hangt ervan af wat we precies meten. De test duurt meestal tussen de 25 minuten en 1 uur.

    Je kan na het onderzoek weer naar huis. Je kan je na de test omkleden en opfrissen als je wilt. Je krijgt van ons een washandje en een handdoek.

  5. De behandelend arts of huisarts belt je voor de uitslag of vertelt je die tijdens een afspraak na het onderzoek.

Heb je nog vragen?

Heb je nog vragen? Bel naar de afdeling waar jij of jouw kind de inspanningstest heeft. Het telefoonnummer staat in de afspraakbrief of in mijnUMCG.