Uw arts of specialist heeft u doorverwezen naar het Centrum voor Thuisbeademing. We kijken eerst of u in aanmerking komt voor thuisbeademing. Als dat zo is, wordt u opgenomen in het ziekenhuis. Hier stellen we u in op beademing.
Intake
Als u voor het eerst bij het Centrum voor Thuisbeademing komt, doen we een intake. We doen dan een aantal onderzoeken. Dat zijn meestal een longfunctietest en een bloedgasanalyse. Ook hebben we een gesprek over uw medische geschiedenis. Zo bepalen we of u in aanmerking komt voor thuisbeademing of voor hoesttechnieken.
Niet in aanmerking voor thuisbeademing
Komt u niet (direct) in aanmerking voor thuisbeademing.U blijft dan wel onder controle bij het Centrum voor Thuisbeademing. We onderzoeken elke keer weer of het inmiddels nodig is dat u beademing krijgt. Hoe vaak u gecontroleerd wordt, hangt af van de ziekte die u heeft, en het verloop van deze ziekte.
Opname
Als uit de onderzoeken blijkt dat u thuisbeademing nodig heeft, dan komt u op de wachtlijst te staan. Daarna wordt u opgeroepen voor een opname in het UMCG. Als u maskerbeademing krijgt, wordt u opgenomen op de respiratory care unit (RCU) van de afdeling Longziekten en Tuberculose. De RCU is een afdeling voor patiënten die extra zorg nodig hebben, maar geen intensivecarezorg. Hier kunnen we u goed observeren en intensief begeleiden. Als u tracheostamale beademing krijgt, wordt u opgenomen op een intensivecareafdeling.
Tijdens de ziekenhuisopname maken we een keuze voor de vorm van beademing. En u wordt ‘ingesteld’ op een beademingsapparaat. Dit betekent dat het apparaat ingesteld is op de juiste waarden. En dat het comfortabel voor u is. Ook leert u in deze periode hoe u met het beademingsapparaat omgaat. Dat geldt ook voor uw eventuele partner en/of mantelzorgers. De opname duurt ongeveer 5-8 dagen als u maskerbeademing krijgt. Als u een tracheostoma krijgt, blijft u minstens 2 weken in het ziekenhuis.
Instellen maskerbeademing
Op de eerste opnamedag wordt het beademingsapparaat afgesteld. Daarna gaat u oefenen met de machine, overdag en ’s avonds. U krijgt een oefenschema om de beademingsuren op te bouwen. Soms lukt het ook al om meteen de hele nacht met de beademing te slapen. We passen het beademingsapparaat aan en bij als dat nodig is. Voordat u naar huis gaat, meten we ‘s nachts de koolzuur- en zuurstofwaarden in uw bloed. We doen ook nog een bloedgasanalyse.
Als de beademing goed is ingesteld en u en uw familie er mee om kunnen gaan, gaat u naar huis. We proberen ervoor te zorgen dat dat uw klachten dan zijn afgenomen en de bloedgaswaarden zijn verbeterd. Dat lukt niet altijd. Soms heeft dat meer tijd nodig.
Instellen tracheostoma
Tijdens een operatie onder narcose krijgt u een opening in uw luchtpijp. Hierin komt een tracheostoma. Na de operatie gaat u naar de intensive care. In uw tracheostoma zit dan een kunststof canule met een cuff. Deze moet de eerste 48 uur na de operatie continue opgeblazen blijven, om de wond mooi te laten genezen. U kunt daardoor niet praten. Daarna mag de ballon leeg zijn, behalve als u beademd wordt.
Tijdens de opname geeft een verpleegkundig consulent of specialist u en uw familie instructie en uitleg over de beademingsapparatuur. Zowel u, uw familie en eventuele mantelzorgers leren omgaan met de canule en het wegzuigen van slijm via de canule. Als dat nodig is, wordt de thuiszorg ingeschakeld of uitgebreid. Ook leren we thuiszorgmedewerkers omgaan met de beademing en canule. Als de beademing goed is ingesteld en u en uw familie ermee om kunnen gaan, gaat u naar huis.
Naar huis
Op de dag dat u naar huis mag, komt een verpleegkundige bij u thuis langs. Deze installeert de apparatuur en kan vragen beantwoorden van familie, mantelzorgers en thuiszorgmedewerkers. Ook kan de verpleegkundige instructies geven over het aansluiten van het beademingsapparaat. Bij een tracheostoma hebben ze deze instructies al gekregen tijdens de opname. Na de eerste nacht belt de verpleegkundige om te vragen hoe alles gegaan is.