Mensen in Groningen en Drenthe met blaaskanker de beste zorg bieden, dat is de ambitie die de aanwezige zorgprofessionals bindt. Dr. Annemarie Leliveld, uroloog in het UMCG, start het symposium dan ook met de uitkomsten van een recente spiegelbijeenkomst met blaaskankerpatiënten. Door deze samen te delen, kunnen de ziekenhuizen binnen het BCNN de regionale blaaskankerzorg en alles wat daarbij komt kijken samen verder verbeteren.
Blaaskankeroperaties en de directie voorbereiding en nazorg ervan zijn gecentraliseerd naar het UMCG. Zorgverleners in de regio doen de eerste diagnostiek en begeleiding. Er is na de vaak ingrijpende operaties veel kans op complicaties. Best passende behandelopties worden met patiënten en naasten besproken en tijdens het multidisciplinaire spreekuur op de vrijdag.
UMCG-uroloog prof. dr. Igle Jan de Jong vertelt meer over de verschillende blaaskankeroperaties, manieren om daarna de urine af te laten vloeien en veel voorkomende complicaties bij deze vormen van blaaskankerchirurgie. Ook worden (survival-) data uit de Nederlandse Kanker registratie van IKNL getoond.
Patiënten hebben in het eerste jaar na de operatie controles in het UMCG. Als er geen recidief optreedt en geen functionele problemen meer zijn dan gaat de patiënt weer voor reguliere controles naar de oorspronkelijke verwijzers in de regio. Belangrijk is dat dit al bij de verwijzing besproken wordt met de patiënt.
Corona Hofman-van Caem, urologie-, continentie- en stomaverpleegkundige (UCS) in het UMCG, gaat in op de laatste ontwikkelingen in de (uro)stomazorg. Ook laat ze foto’s zien van verschillende complicaties en vertelt hoe je die het best kunt behandelen. Zorgverleners in de regio kunnen haar en haar collega-stomadeskundigen altijd inschakelen, bijvoorbeeld voor overleg over materiaalkeuze of als er complicaties dreigen.
Binnen het BCNN worden relevante gegevens over blaaskankerpatiënten bijgehouden om meer datageïnformeerd te kunnen werken. AIOS drs. Mick Uijldert neemt de aanwezigen mee in de getallen en data van de afgelopen jaren. Inmiddels zijn er van de meer dan 600 patiënten bijna 300 gegevens vastgelegd in de database.
Zo’n database levert belangrijke inzichten op. Onder andere over verwijsstromen in de regio, patiëntkenmerken, comorbiditeit en leefstijl. Ook werd vastgelegd welke behandeling uiteindelijk werd uitgevoerd na verwijzing en bezoek aan het multidisciplinaire spreekuur. Uiteindelijk vindt er bij 1 op de 5 patiënten een andere behandeling plaats dan op voorhand bedacht. Dit kan liggen aan progressie van de tumor, voorkeur van de patiënt of een matige performance status. Comorbiditeit kwam bij 89% van onze patiënten in de database voor: cardiopulmonaal, bewegingsapparaat en endocrinologisch waren meest voorkomend bij blaaskanker. Ook werd gekeken naar zorguitkomsten en complicaties. De kans op complicaties is, zoals bekend, ook hier hoog: 68 % van de patiënten na een cystectomie had een complicatie, de meesten een graad 2. Dit maakt dat BCNN meer datageïnformeerd kan werken en steeds beter in staat is ‘passende zorg’ te kunnen bieden.
Tot slot werd er nog flink gediscussieerd over de mogelijke betekenis van deze data. En wensen voor vervolganalyses die kunnen helpen bij het nog verder verbeteren van de blaaskankerzorg.
‘Binnen het Blaaskankercentrum Noord Nederland blijven we van elkaar leren, bijvoorbeeld tijdens dit blaaskankersymposium.’ - Annemarie Leliveld, uroloog