De weefsels onder de huid, rondom de organen, botten en gewrichten en daartussenin noemen we weke delen. Dit zijn bijvoorbeeld spieren, pezen, zenuwen, vet, bloedvaten en lymfevaten. Als cellen in deze weefsels ongecontroleerd gaan delen, kan er een tumor ontstaan. Zo’n tumor heet een wekedelentumor.
Goedaardige wekedelentumor
Wekedelentumoren zijn bijna altijd goedaardig. Dit betekent dat ze niet doorgroeien in de weefsels om de tumor heen en niet uitzaaien naar andere delen van het lichaam. Voorbeelden van goedaardige wekedelentumoren zijn:
Kwaadaardige wekedelentumor
Een kwaadaardige wekedelentumor noemen we een sarcoom of wekedelenkanker. Er zijn meer dan 50 soorten kwaadaardige wekedelentumoren. Ze kunnen in het hele lichaam voorkomen. Bij 55 procent van de patiënten ontstaat de tumor in een been, bij 20 procent in het bovenlijf, bij 15 procent in een arm en bij 10 procent in het hoofd of in de hals. Kwaadaardige wekedelentumoren die het meest voorkomen, zijn:
- gastro-intestinale stromatumor, GIST
- leiomyosarcoom
- liposarcoom
- ongedifferentieerd pleiomorf sarcoom
- angiosarcoom
- baarmoedersarcoom
- Ewing-sarcoom
- Kaposi-sarcoom
- maligne perifere zenuwschedetumor
- rabdomyosarcoom
- synoviosarcoom
Sarcomen
'Sarcoom’ is de naam van een bepaald type kankercel. Sarcomen zijn kwaadaardige tumoren in de weke delen. Kwaadaardige bottumoren noemen we ook sarcomen.