Slokdarmkanker is een ernstige ziekte die vaak pas laat wordt ontdekt. Het UMCG is gespecialiseerd in de behandeling van deze zeldzame kankersoort. Slokdarmkanker heet ook wel oesofaguscarcinoom.
De slokdarm zit tussen de mond en de maag. Als we eten doorslikken, komt dat via de keel en daarna via de slokdarm in de maag terecht. Als cellen in de slokdarm ongecontroleerd gaan delen, kan er een kwaadaardige tumor ontstaan. Dit is slokdarmkanker of oesofaguscarcinoom.
De slokdarm zit tussen de mond en de maag.
In het slijmvlies aan de binnenkant van de slokdarm kan kanker ontstaan.
Slokdarmkanker kan ook in een zogenaamde Barrett-slokdarm ontstaan. Dit gebeurt meestal in het onderste deel van de slokdarm. Vlak voor de maag.
Uitzaaiingen van slokdarmkanker kunnen in de lymfeklieren rondom de slokdarm ontstaan. Maar ook in andere lymfeklieren, in de lever, de longen, de bijnieren of de botten.
Er zijn 2 soorten slokdarmkanker: plaveiselcelcarcinoom en adenocarcinoom.
De slokdarm is bedekt met plaveiselcellen. Dit heet plaveiselepitheel. Hierin kan kanker ontstaan. Deze vorm van slokdarmkanker noemen we plaveiselcelcarcinoom.
Een andere vorm is het adenocarcinoom. Deze vorm ontstaat meestal in een zogenaamde Barrett-slokdarm. Deze vorm van slokdarmkanker komt vooral in het onderste gedeelte van de slokdarm voor.
Een Barrett-slokdarm is een afwijking in het slijmvlies van de slokdarm. Het plaveiselepitheel is normaal wit of parelmoerkleurig. Bij een Barrett-slokdarm zijn de cellen van het slijmvlies veranderd en zalmkleurig geworden. Dit komt vaak door chronische reflux, het terugstromen van maaginhoud in de slokdarm.
Als cellen in deze bekleding onrustig worden, heeft u een voorstadium van slokdarmkanker: dysplasie. Uiteindelijk krijgt 3-5% van de mensen met een Barrett-slokdarm een adenocarcinoom in de slokdarm.
Slokdarmkanker komt de laatste jaren steeds vaker voor. Elk jaar krijgen ruim 2.500 mensen in Nederland te horen dat ze de ziekte hebben. De meeste van hen zijn ouder dan 55 jaar. Mannen krijgen vaker slokdarmkanker dan vrouwen.
Bij slokdarmkanker krijgt iemand vaak pas klachten als die de ziekte al langer heeft. Mogelijke klachten zijn:
Ga bij deze klachten voor de zekerheid altijd naar uw (huis)arts. Die kan u voor onderzoek naar het UMCG verwijzen.
Bepaalde zaken kunnen de kans op slokdarmkanker vergroten:
Het is niet bekend of slokdarmkanker erfelijk is. Hier doen we wel onderzoek naar.
Slokdarmkanker komt de laatste jaren steeds vaker voor. Elk jaar krijgen ruim 2.500 mensen in Nederland te horen dat ze de ziekte hebben. De meeste van hen zijn ouder dan 55 jaar. Mannen krijgen vaker slokdarmkanker dan vrouwen.
Bij slokdarmkanker krijgt iemand vaak pas klachten als die de ziekte al langer heeft. Mogelijke klachten zijn:
Ga bij deze klachten voor de zekerheid altijd naar uw (huis)arts. Die kan u voor onderzoek naar het UMCG verwijzen.
Bepaalde zaken kunnen de kans op slokdarmkanker vergroten:
Het is niet bekend of slokdarmkanker erfelijk is. Hier doen we wel onderzoek naar.
Het is moeilijk om iets algemeens te zeggen over of iemand met kanker beter kan worden. Of hoelang iemand nog leeft als beter worden niet meer kan. Dat hangt namelijk heel erg af van bijvoorbeeld welke soort kanker iemand heeft en of er uitzaaiingen zijn. Een arts kan hier wel meer over vertellen.
Het UMCG is een expertisecentrum voor zeldzame aandoeningen op het gebied van slokdarm- en maagkanker. Een zeldzame aandoening is een ziekte die minder dan 1 op de 2.000 mensen heeft. Het ministerie van VWS heeft het UMCG aangewezen als expert in deze zorg.
‘‘Eerst schrik je van het slechte nieuws dat je slokdarmkanker hebt en diezelfde week ben je heel blij als je hoort dat je geen uitzaaiingen hebt.'‘
U kunt onze verpleegkundig casemanagers bellen via de polikliniek Gastro-intestinale oncologie (GIO). Zij hebben spreekuur van maandag tot en met vrijdag, tussen 9.00 en 10.00 uur. U kunt ook een e-mail sturen.