Het inbrengen of vervangen van een ICD gebeurt op de katheterisatiekamer. Dit is een soort operatiekamer. Als u op de operatietafel ligt, meten we uw bloeddruk en zuurstofgehalte in het bloed. Als u haar op de borst heeft, scheren we dit weg. Via een monitor houden we uw hartslag goed in de gaten.
Waar we de ICD plaatsen, hangt af van welke u krijgt. U krijgt een plaatselijke verdoving, zodat u geen pijn voelt op de plek. Als de verdoving niet goed genoeg werkt, geven we extra verdoving of pijnstillers via het infuus. Als u een S-ICD of EV-ICD krijgt, gaat u meestal onder narcose. Via een monitor houden we uw hartritme goed in de gaten.
Via een snee schuiven we de 1 of meer ICD-draden in een ader naar de juiste plek in het hart. De arts schroeft de draden vast in de hartwand. En maakt ze daarna vast aan het ICD-kastje. Als u de ICD tegen hartfalen krijgt, een CRT, plaatsen we een extra draad.
Daarna testen we of de ICD goed werkt:
- liggen de ICD draden op de juiste plaats in het hart?
- wordt de elektrische prikkel goed aan het hart afgegeven?
- reageert het hart goed op de prikkel van de ICD?
U voelt niets van de stroomstootjes die de ICD afgeeft aan het hart.
We hechten de wond aan de binnenkant. Deze hechtingen lossen vanzelf op. Na het hechten van de wond plakken we een pleister over het litteken.
De implantatie van de ICD duurt 45-90 minuten bij 1 of 2 ICD draden. Als u een CRT krijgt, duurt de implantatie 1,5 tot 3 uur.
Vervangen ICD
Een batterij van een ICD gaat ongeveer 5 tot 10 jaar mee. Als de batterij bijna leeg is, vervangen we de ICD. Uw arts overlegt dit met u. Meestal krijgt u dan een nieuwe ICD die we aansluiten op de oude ICD-draden.
Het vervangen van de ICD duurt ongeveer 30 minuten.