Hartoperatie bij kinderen

Bij sommige hartklachten of hartafwijkingen is een operatie noodzakelijk. Een hartoperatie is een operatie aan je hart of aan de grote bloedvaten in je borstkas.

Je hart pompt bloed naar elk orgaan en elke spier in je lichaam. Dat bloed bevat zuurstof en voedingsstoffen. Het hart bestaat uit verschillende kamers, boezems, aderen en kleppen. Als 1 of meer van deze onderdelen niet meer (goed) werken, kan een hartoperatie nodig zijn.

Er zijn verschillende soorten hartoperaties:

  • open hartoperatie: bij een open hartoperatie openen we het borstbeen. Tijdens de operatie neemt een hartlongmachine de functie van je hart en je longen tijdelijk over
  • gesloten hartoperatie: als het niet nodig is om het borstbeen te openen, dan doen we een gesloten hartoperatie. De kinderchirurg opereert dan via een snee of gaatje in je borstkas

De behandeling stap voor stap

  1. Je krijgt een afspraakbrief en informatie van ons. Daarin staat hoe je je op de behandeling voorbereidt. Ook heb je voor de operatie nog een preoperatief gesprek met de chirurg. 

    Je wordt voor de operatie opgenomen in het ziekenhuis.

    Ben je tussen de 4 en 8 jaar? Lees dan samen met je ouders het boek ‘Hartsvriendjes’. Dit boek gaat over Kris, een krokodil met een hartaandoening. Er zijn ook filmpjes met 'De avonturen van Kris'. Bekijk de korte filmpjes op de website van de Hartstichting.

  2. In het ziekenhuis meld je je bij de opnamebalie in de ontvangsthal van het UMCG. Je gaat daarna naar de verpleegafdeling M2 van het Beatrix Kinderziekenhuis.

    Daar heb je gesprekken met de verpleegkundige, de kindercardioloog, de chirurg, de anesthesioloog en de pedagogisch medewerker. Tijdens deze gesprekken hoor je wat je wel en niet moet doen om je voor te bereiden op de operatie morgen. Soms doen we nog een paar onderzoeken.

  3. We halen je op uit de voorbereidingsruimte en brengen je naar de operatiekamer. Een van je ouders/verzorgers mag mee naar de operatiekamer. Ook mag je een lievelingsknuffel of dierbaar speelgoed meenemen.

    In de operatiekamer krijg je een infuus in je arm. Via het infuus krijg je een narcosemiddel, waardoor je in slaap valt. De ouder die bij jou is, blijft bij je tot je slaapt.

    Tijdens de operatie houden we je goed in de gaten. Ondertussen opereert de chirurg je, samen met assistenten. Het hangt van het soort operatie af hoe lang het duurt.

  4. Na de operatie vertelt de chirurg je ouders hoe de operatie is gegaan. Nadat de operatie klaar is, ga je naar de intensive care. Je ouders kunnen je hier na een half uur al bezoeken. Jij slaapt dan nog.

    Je hebt:

    • een buisje in je mond om te ademen
    • verschillende infusen in je armen voor vocht en medicijnen
    • een slangetje om je plas af te voeren
    • verschillende slangetjes om wondvocht af te voeren

    Je blijft meestal 1 tot 2 dagen op de intensive care. Als alles goed gaat, ga je daarna terug naar de verpleegafdeling. Ook hier houden we je nog goed in de gaten. De verschillende slangetjes halen we weg zodra dat kan. Je begint ook met het doen van ademhalingsoefeningen en met bewegen. Dit oefenen zorgt ervoor dat je sneller beter wordt.

  5. Na een hartoperatie blijf je minstens 7 dagen in het Beatrix Kinderziekenhuis. Hoe lang de opname duurt hangt af van je herstel en hoe de wond geneest. Dit verschilt per kind. Je krijgt voordat je weggaat ook nog een paar onderzoeken. Zodra het kan ga je naar een ziekenhuis bij jou in de buurt of naar huis.

  6. De arts en verpleegkundigen bespreken met jou en je ouders welke zorg je na de operatie nodig hebt. Het gaat dan bijvoorbeeld om de verzorging van de wond, medicijnen en leefregels.

    Na ongeveer 2 weken kom je terug voor een controle.

Wachttijden

Hoelang de wachttijd hangt af van de ernst van de klachten. De wachttijd voor patiënten die spoedeisende hulp nodig hebben is korter dan voor patiënten die minder dringende klachten hebben.

Bekijk de wachttijden.

Tips voor na de operatie

Je kunt nog een poosje pijn hebben. Ook kun je moe en kortademig zijn. Hoe snel je je weer beter voelt verschilt per persoon. De volgende leefregels helpen je om je sneller beter te voelen:

  • laat je niet optillen onder je oksels na de operatie. Dit doet vaak pijn en is niet goed voor de wond.
  • beweeg elke dag. Je krijgt hiervoor tips en oefeningen die bij jou passen.
  • niet zwemmen of in bad gaan in de eerste 3 weken na de operatie of zolang de wond nog niet genezen is. Kort douchen mag na overleg met de verpleegkundige.

Heb je nog vragen?

Je kunt bellen met het secretariaat van het Centrum voor Congenitale Hartafwijkingen (CCH). Bereikbaar op werkdagen van 8.00 - 16.30 uur.