Als de transplantatie doorgaat, brengen we u naar de operatiekamer. Op de operatiekamer (OK) ziet u het hele operatieteam: 2 chirurgen, een anesthesioloog, OK-medewerkers en soms artsen of chirurgen in opleiding. Het team bespreekt de operatie en u kunt nog vragen stellen. U krijgt een infuus, meestal in de linkerarm. Op uw schouders en borst krijgt u plakkers voor de hartbewaking. Via het infuus krijgt u een slaapmiddel ingespoten. Daardoor merkt u niets van de operatie. Als u slaapt krijgt u een beademingsbuis, nog meer infusen, een maagslang en een urinekatheter.
Voor de transplantatie ligt u op uw rug. De chirurg maakt een snee van net onder het borstbeen tot aan uw schaambeen. De nieuwe alvleesklier plaatsen we rechts in de onderbuik. Als u tegelijk ook een niertransplantatie krijgt, plaatsen we de nieuwe donornier links in de onderbuik. We laten de eigen, niet goed werkende alvleesklier zitten. Als u ook een nieuwe donornier krijgt, houdt u ook uw eigen nier.
We sluiten de nieuwe donoralvleesklier aan op de grote bekkenslagader en de bekkenader. Ook een nieuwe donornier sluiten we hierop aan. We maken voor de nieuwe alvleesklier ook een aansluiting op de dunne darm voor het afvoeren van spijsverteringssappen.
Zodra er bloed door de nieuwe alvleesklier loopt, meten we direct uw bloedsuikerspiegel om te bekijken of de donoralvleesklier goed werkt. Meestal zien we dan dat de bloedsuikerspiegel meteen daalt. U krijgt ook 2 of 3 drains rond de nieuwe alvleesklier. Dit zijn slangetjes om operatievocht af te voeren. Deze blijven meestal 5 tot 7 dagen zitten. We sluiten de wond met agraves, dit zijn een soort nietjes.
Een alvleeskliertransplantatie duurt ongeveer 3 tot 4 uur. Een gecombineerde nier-alvleeskliertransplantatie duurt dit 6 tot 8 uur. Hoe lang de operatie precies duurt, hangt af van uw situatie.