U gaat vanaf verpleegafdeling in het bed naar de voorbereidingskamer. Contactlenzen, bril, gebitsprothese, sieraden en piercings moeten uit of af. U krijgt vooraf pijnstilling en antibiotica om infecties te voorkomen. In de voorbereidingskamer krijgt u een infuus. Daarna gaat u naar de operatiekamer. U krijgt een narcosemiddel via het infuus. Dit is van tevoren met u besproken.
We halen eerst een stukje bot van ongeveer 4 bij 6 centimeter uit uw bekkenkam of schedeldak. Als we het bot uit uw bekkenkam halen, maken we een snee van ongeveer 4 centimeter op de plek van de bekkenkam, meestal de rechterkant. Aan de binnenkant van de bekkenkam halen we bot weg. Daarna hechten we de wond met hechtingen die vanzelf oplossen.
Halen we het bot uit uw schedeldak, dan maken we een snee van ongeveer 10 centimeter in een boogvorm, meestal aan de rechterkant van de schedel. We halen alleen bot weg van de buitenste laag van de schedel. De ruimte waar het bot vandaan is gehaald, vullen we op met botcement. We hechten de wond met een onderhuidse hechting die vanzelf oplost. De buitenste laag van de huid maken we dicht met nietjes.
Daarna schuiven we links en rechts van de bovenkaak het tandvlees opzij en maken een luikje naar de neusbijholte. We kunnen nu het slijmvlies in de neusbijholte zien en schuiven dit opzij. Zo komt er ruimte tussen het slijmvlies en de bodem van de neusbijholte. In deze ruimte brengen we bot aan. Daarin komen later de implantaten. Daarna plaatsen we stukjes bot met kleine schroefjes tegen de bovenkaak. Zo wordt die breder. Het tandvlees leggen we terug en hechten het vast met niet-oplosbare hechtingen.
Deze operatie duurt ongeveer 2 tot 3 uur.
Het vastgroeien van het bot duurt ongeveer 3 tot 6 maanden.