Levertransplantatie bij volwassenen

Een levertransplantatie is een operatie waarbij iemand een donorlever of een deel ervan krijgt, omdat de eigen lever niet goed meer werkt.

Een levertransplantatie heet ook wel een leverfunctievervangende behandeling. Dat betekent dat een donorlever het werk van de eigen lever overneemt. Een donorlever komt van een levende of overleden donor.

De lever bestaat uit 8 delen. Elk deel heeft alle leverfuncties, alle bloedvaten en galwegen. Daardoor kunnen we ook alleen een deel van de lever transplanteren. Dit deel groeit dan weer uit tot een hele lever. Een lever is belangrijk voor:

  • het maken van eiwitten
  • het maken en opslaan van energie en brandstof voor het lichaam
  • het filteren van afvalstoffen uit het bloed en het daarna verwijderen uit het lichaam

Wanneer een levertransplantatie?

Als iemand een ernstige leverziekte heeft en er geen andere behandeling meer mogelijk is, kunnen we soms een levertransplantatie doen. Ernstige leverziektes zijn bijvoorbeeld cirrose, leverkanker, bepaalde ernstige erfelijke stofwisselingziektes en acuut leverfalen.

Vooronderzoek en uitslag

Uw arts of specialist kan u naar het UMCG verwijzen voor een levertransplantatie. U krijgt dan verschillende onderzoeken om te beoordelen of een levertransplantatie voor u de beste behandeling is. Dit heet een vooronderzoek of screening. Zo krijgen we een goed beeld van de ernst van uw ziekte en uw lichamelijke en geestelijke gezondheid. Een transplantatie is een zware operatie. Uw lichamelijke en geestelijke gezondheid moet daarvoor goed genoeg zijn.

Uitslag

Na de onderzoeken bespreken de leden van het transplantatieteam met elkaar de resultaten. Samen bepalen ze de mogelijkheden en de beperkingen van een levertransplantatie voor u. En of een levertransplantatie voor u de beste behandeling is. Na dit overleg belt uw arts u om de uitkomst van het overleg met u te bespreken.

Familiegesprek

U krijgt daarna een uitnodiging voor een familiegesprek. U kunt uw familie en naasten meenemen. Het is goed om thuis al uw vragen op te schrijven. Dan vergeet u niets tijdens het gesprek. De Maag-Darm-Lever (MDL)-arts vertelt u tijdens dit gesprek wat het levertransplantatieteam heeft besproken. We bespreken de uitslagen van de onderzoeken en de mogelijkheden en beperkingen van een levertransplantatie met u.

Als het levertransplantatieteam geen medische bezwaren heeft, beslist u zelf of u op de wachtlijst geplaatst wilt worden voor een levertransplantatie.

Wachttijd lever

Als een transplantatie de beste behandeling voor u is, komt u op de wachtlijst van Eurotransplant in Leiden. Dit is een internationale organisatie die aangeboden organen en weefsels verdeelt volgens vastgestelde regels. Bekijk de video over hoe een donormelding verloopt.

Er is geen vaste wachttijd. U kunt binnen een paar weken, maar ook pas na jaren een oproep krijgen. De meest zieke patiënt is het eerst aan de beurt. De MELD-score is een puntensysteem om iemands plaats op de Eurotransplant-wachtlijst te bepalen. MELD staat voor Model for End-stage Liver Disease. Deze score hangt af van:

  • hoe snel het bloed stolt, hiervoor meten we de INR-waarde van het bloed
  • hoe goed de nieren werken, hiervoor meten we de creatinine-waarde van het bloed
  • hoe goed de lever bilirubine afvoert, hiervoor meten we de bilirubine-waarde van het bloed

Aan deze bloedwaarden zien we hoe ziek iemand is. Hoe hoger de MELD-score, hoe hoger de plaats op de wachtlijst. Bij gelijke MELD-scores is de langstwachtende patiënt als eerste aan de beurt.

Als u wacht op een donorlever is het heel belangrijk dat wij u altijd kunnen bereiken: 24 uur per dag, 7 dagen in de week. Dus overdag, 's avonds en 's nachts.

De levertransplantatie stap voor stap

  1. Als er een lever voor u is, belt de MDL-arts u rechtstreeks of via de telefooncentrale van het UMCG. Dit gebeurt vaak onverwacht, dus het is belangrijk dat we u altijd kunnen bellen. U hoort van de MDL-arts wanneer we u op de Spoedeisende Eerste Hulp (SEH) verwachten. Let op: het UMCG belt altijd zonder nummerweergave.

    Laat uw mobiele telefoon ook aan als u onderweg bent naar het UMCG, zodat wij u altijd kunnen bellen. Bijvoorbeeld als de transplantatie op het allerlaatste moment toch niet door kan gaan.

    Een transplantatie is een zware operatie. Daarom bespreken we vooraf samen hoe u zich hier op voorbereidt. Met een goede voorbereiding is de kans op een goed herstel groter. U krijgt bijvoorbeeld advies over voeding, bewegen en stoppen met roken.

  2. U meldt zich in het UMCG bij de Spoedeisende Eerste Hulp (SEH). Op de SEH krijgt u een lichamelijk onderzoek. Ook onderzoeken we uw bloed en maken we een longfoto

    Daarna gaat u naar verpleegafdeling C4 of direct naar het Operatiecentrum. De chirurg en de anesthesioloog plannen de starttijd van de transplantatie.

    Vaak moet u nog even wachten op de operatie. Bijvoorbeeld omdat:

    • de lever nog naar het UMCG moet komen
    • de lever nog wordt voorbereid op de operatie
    • er soms nog geen operatiekamer beschikbaar is

    Het kan zijn dat een transplantatie niet doorgaat. Dit kan bijvoorbeeld zijn omdat:

    • de donorlever niet goed genoeg is
    • we bij het onderzoek bij u nieuwe gezondheidsproblemen ontdekken
  3. Als de transplantatie doorgaat, brengen we u naar de operatiekamer. U krijgt een infuus, meestal in de linkerarm. Op uw schouders en borstwand krijgt u plakkers voor de hartbewaking. Via het infuus krijgt u een slaapmiddel ingespoten. Daardoor merkt u niets van de operatie. U krijgt een beademingsbuis, nog meer infusen, een maagslang en een urinekatheter. Het voorbereiden van de operatie duurt ongeveer 1 uur.

    Voor de transplantatie ligt u op uw rug. De chirurg maakt een snee onder de ribben, zodat de zieke lever zichtbaar wordt. Bloedvaten rondom de lever controleren we en maken we vrij. Daarna halen we de lever en de galblaas eruit, zodat we de donorlever kunnen plaatsen. We controleren de nieuwe lever en maken deze klaar. We verbinden hiervoor de bloedvaten aan de lever, zodat bloed weer door de nieuwe lever stroomt.

    Daarna verbinden we uw galwegen aan de lever. Als dat niet lukt, sluiten we de galwegen van de donorlever aan op een gedeelte van uw dunne darm. Soms plaatst de chirurg aan het einde van de operatie een slangetje in de galwegen, zodat het gal kan aflopen. Dit heet een galdrain.

    De eerste dagen na de operatie kunt u niet eten. Daarom krijgt u tijdens de operatie een slangetje door uw neus. Dit heet een sonde. Zo kunnen we u de eerste dagen na de operatie vloeibare voeding geven. Dit heet sondevoeding. Soms kiezen we ervoor een slangetje via de buikwand tot in de dunne darm te plaatsen voor vloeibare voeding. Dit heet een jejunostomie.

    Een levertransplantatie duurt ongeveer 7 tot 12 uur. Hoe lang de operatie duurt, hangt af van uw situatie.

  4. Soms maakt de anesthesioloog u wakker na de transplantatie. Meestal wordt u pas wakker op de Intensive Care Volwassenen (ICV). Als u wakker bent, halen we de beademingsbuis zo snel mogelijk weg. Als u nog hulp nodig heeft bij het ademhalen zit de beademingsbuis nog in uw mond. U kunt dan niet praten omdat de buis langs de stembanden loopt.

    De meeste lijnen en slangen die u tijdens de operatie hebt gekregen, blijven op de ICV nog even zitten:

    • verschillende infusen
    • een maagslang
    • drains
    • een voedingsslang
    • urinekatheter

    U ligt aan de hartbewaking en heeft een meter aan uw vinger die het zuurstofgehalte in uw bloed meet.

    Hoe lang u op de ICV blijft, hangt af van uw situatie. Als alles goed gaat, brengen we u naar de Intensieve Verpleegkundige Zorg (IVZ) en/of naar de verpleegafdeling.

    Op de verpleegafdeling

    Zodra het kan gaat u naar de verpleegafdeling van de afdeling Chirurgie. Hoelang u in het ziekenhuis blijft, hangt af van uw situatie. Dit verschilt van 10 dagen tot 3 weken. We geven u medicijnen tegen de pijn en medicijnen die helpen bij het slapen.

    We nemen regelmatig bloed af om te onderzoeken hoe het met u gaat. We kijken dan bijvoorbeeld naar de functie van de lever en de nieren. Op de 1e, 4e en 7e dag na de transplantatie maken we een echo van de lever en de bovenbuik. Zo onderzoeken we hoe het met uw organen, galwegen en bloedvaten gaat in en buiten de lever.

    De buisjes in uw buik halen we eruit als deze niet meer nodig zijn, dit kan tot 2 weken duren. Als u een galbuisje heeft, blijft deze ongeveer 6 maanden zitten. Het is belangrijk dat deze vastgehecht blijft aan de huid van de buik, zodat deze niet kan verschuiven.

    De agraves van de operatiewond halen we 3 weken na de transplantatie eruit. Agraves zijn een soort nietjes waarmee we de wond sluiten. Dit doet de verpleegkundige op de polikliniek of de huisarts als u al thuis bent. Het is normaal dat de wond pijnlijk is en uw buik gevoelig is.

    Tijdens uw opname krijgt u informatie over uw medicijnen en hoe u die inneemt. Voor u weer naar huis gaat, heeft u nog een ontslaggesprek met de arts en de afdelingsverpleegkundige.

    Soms gaat u vanaf de verpleegafdeling Chirurgie tijdelijk naar de verpleegafdeling van de MDL om daar verder te herstellen.

  5. Na de transplantatie blijft u ongeveer 10 dagen tot 3 weken in het ziekenhuis. Hoe lang u in het ziekenhuis moet blijven, hangt af van uw situatie. Meestal kunt u na ontslag naar huis. Soms gaat iemand na ontslag uit het ziekenhuis voor een bepaalde periode naar een verpleeghuis of revalidatiecentrum in de eigen woonomgeving om verder te herstellen.

    De eerste 2 maanden dat u thuis bent, is het belangrijk dat u 3 keer per week uw temperatuur en gewicht meet. Op de polikliniek bespreekt de verpleegkundig consulent met u wanneer u hiermee kunt stoppen.

    U moet voor de rest van uw leven verschillende medicijnen slikken, bijvoorbeeld tegen afstoting.

  6. Na de transplantatie komt u voor controle naar het UMCG. De eerste weken komt u elke week op de polikliniek. Bij de arts en bij de verpleegkundig consulent levertransplantatie. Een uur voor de controle laat u bloed prikken. Ook verzamelt u 24 uur uw urine en levert deze 24-uursurine in.

    Als u problemen heeft door de transplantatie, komt u vaker dan 1 keer per week. Na een poosje komt u nog 1 keer in de 3 maanden. Dat hangt af van hoe het met u gaat. Bij elke controle onderzoeken we uw bloed en lichamelijke gezondheid.

    Tijdens het eerste jaar na de transplantatie doen we elke maand bloedonderzoek bij u. Dit doen we op de polikliniek tijdens de controle, maar kan ook tussendoor bij een prikcentrum bij u in de buurt. Dit kan een ziekenhuis zijn of bijvoorbeeld een huisartsenlaboratorium.

    Na dit eerste jaar komt u meestal elk half jaar voor controle naar de polikliniek in het UMCG. Hoe vaak u precies voor controle komt, hangt af van uw situatie. Soms is een korte opname nodig. Na de transplantatie blijft u altijd onder controle van het levertransplantatieteam van het UMCG.

  • Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. Mogelijke complicaties na de transplantatie van een lever zijn:

    • het niet werken van de nieuwe lever
    • infecties, zoals infectie aan de wond na de operatie
    • lekkage en versmalling van de galwegen
    • vernauwing en verstopping van de bloedvaten
    • bloeding van de nieuwe lever of aan de wond

    Ook na de transplantatie kunt u nog problemen hebben, zoals:

    • bijwerkingen door de medicijnen, zoals darmklachten, trillen, verschillende vormen van kanker, bijvoorbeeld huidkanker
    • diabetes
    • zwaarder worden
    • stemmingswisselingen
    • moeheid

    Afstoting lever na transplantatie

    Soms accepteert uw lichaam de donorlever niet. Dit heet afstoting. Dat kan voorkomen in de eerste maanden na de transplantatie (acute afstoting) of nog veel later (chronische afstoting). Daarom krijgt u medicijnen tegen afstoting na de transplantatie.

    Heel soms krijgt iemand met een getransplanteerd orgaan een overdraagbare ziekte van de donor. Donororganen worden altijd volgens vastgestelde richtlijnen gecontroleerd op ziekten. Maar sommige ziekten kunnen we niet opsporen en/of uitsluiten met (bloed)onderzoek.

    Wanneer bellen?

    Het is belangrijke dat u ons direct belt als u 1 of meer van deze klachten heeft:

    • koorts 38°C en hoger
    • gele ogen, ontkleurde ontlasting en erg donkere urine
    • aanhoudende jeuk
    • benauwdheid of kortademigheid
    • luchtweginfectie met ophoesten van geel/groen slijm
    • aanhoudende diarree, misselijkheid, buikpijn of langdurig braken

    Bel het centrale UMCG-nummer (050) 361 61 61 en vraag naar MDL-arts die dienst heeft. Bel uw huisarts bij de volgende problemen:

    • witte aanslag in de mondholte, die niet weg te poetsen is
    • koortslip
    • pijn bij het plassen
    • verhoogde bloeddruk, uw onderdruk moet onder de 100 blijven

    Verpleegkundig spreekuur

    U kunt de verpleegkundig consulenten levertransplantatie bellen tijdens het telefonisch spreekuur. Dit is van maandag tot en met vrijdag, tussen 9.00 en 9.30 uur en tussen 13.30 en 14.00 uur. U kunt ook een e-mail sturen.

Mogelijke complicaties

Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. Mogelijke complicaties na de transplantatie van een lever zijn:

  • het niet werken van de nieuwe lever
  • infecties, zoals infectie aan de wond na de operatie
  • lekkage en versmalling van de galwegen
  • vernauwing en verstopping van de bloedvaten
  • bloeding van de nieuwe lever of aan de wond

Ook na de transplantatie kunt u nog problemen hebben, zoals:

  • bijwerkingen door de medicijnen, zoals darmklachten, trillen, verschillende vormen van kanker, bijvoorbeeld huidkanker
  • diabetes
  • zwaarder worden
  • stemmingswisselingen
  • moeheid

Afstoting lever na transplantatie

Soms accepteert uw lichaam de donorlever niet. Dit heet afstoting. Dat kan voorkomen in de eerste maanden na de transplantatie (acute afstoting) of nog veel later (chronische afstoting). Daarom krijgt u medicijnen tegen afstoting na de transplantatie.

Heel soms krijgt iemand met een getransplanteerd orgaan een overdraagbare ziekte van de donor. Donororganen worden altijd volgens vastgestelde richtlijnen gecontroleerd op ziekten. Maar sommige ziekten kunnen we niet opsporen en/of uitsluiten met (bloed)onderzoek.

Wanneer bellen?

Het is belangrijke dat u ons direct belt als u 1 of meer van deze klachten heeft:

  • koorts 38°C en hoger
  • gele ogen, ontkleurde ontlasting en erg donkere urine
  • aanhoudende jeuk
  • benauwdheid of kortademigheid
  • luchtweginfectie met ophoesten van geel/groen slijm
  • aanhoudende diarree, misselijkheid, buikpijn of langdurig braken

Bel het centrale UMCG-nummer (050) 361 61 61 en vraag naar MDL-arts die dienst heeft. Bel uw huisarts bij de volgende problemen:

  • witte aanslag in de mondholte, die niet weg te poetsen is
  • koortslip
  • pijn bij het plassen
  • verhoogde bloeddruk, uw onderdruk moet onder de 100 blijven

Verpleegkundig spreekuur

U kunt de verpleegkundig consulenten levertransplantatie bellen tijdens het telefonisch spreekuur. Dit is van maandag tot en met vrijdag, tussen 9.00 en 9.30 uur en tussen 13.30 en 14.00 uur. U kunt ook een e-mail sturen.

Medicijnen en bijwerkingen

Na een transplantatie moet u voor de rest van uw leven medicijnen slikken tegen afstoting van het orgaan.

Video bekijken Scannen

Leefstijl en revalidatie na de transplantatie

Door een transplantatie verandert uw leven. U kunt dingen die u eerder niet kon. Maar u moet ook met veel zaken rekening houden. Lees meer over leven na een transplantatie.

  • Iemand die ziek is, is extra vatbaar voor infecties. Het is daarom belangrijk dat patiënten goed beschermd worden tegen ziektekiemen. In het UMCG zetten we elke dag alles op alles om infecties te voorkomen.

Infecties voorkomen

Iemand die ziek is, is extra vatbaar voor infecties. Het is daarom belangrijk dat patiënten goed beschermd worden tegen ziektekiemen. In het UMCG zetten we elke dag alles op alles om infecties te voorkomen.

Zorg voor balans in je dagelijks leven

De keuzes die je maakt in je dagelijks leven hebben invloed op je gezondheid en je gevoel van welbevinden. Als je gezond bent maar ook als je ziek bent of aan het herstellen bent. Bekijk wat je zelf kunt doen op het gebied van leefstijl. Of ga eens langs bij onze leefstijladviseurs. Zij denken graag met je mee.

Meedoen aan wetenschappelijk onderzoek

Het kan zijn dat uw arts vraagt of u wilt meedoen aan medisch-wetenschappelijk onderzoek.

Heeft u nog vragen?

U kunt ons bellen via het secretariaat levertransplantatie van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.30 en 17.00 uur. U kunt ook een e-mail sturen.

Heeft deze informatie je geholpen?