De hartkatheterisatie gebeurt op dag 2 van de opname. Je kind mag van tevoren niet meer eten en drinken, vanaf de tijd die de anesthesioloog met jullie heeft besproken. Als je kind bijna aan de beurt is, krijgt het operatiekleding aan. Je mag bij je kind blijven tot het slaapt. Hierna kan je wachten op de verpleegafdeling. Als kinderen narcose krijgen, gaan ze soms onrustig bewegen. Het kind merkt hier zelf niks van.
Zodra je kind slaapt, brengt de kindercardioloog het katheter in via een ader en/of slagader in de lies of de hals. We brengen een klein buisje in dit bloedvat. Via dit buisje kunnen we verschillende katheters (slangetjes) door het bloedvat naar het hart schuiven. Zo kunnen we verschillende delen van het hart en de grote long- en lichaamsbloedvaten bereiken.
Met de katheter kan de arts:
- de bloeddruk in het hart meten
- bloedmonsters uit ruimten van het hart halen voor onderzoek
- contrastvloeistof in de aders van het hart spuiten en een hartfilmpje maken
Na de hartkatheterisatie halen we de katheter weer uit de lies of hals. Op het wondje komt een drukverband.
Soms maken we nog een hartecho terwijl het kind nog onder narcose is. Meestal doen gebeurt dit via de slokdarm. De arts brengt dan een endoscoop via de keel naar de slokdarm. Een endoscoop is een dunne soepele slang. Aan het einde zit een klein echoapparaat waarmee we de hartecho maken.
Na de hartkatheterisatie
Na de hartkatheterisatie gaat je kind naar de uitslaapkamer. Hier houden we je kind goed in de gaten met een bewakingsmonitor. De kindercardioloog laat je weten dat de hartkatheterisatie klaar is. Je kan dan naar jouw kind toe in de uitslaapkamer.
Na een paar uur gaat je kind weer terug naar de verpleegafdeling. De kindercardioloog komt later op de dag nog een keer langs op de verpleegafdeling. En bespreekt dan met je hoe de katheterisatie is gegaan.