Voor de behandeling start, maken we samen met u een behandelplan. U start wel alvast met de exposure-oefeningen. We overleggen ook met u of we een gesprek samen met u en uw naasten gaan hebben. Bijvoorbeeld met een partner, ouder(s) of vriend(in).
Het grootste gedeelte van de behandeling bestaat uit cognitieve gedragstherapie. Het bespreken, uitvoeren en evalueren van exposure-oefeningen is hierbij een heel belangrijk onderdeel. Dit houdt in dat u vooral oefeningen doet, waarbij u bewust de situaties opzoekt waar u bang voor bent. U leert dan dat waar u bang voor bent, vaak geen waarheid is en dat u die situatie aankunt. Zo kunt u vermijdingsgedrag, veiligheidsgedrag en/of dwanghandelingen afbouwen.
Andere behandelingen die u met de groep volgt zijn:
- Cognitieve gedragstherapie. U leert hoe u negatieve gedachten kunt ombuigen naar positieve gedachten waardoor u gedrag positief verandert en u zich beter gaat voelen
- Psychomotorische therapie. U gaat u aan de slag met sport en spel. Door lichamelijke oefeningen te doen, leert u anders om te gaan met uw klachten.
- Arbeidstherapie/trajectbegeleiding. Mensen met psychiatrische klachten hebben vaak wat meer moeite bij het kiezen, krijgen of houden van werk, studie of ander dagbesteding. Arbeidstherapie/trajectbegeleiding helpt daarbij.
Opbouw dagbesteding
Het opstarten van een passende dagbesteding is een belangrijk onderdeel van de behandeling. Na ongeveer 2 maanden start u met het opbouwen van dagbesteding. Dit kan bijvoorbeeld door weer werk of studie op te pakken, op een werkervaringsplek of dagbestedingsplek te starten, of door vrijwilligerswerk te doen.