Chronische totale occlusie: behandeling bij vernauwing van de kransslagader

Bij een chronische totale occlusie (cto) is de kransslagader in het hart helemaal verstopt door aderverkalking. Het hart krijgt daardoor niet meer genoeg zuurstof. De afsluiting proberen we open te maken met een behandeling.

Een CTO kransslagader is een bloedvat van het hart helemaal dicht. Er kan dan geen bloed meer doorheen stromen. Deze verstopping is langzaam ontstaan door aderverkalking. Meestal ontdekken we een CTO na een hartaanval of bij een hartkatheterisatie.

Het kan jaren duren voordat de kransslagader helemaal is dichtgeslibd. Omdat dit zo langzaam gaat, kan het hart zich aan de situatie aanpassen. Vaak ontstaan er nieuwe bloedvaten (collateralen) vanuit de gezonde bloedvaten eromheen. Deze nieuwe bloedvaten zorgen ervoor dat het hart nog steeds zuurstof krijgt.

Mensen merken in het begin vaak niet dat ze een afgesloten kransslagader hebben. Op een gegeven moment kan iemand steeds lastiger lichamelijke inspanning volhouden. Of krijgt iemand pijn op de borst bij inspanning. Het hart krijgt dan ondanks de extra bloedvaten niet genoeg zuurstof. Er is dan een behandeling nodig om de afgesloten kransslagaders weer open te maken.

Uw cardioloog kan u voor een behandeling bij vernauwing van de kransslagader verwijzen naar het Hartcentrum

De behandeling stap voor stap

  1. Na de verwijzing door uw cardioloog krijgt u een afspraakbrief en informatie van ons. Daarin staat hoe u zich op de behandeling voorbereidt. Bijvoorbeeld wat u mag eten en drinken op de ochtend van het onderzoek. En welke medicijnen u wel en niet mag gebruiken.

    Contactlenzen, sieraden en piercings moeten uit of af voor de behandeling. Laat de sieraden thuis. Heeft u uw nagels gelakt? Of heeft u kunstnagels? Haal dit weg voor u naar het ziekenhuis komt. Tijdens de ingreep krijgt u een soort knijpertje op uw vinger. Daarmee kunnen we steeds het zuurstofgehalte in uw bloed meten. Dat lukt niet goed als er iets op de nagels zit. 

    U kunt niet alleen naar huis, vraag daarom van tevoren iemand die u thuis kan brengen.

  2. De CTO behandeling is meestal een dagbehandeling. Dit betekent dat u vaak dezelfde dag weer naar huis gaat. U gaat hiervoor naar de afdeling Cardiologie. Soms blijft u na de behandeling een nacht in het ziekenhuis. In het ziekenhuis heeft u gesprekken met verschillende medewerkers.

  3. Voor de behandeling krijgt u eerst bloedverdunnende medicijnen. Bloedverdunners verkleinen de kans dat u bloedpropjes krijgt die vaten kunnen verstoppen. Ook krijgt u een infuus in de arm of op de rug van de hand. Daarna brengen we u voor de CTO-behandeling naar de katheterisatiekamer, een soort operatiekamer.

    We gebruiken bij deze behandeling katheters. Dat zijn dunne, soepele slangetjes. Vóór het inbrengen van de katheter verdoven we de huid op de plek waar de katheter in een slagader gaat. De prik van de verdoving kunt u wel voelen. Meestal behandelen we de verstopping van 2 kanten. Daarom brengen we de katheters in de slagaders op 2 plekken: via de lies en de pols.

    Via de katheter spuiten we contrastvloeistof in de kransslagaders. De meeste mensen voelen hier niks van. Soms krijgen mensen kort een warm gevoel en het gevoel ze moeten plassen. Na het inspuiten van de vloeistof maken we röntgenfoto’s. Zo kunnen we de afsluiting in de kransslagader goed zien.

    Door de katheters brengen we een voerdraad naar de afgesloten kransslagader. Een voerdraad is een dunne, metalen draad. Over de voerdraad bewegen we daarna een speciale katheter voorzichtig langs de verstopping in de kransslagader. Als de draad langs de kransslagader is, doen we een dotterbehandeling.

    Het lukt niet altijd de draad langs de kransslagader te krijgen.

    De CTO-behandeling en het plaatsen van de stent duurt ongeveer 2 tot 3 uur.

  4. Als u de behandeling via de lies heeft gehad, maken we de prikplek dicht met een eiwitplugje en een pleister. Het eiwitplugje lost vanzelf binnen 90 dagen op. Daarna blijft u 2 uur rustig op bed liggen.

    U krijgt een drukverband als het niet mogelijk is de prikplek dicht te maken met een eiwitplug. Het drukverband blijft 6 uur zitten. Na de behandeling blijft u dan 6 uur rustig op bed liggen

    Als de katheter via de pols is ingebracht, krijgt u een bandje met een luchtkussentje op de pols die de prikplek dichtdrukt. Dit bandje laten we in 2 tot 3 uur leeglopen. U krijgt een drukverbandje om de pols als u naar huis gaat.

    Na de behandeling gaat u terug naar de verpleegafdeling. Het is belangrijk na het onderzoek veel te drinken. Zo plast u de contrastvloeistof zo snel mogelijk weer uit.

    Meestal gaat u op de dag van het onderzoek weer naar huis. Soms besluiten we dat u een nachtje moet blijven. Dat hangt af van hoe de behandeling is gegaan en hoe het met u gaat.

    Als u na de behandeling in het ziekenhuis bent gestart met nieuwe medicijnen, dan krijgt u een recept mee van ons. Of we sturen het recept naar de apotheek, u kunt de medicijnen dan daar ophalen.

  5. Na 2 weken heeft u weer een afspraak op de polikliniek van uw eigen ziekenhuis. Bent u als patiënt onder behandeling in het UMCG, dan krijgt u een afspraak op de polikliniek Hart en Vaten of via de telefoon.

  • Bij de behandeling is het mogelijk dat er problemen zijn. Ook als de behandeling goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties.

    Mogelijke complicaties zijn:

    • bloeduitstortingen op de plek waar we u prikken
    • hartritmestoornis tijdens het onderzoek
    • een lichamelijke (allergische) reactie op de contrastvloeistof of medicatie.
    • herseninfarct, TIA
    • pijn door beschadigingen aan de binnenkant van een slagader
    • hartinfarct
    • kramp van de kransslagader

    Wat te doen bij klachten

    U krijgt als u naar huis gaat informatie van ons over wat u moet doen als u klachten krijgt. Bijvoorbeeld klachten zoals:

    • een steeds groter wordende zwelling in de lies of pols (afhankelijk van waar u bent geprikt)
    • een bloedende wond waar u bent geprikt
    • pijnklachten van de pols, lies of borst
    • de lies, been of voet duidelijk koud/warm aanvoelt. Of de arm of hand als u daar bent geprikt.
    • verkleuring van uw been of voet. Of pols of hand
    • benauwdheid
    • jeuk die niet overgaat
    • rode bultjes of plekjes op de huid

Bijwerkingen en risico's

Bij de behandeling is het mogelijk dat er problemen zijn. Ook als de behandeling goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties.

Mogelijke complicaties zijn:

  • bloeduitstortingen op de plek waar we u prikken
  • hartritmestoornis tijdens het onderzoek
  • een lichamelijke (allergische) reactie op de contrastvloeistof of medicatie.
  • herseninfarct, TIA
  • pijn door beschadigingen aan de binnenkant van een slagader
  • hartinfarct
  • kramp van de kransslagader

Wat te doen bij klachten

U krijgt als u naar huis gaat informatie van ons over wat u moet doen als u klachten krijgt. Bijvoorbeeld klachten zoals:

  • een steeds groter wordende zwelling in de lies of pols (afhankelijk van waar u bent geprikt)
  • een bloedende wond waar u bent geprikt
  • pijnklachten van de pols, lies of borst
  • de lies, been of voet duidelijk koud/warm aanvoelt. Of de arm of hand als u daar bent geprikt.
  • verkleuring van uw been of voet. Of pols of hand
  • benauwdheid
  • jeuk die niet overgaat
  • rode bultjes of plekjes op de huid

Tips voor thuis

Als u weer thuis bent, moet u met een aantal zaken rekening houden:

Bij behandeling via de liesslagader

  • Heeft u een plug? Dan mag u de eerste 4 dagen geen druk op de lies zetten, niet persen, niet zwaarder dan 5 kilo tillen en niet fietsen. Als u geen plug heeft, mag u dat een week niet doen.
  • U mag na 24 uur weer zelf autorijden als u een plug heeft gekregen. Als u een drukverband zonder plug heeft gekregen, mag u pas na een week weer autorijden.
  • De dag na de behandeling mag u weer douchen. Na 3 tot 4 dagen mag u weer in bad.
  • De dag na de behandeling mag u de pleister weghalen en een nieuw opplakken. Schoonmaken van de huid mag met water en zeep.

Via de polsslagader

  • De dag na de behandeling mag u weer douchen. Na 3 tot 4 dagen mag u weer in bad.
  • Het drukverband op de pols mag u na 24 uur verwijderen.
  • U mag 3 dagen niet autorijden.
  • U mag steunen op uw pols, handen schudden, computeren of huishoudelijk werk doen.
  • U moet nog 3 tot 4 dagen wachten met sporten en zwaar lichamelijk werk waarbij u uw pols gebruikt.

Heeft u nog vragen?

U kunt het Hartcentrum bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur.