Dotteren en plaatsen stent

Een dotterbehandeling is een behandeling waarbij we een vernauwing in de kransslagader behandelen. Dit doen we door een ballonnetje op te blazen en meestal daarna een stent te plaatsen. Dit heet ook wel een ballondilatatie.

Met een dotterbehandeling maken we een ernstig vernauwde kransslagader weer open.

De cardioloog kan met een dun slangetje (katheter) via een slagader in de lies of pols bij de vernauwing in de kransslagader komen. De hartkatheter heeft een klein ballonnetje die de cardioloog kan opblazen op de plek van de vernauwing. Nadat de vernauwing is opgelost, plaatst de cardioloog meestal een stent om de kransslagader open te houden.

Uw cardioloog kan u voor een dotterbehandeling verwijzen naar het Hartcentrum.

Dotteren en plaatsen stent

A. Katheter met opgevouwen ballonnetje ter hoogte van de vernauwing. 
B. Ballonnetje duwt de slagaderwand naar buiten. 
C. De katheter wordt weggetrokken en een stent houdt de slagaderwanden uit elkaar.

Beschrijving: op de afbeelding staat 4 keer een dwarsdoorsnede van een ader. Op plaatje A is de vernauwing in de ader te zien, met daartussen het katheter en het opgevouwen ballonnetje. Plaatje B toont 2 keer de slagader. Op het eerste plaatje wordt het ballonnetje opgeblazen. Het tweede plaatje laat zien dat de wanden van de slagader naar buiten worden gedrukt. Plaatje C laat zien hoe de stent in de ader zit.

Video bekijken Scannen

De behandeling stap voor stap

  1. Na de verwijzing door uw cardioloog krijgt u een afspraakbrief en informatie van ons. Daarin staat hoe u zich op de behandeling voorbereidt. Bijvoorbeeld wat u mag eten en drinken op de ochtend van uw behandeling. En welke medicijnen u wel en niet mag gebruiken.

    Contactlenzen, sieraden en piercings moeten uit of af voor de behandeling. Laat de sieraden thuis. Heeft u uw nagels gelakt? Of heeft u kunstnagels? Haal dit weg voor u naar het ziekenhuis komt. Tijdens de ingreep krijgt u een soort knijpertje op uw vinger. Daarmee kunnen we steeds het zuurstofgehalte in uw bloed meten. Dat lukt niet goed als er iets op de nagels zit.

    U kunt niet alleen naar huis, vraag daarom van tevoren iemand die u thuis kan brengen.

  2. De dotterbehandeling is een dagbehandeling. Dit betekent dat u meestal dezelfde dag weer naar huis gaat. U gaat hiervoor naar de afdeling Cardiologie. In het ziekenhuis heeft u gesprekken met verschillende medewerkers.

  3. Voor de behandeling krijgt u eerst bloedverdunnende medicijnen. Ook krijgt u een infuus in de arm of op de rug van de hand. Daarna brengen we u voor de dotterbehandeling naar de katheterisatiekamer, een soort operatiekamer.

    De cardioloog bekijkt voor de behandeling of het dotteren via de lies of de pols gaat. Voordat we de katheter inbrengen, verdoven we de huid op de plek waar de katheter in een slagader gaat.

    Via de katheter krijgt u contrastvloeistof in de kransslagader gespoten. De meeste mensen voelen hier niks van, maar het kan zijn dat u kort het gevoel krijgt dat u moet plassen. Daarna maken we röntgenfoto’s. Zo kunnen we de vernauwing goed zien. 

    Zodra we de vernauwing goed zien, brengen we via de katheter een ballonnetje naar de plek van de vernauwing. Door het ballonnetje op te blazen, rekt de vernauwing op. Op deze manier maken we de kransslagader wijder en kan het bloed weer normaal stromen. Het opblazen van de ballon kan kort een beklemmende pijn op de borst geven.

    Soms is het dan voor de cardioloog nog steeds niet duidelijk of er gedotterd moet worden. We doen dan een FFR/RFR-meting om te onderzoeken hoe erg de kransslagader vernauwd is.

    Plaatsen stent

    Om ervoor te zorgen dat de kransslagader niet weer nauwer wordt, krijgt u vaak direct een stent op de plek van de vernauwing. De cardioloog schuift de stent via de katheter naar de plaatst waar de vernauwing zat. Om te kijken of de stent op de juiste plaatst ligt, krijgt u opnieuw contrasvloeistof via het infuus. Daarna maken we röntgenfoto's.

    De dotterbehandeling en het plaatsen van de stent duurt ongeveer 1 uur.

  4. Na de behandeling gaat u terug naar de verpleegafdeling. Het is belangrijk om na de behandeling genoeg te drinken. Zo plast u de contrastvloeistof sneller uit. Als u de behandeling via de lies heeft gehad, is de prikplek dichtgemaakt met een eiwitplugje en een pleister. Het eiwitplugje lost vanzelf binnen 90 dagen op. Na de behandeling blijft u 2 uur rustig op bed liggen.

    U hebt een drukverband als het niet mogelijk is de prikplek dicht te maken met een eiwitplug. Het drukverband blijft 6 uur zitten. Na de behandeling blijft u dan eerst 6 uur rustig op bed liggen. 

    Als de katheter via de pols is ingebracht, heeft u een bandje met een luchtkussentje op de pols die de prikplek dichtdrukt. Dit bandje laten we in 2 tot 3 uur leeglopen. U krijgt een drukverbandje om de pols als u naar huis gaat.

    Als u na de behandeling in het ziekenhuis bent gestart met nieuwe medicijnen, dan krijgt u een recept mee van ons. Of sturen we digitaal naar de apotheek. De medicijnen kunt u ophalen bij de apotheek. 

    En soms gaat iemand revalideren na een dotterbehandeling. Dit bespreken we met u, voordat u naar huis gaat. Als u gaat revalideren, dan regelt uw eigen ziekenhuis dit voor u. 

  5. Na 2 weken heeft u weer een afspraak op de polikliniek van uw eigen ziekenhuis. Bent u als patiënt onder behandeling in het UMCG, dan krijgt u een afspraak via de telefoon.

  • Na de behandeling kunt u soms wel een week lang een trekkerig gevoel rond uw hart houden. Dit gaat vanzelf over.

    Bij elke behandeling kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de behandeling zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. Voorbeelden van complicaties zijn:

    • bloeduitstortingen op de plek waar we u prikken
    • hartritmestoornis tijdens het onderzoek
    • een lichamelijke (allergische) reactie op de contrastvloeistof of medicijnen
    • herseninfarct, TIA
    • pijn door beschadigingen aan de binnenkant van een slagader
    • hartinfarct

    Wat te doen bij klachten

    U krijgt als u naar huis gaat informatie van ons over wat u moet doen als u klachten krijgt. Bijvoorbeeld klachten zoals:

    • een steeds groter wordende zwelling in de lies of pols (afhangende van waar u bent geprikt)
    • een bloedende wond waar u bent geprikt
    • pijnklachten van de pols, lies of borst
    • een duidelijk warm of koud aanvoelende lies, been of voet. Of hand of pols, afhangende van waar u bent geprikt.
    • verkleuring van uw been of voet. Of pols of hand
    • benauwdheid
    • jeuk die niet overgaat
    • rode bultjes of plekjes op de huid

Bijwerkingen en risico's

Na de behandeling kunt u soms wel een week lang een trekkerig gevoel rond uw hart houden. Dit gaat vanzelf over.

Bij elke behandeling kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de behandeling zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. Voorbeelden van complicaties zijn:

  • bloeduitstortingen op de plek waar we u prikken
  • hartritmestoornis tijdens het onderzoek
  • een lichamelijke (allergische) reactie op de contrastvloeistof of medicijnen
  • herseninfarct, TIA
  • pijn door beschadigingen aan de binnenkant van een slagader
  • hartinfarct

Wat te doen bij klachten

U krijgt als u naar huis gaat informatie van ons over wat u moet doen als u klachten krijgt. Bijvoorbeeld klachten zoals:

  • een steeds groter wordende zwelling in de lies of pols (afhangende van waar u bent geprikt)
  • een bloedende wond waar u bent geprikt
  • pijnklachten van de pols, lies of borst
  • een duidelijk warm of koud aanvoelende lies, been of voet. Of hand of pols, afhangende van waar u bent geprikt.
  • verkleuring van uw been of voet. Of pols of hand
  • benauwdheid
  • jeuk die niet overgaat
  • rode bultjes of plekjes op de huid

Tips voor thuis

Als u weer thuis bent, moet u met een aantal dingen rekening houden:

Bij behandeling via de liesslagader

  • Heeft u een eiwitplug? Dan mag u de eerste 4 dagen geen druk op de lies zetten, niet persen, niet zwaarder dan 5 kilo tillen en niet fietsen. Als u geen eiwitplug heeft, mag u dat een week niet doen.
  • U mag na 24 uur weer zelf autorijden als u een eiwitplug heeft gekregen. Als u een drukverband zonder eiwitplug heeft gekregen, mag u pas na een week weer autorijden.
  • De dag na de behandeling mag u weer douchen. Na 3 tot 4 dagen mag u weer in bad.

De dag na de behandeling mag u de pleister weghalen en er een nieuwe opplakken als dat nodig is. Schoonmaken van de huid mag met water en zeep.

Bij behandeling via de polsslagader:

  • De dag na de behandeling mag u weer douchen. Na 3 tot 4 dagen mag u weer in bad.
  • U mag 3 dagen niet autorijden, steunen op uw pols, handen schudden, computeren of huishoudelijk werk doen.
  • U moet nog een 3-4 dagen wachten met sporten en zwaar lichamelijk werk waarbij u uw pols gebruikt.

Na een hartinfarct

Heeft u een dotterbehandeling gehad na een hartinfarct? Dan krijgt u van ons informatie over wanneer u weer mag autorijden. 

Samenwerken voor de beste zorg

De ziekenhuizen, cardiologen en huisartsen in Groningen en Drenthe werken samen binnen HartNet. Zo krijgt u altijd de juiste zorg op de juiste plek.

De samenwerkende ziekenhuizen binnen HartNet zijn: Martini Ziekenhuis, Ommelander ziekenhuis Groningen, Treant, Wilhelmina Ziekenhuis Assen en Universitair Medisch Centrum Groningen.

Heeft u nog vragen?

U kunt het Hartcentrum bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur.