U krijgt eerst uitleg over het onderzoek. Als u een kunstgebit heeft, dan doet u dit uit. Dan verdoven we uw keel en neus met een spray. Dit zorgt ervoor dat u tijdens het onderzoek minder last heeft van hoesten, kokhalzen en het inbrengen de bronchoscoop.
Uw keel kan door de spray dik aanvoelen, maar u kunt gewoon ademen. U krijgt een metertje op uw vinger. Hiermee houden we uw hartslag en het zuurstof in uw bloed in de gaten. Soms krijgt u een roesje, ook wel sedatie. U merkt dan minder van het onderzoek.
Daarna gaat u op de onderzoekstafel liggen. Terwijl u op uw ademhaling let, schuiven we de bronchoscoop via uw neus of mond naar binnen. Als dit via uw mond gebeurt, dan krijgt u een bijtring om uw tanden en de bronchoscoop te beschermen. Door de keelverdoving kunt u niet goed slikken. We zuigen daarom met een zuigapparaatje het slijm in uw keel of luchtpijp weg. Soms krijgt u extra zuurstof via een slangetje in uw neus.
Soms zuigen we tijdens een bronchoscopie wat slijm op of halen we een stukje weefsel weg voor onderzoek. Dit is een biopsie. Soms gebruiken we röntgenstraling bij het onderzoek. Dat doen we als we stukjes weefsel weg moeten halen uit een dieper deel van de longen, waar we met de bronchoscoop niet bij kunnen. Als dit bij u zo is, hoort u dit van uw arts. Dit gebeurt vaak na een longtransplantatie.
Het onderzoek duurt 30 - 60 minuten.