Methode
Het streven is om bij een groep van in totaal tweehonderdtachtig deelnemers de spieractiviteit en de hersenfuncties te meten. De spieractiviteit wordt gemeten via Elektromyografie (EMG), sensoren die op de huid worden geplakt. De hersenfuncties worden via Elektro-encefalografie (EEG) - sensoren op het hoofd die de hersenactiviteit meten - in kaart gebracht. De EMG- en EEG metingen worden gedaan terwijl de arm van de deelnemer gebogen en gestrekt wordt op verschillende snelheden. Dit gebeurt passief, waarbij de onderzoeker de arm van de deelnemer buigt en strekt, of actief, waarbij de deelnemer deze bewegingen zelf uitvoert.
Om een goede vergelijking te kunnen maken tussen gezonde hersen- en spieractiviteit en hersen- en spieractiviteit bij afnemende gezondheid, bestaat de deelnemersgroep uit:
- gezonde jongeren tussen 18 en 30 jaar
- gezonde mensen tussen de 40 en 45 jaar
- gezonde ouderen vanaf 65 jaar
- ouderen met milde, matige en ernstige cognitieve problemen