Bij een netvliesloslating raakt een vlies binnen in het oog los, het netvlies. Hierdoor kan iemand slechter gaan zien of zelfs blind worden. Daarom is bij een netvlies dat loslaat altijd een operatie nodig.
In het oog zit glasvocht. Dit is een soort gelei in een ballonnetje tussen uw lens en het netvlies. Het glasvocht zit op een paar plekken vast aan het netvlies. Als u ouder wordt, wordt de gelei zachter en zakt het ballonnetje in elkaar. Dit gebeurt bij iedereen. Als het glasvocht te stevig vastzit aan het netvlies heeft u kans op netvliesloslating. Het ballonnetje dat in elkaar zakt maakt dan een scheurtje in het netvlies.
Dit kan op elke leeftijd gebeuren, maar gebeurt het vaakst bij ouderen. Het risico op netvliesloslating is ook groter bij mensen die bijziend zijn (hoge min sterkte in de bril), een staaroperatie hebben gehad, een klap op het oog hebben gehad, of netvliesloslating in de familie hebben.
Als het netvlies loslaat, kunt u verschillende klachten hebben. U heeft bijvoorbeeld:
Als uw netvlies loslaat moet u zo snel mogelijk worden geopereerd. Als het kan, doen we dit gelijk. U heeft dan eerst nog een gesprek met een verpleegkundige. Tijdens het gesprek krijgt u vragen over uw gezondheid en uitleg over de operatie. Heeft u nog vragen, dan kunt u die op dat moment stellen.
Meestal kan de operatie onder plaatselijke verdoving. Soms lukt dit niet. U gaat dan voor de operatie onder narcose. Dit hebben wij vooraf met u besproken. U heeft dan nog een afspraak bij de anesthesioloog. Hiervoor gaat u naar de Pre Operatieve Polikliniek Anesthesiologie (POPA)
U mag geen make-up, gezichtscrème, nagellak en sieraden dragen op de dag van de operatie. Als u een gehoorapparaat heeft kunt u die het beste vlak voor de operatie uit uw oor halen.
U kunt niet zelf autorijden na de operatie. Vraag van tevoren iemand die u na de operatie naar huis kan brengen.
U gaat voor de operatie naar het Operatief Dagbehandelingscentrum ODBC of Triade. In de brief staat waar u moet zijn.
U krijgt eerst nog een keer uitleg over de behandeling. U krijgt oogdruppels om de pupil groot te maken. Daarna verdoven we uw oog met een prik. Soms is het nodig dat u voor de operatie onder narcose gaat. Dit hebben wij vooraf met u besproken.
U gaat in een speciale operatiestoel liggen, die lijkt op een tandartsstoel. U krijgt een steriele doek over het hoofd met een gat bij het geopereerde oog. Deze doek ligt over een stang die frisse lucht onder de doek blaast. Daarna plaatsen we een spreidertje tussen de oogleden. Zo kunt u niet met de ogen knipperen tijdens de operatie.
Met de operatie sluiten we het scheurtje in het netvlies. Dit kan op 2 manieren: via de buitenkant of binnenkant van het oog. De arts bepaalt welke operatie u krijgt.
Bij een operatie aan de buitenkant maken we het netvliesscheurtje dicht met bevriezing. En we plaatsen een bandje (cerclage) of een kussentje (plombe):
Meestal doen we een operatie aan de binnenkant van een oog: een glasvochtoperatie. Dit heet ook wel een vitrectomie.
De arts maakt 3 kleine openingen van minder dan 1 millimeter in het oogwit. We halen dan het glasvocht weg. Daarna behandelt de oogarts de netvliesloslating.
Aan het eind van de operatie vullen we het oog met een speciale vloeistof, lucht, gas of olie. Soms verandert dit tijdens de operatie nog. De 3 wondjes sluiten vanzelf. Of we maken ze dicht met kleine oplosbare hechtingen.
Het doel van de operatie is weer goed kunnen zien. Het verschilt per patiënt hoe goed dat lukt. Als het midden van het netvlies los is gekomen, is de kans klein dat u weer helemaal goed kunt zien.
Na de operatie gaat u naar de nazorgruimte, waar u even kunt bijkomen. Als u onder narcose geopereerd wordt, gaat u na de operatie eerst naar de uitslaapkamer. Daar kunt u eerst goed wakker worden. Daarna gaat u naar de nazorgruimte. Daarna kunt u weer naar huis. U mag niet alleen thuis zijn, zorg ervoor dat er iemand bij u is. Soms is het nodig dat u nog een nacht in het ziekenhuis blijft.
U krijgt van ons oogdruppels mee naar huis. Ook geven wij u uitleg over de leefregels na de operatie.
U heeft op het geopereerde oog een harde dop met een gaasje daaronder. De ochtend na de operatie mag dit van het oog af. Bewaar de harde dop wel, het gaasje kan in de prullenbak. De harde dop gebruikt u 's nachts nog om het oog te beschermen.
Een dag na de operatie komt u terug voor een controle. Dit kan bij ons, maar ook bij uw eigen oogarts. Dat spreken we van tevoren af. Na ongeveer 2-3 weken heeft u nog een keer een afspraak voor controle op de polikliniek.
U krijgt oogdruppels en een druppelschema mee naar huis. Om goed en snel te genezen is het belangrijk dat u dit schema volgt. Houd er rekening mee dat u voor een langere periode, meerdere keren per dag moet druppelen. Lukt het niet om zelf te druppelen? Vraag dan van tevoren iemand om u hierbij te helpen. Bijvoorbeeld een familielid of de thuiszorg. U begint de dag na de operatie met het druppelschema.
Druppelschema glasvochtoperatie bij netvliesloslating
Druppelschema glasvochtoperatie samen met een staaroperatie
Klachten die vaak voorkomen zijn:
Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. Mogelijke complicaties zijn:
Bel ons na de operatie als:
Bellen kan van maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 16.30 uur met (050) 361 25 18. Bel buiten deze dagen en tijden naar het centrale nummer van het UMCG (050) 361 61 61. Vraag naar de oogarts die dienst heeft.
U kunt ook bellen naar het verpleegkundig spreekuur, van 9.00 tot 10.00 uur en van 13.30 tot 14.30 uur op het telefoonnummer (050) 361 25 03.
Klachten die vaak voorkomen zijn:
Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. Mogelijke complicaties zijn:
Bel ons na de operatie als:
Bellen kan van maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 16.30 uur met (050) 361 25 18. Bel buiten deze dagen en tijden naar het centrale nummer van het UMCG (050) 361 61 61. Vraag naar de oogarts die dienst heeft.
U kunt ook bellen naar het verpleegkundig spreekuur, van 9.00 tot 10.00 uur en van 13.30 tot 14.30 uur op het telefoonnummer (050) 361 25 03.
Na deze operatie moet u in de eerste week met een paar dingen rekening houden:
Door de operatie kan de vorm van het oog tijdelijk veranderen. Dat is vaak na 3 maanden over. Laat pas na deze periode uw ogen meten voor een nieuwe bril of lenzen. Vraag uw oogarts om advies.
U kunt polikliniek Oogheelkunde bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur.