Glasvochtoperatie: operatie bij problemen met het netvlies

Een glasvochtoperatie is een operatie waarbij we het glasvocht uit het oog halen. Hierdoor ontstaat er ruimte zodat we uw oogaandoening kunnen behandelen. Bijvoorbeeld een maculagat of maculapucker. Daarna vullen we het oog met een speciale vloeistof, gas of olie. De operatie heet ook wel een vitrectomie.

In het oog zit glasvocht. Dit is een soort gelei in een ballonnetje tussen uw lens en het netvlies. Het glasvocht zit op een paar plekken vast aan het netvlies. Als u ouder wordt, wordt de gelei zachter en zakt het ballonnetje in elkaar. Dit gebeurt bij iedereen. Soms krijgt u hierdoor problemen met uw zicht. Dan is een operatie nodig.

Tijdens een glasvochtoperatie vervangen we het glasvocht door een speciale vloeistof, gas of olie. Wat voor u het meest geschikt is, hangt af van uw klachten en oogaandoening. We bespreken dit van tevoren met u. Soms doen we tijdens de glasvochtoperatie ook een staaroperatie.

Wanneer een glasvochtoperatie?

Er zijn verschillende klachten of oogdoeningen waarvoor een glasvochtoperatie nodig kan zijn, zoals:

  • Maculagat of maculapucker: de macula (gele vlek) is de plek in het netvlies waarmee u scherp ziet. Dit is ook een van de plekken waaraan het ballonnetje met gelei vastzit. Als het ballonnetje inzakt ontstaat er soms een gaatje in de macula. Dit noemen we een maculagat. Hierdoor ziet u plotseling slechter. U heeft dan een wazige vlek in het midden van uw zicht. Er kan ook een laagje weefsel op de macula groeien. Dit noemen we een maculapucker. Het netvlies wordt dan rimpelig. U gaat hierdoor wazig zien en uw beeld is vervormd.
  • Netvliesloslating: het ballonnetje dat in elkaar zakt kan een scheurtje in het netvlies maken. Het glasvocht zit dan te stevig vast aan het netvlies. Dit noemen we een netvliesloslating.
  • Floaters: bij het verouderen van het glasvocht kunnen troebelingen ontstaan. Dit noemen we ook wel floaters of mouche volantes. Hierdoor heeft u vlekken of schaduwen in uw zicht. Meestal valt dit u na verloop van tijd niet meer op. Soms blijven de vlekken of schaduwen erg vervelend en is een operatie nodig.
  • Glasvochtbloeding: als het ballonnetje (het glasvocht) inzakt kan er een scheurtje in een bloedvat komen. Het bloeden stopt meestal snel. Het bloed dat achterblijft zorgt ervoor dat u wazig ziet. Ook ziektes als diabetes mellitus of trombose in het oog kunnen zorgen voor een glasvochtbloeding. Bij deze aandoeningen groeien er vaak extra bloedvaten in het oog. Deze bloedvaten zijn van slechte kwaliteit en bloeden sneller dan normaal.
  • Lens of kunstlens in de glasvochtruimte: soms kan uw lens of kunstlens in de glasvochtruimte komen. Bijvoorbeeld na een staaroperatie. Gelukkig komt dit niet vaak voor. Met een glasvochtoperatie verwijderen we de lens of kunstlens. We plaatsen dan een ander soort nieuwe kunstlens.
  • Onderzoek: als u een infectie of ontsteking in het oog heeft halen we soms wat glasvocht uit het oog. We onderzoeken dan het glasvocht om te kijken wat er aan de hand is. Dit gebeurt niet vaak.

De operatie stap voor stap

  1. U krijgt een afspraakbrief met daarin de datum van uw operatie. 1 a 2 dagen voor uw operatie heeft u een telefonische afspraak waarin we u laten weten hoe laat we u op de dag van de operatie verwachten.

    U heeft ook een gesprek met een verpleegkundige. U krijgt hiervoor een afspraakbrief. In de afspraakbrief staat of dit telefonisch is of dat u hiervoor naar de polikliniek komt. Tijdens het gesprek krijgt u vragen over uw gezondheid en uitleg over de operatie. Heeft u nog vragen, dan kunt u die op dat moment stellen.

    Meestal kan de operatie onder plaatselijke verdoving. Soms lukt dit niet. U gaat dan onder narcose. Dit is vooraf met u besproken. U heeft dan nog een afspraak bij de anesthesioloog. Hiervoor gaat u naar de Pre Operatieve Polikliniek Anesthesiologie (POPA).

    U mag geen make-up, gezichtscrème, nagellak en sieraden dragen op de dag van de operatie. Als u een gehoorapparaat heeft kunt u die het beste vlak voor de operatie uit uw oor halen.

    U kunt niet zelf autorijden na de operatie. Vraag van tevoren iemand die u na de operatie naar huis kan brengen.

  2. U gaat voor de operatie naar het Operatief Dagbehandelingscentrum ODBC of Triade. In de brief staat waar u moet zijn.

  3. U krijgt eerst nog een keer uitleg over de behandeling. U krijgt oogdruppels om de pupil groot te maken. Daarna verdoven we uw oog met een prik. Soms is het nodig dat u voor de operatie onder narcose gaat. Dit hebben we vooraf met u besproken.

    U gaat in een speciale operatiestoel liggen, die lijkt op een tandartsstoel. U krijgt een steriele doek over het hoofd met een gat bij het geopereerde oog. Deze doek ligt over een stang waarmee we frisse lucht onder de doek blazen. U krijgt een spreidertje tussen de oogleden. Zo kunt u niet met de ogen knipperen tijdens de operatie.

    De arts maakt 3 kleine openingen van minder dan 1 millimeter in het oogwit. We halen dan het glasvocht weg. Daarna doet de oogarts de behandeling die voor nu nodig is, bijvoorbeeld het verwijderen van de glasvochtbloeding.

    Aan het eind van de operatie vullen we het oog met een speciale vloeistof, lucht, gas of olie. Het soort vulling hangt af van de oogaandoening. Dit hebben we van tevoren met u besproken. Soms verandert dit tijdens de operatie nog. De 3 wondjes sluiten vanzelf. Of we maken ze dicht met kleine oplosbare hechtingen.

    Hoe lang de operatie duurt, verschilt per patiënt. Dit hangt af van de reden voor de operatie en hoe de operatie verloopt.

  4. Na de operatie gaat u naar de nazorgruimte, waar u even kunt bijkomen. Daarna kunt u weer naar huis. Soms is het nodig dat u nog een nacht in het ziekenhuis blijft. Dit hebben wij vooraf met u besproken.

    U krijgt oogdruppels mee naar huis. Ook geven wij u uitleg over de leefregels na de operatie.

    Op het geopereerde oog heeft u (meestal) een gaasje en een harde dop. Dit laat u zitten tot de volgende ochtend, dan mag u het er af halen. Het gaasje gooit u weg, de harde dop bewaard u. Deze moet u s’ nachts op voor de bescherming van uw oog.

    Soms krijgt u van ons een houdingsadvies voor de eerste 3 tot 5 dagen na de operatie. We noemen dit de treur- of leeshouding. Bij de treurhouding moet u na de operatie zoveel mogelijk voorover zitten en naar uw voeten kijken. U kunt ook met uw voorhoofd steunen op een kussen op een tafel. Bij de leeshouding kunt u bijvoorbeeld een boek lezen. Wissel de houdingen af, zodat uw nek en rugspieren niet pijn gaan doen. U hoeft niet de hele dag in de houding te zitten. 3 keer 2 uur is voldoende. Zorg er wel voor dat u tijdens het slapen zoveel mogelijk op uw zij of buik ligt. Doe dit ongeveer 3 tot 5 dagen.

    Gas

    Houdt er rekening mee dat u met het geopereerde oog eerst niets ziet. U kijkt tegen de (zwarte) gasbel aan. Na een tijdje kunt u over de gasbel heen kijken. Langzaam wordt de gasbel kleiner. Sommige mensen zien dit als een halve maan. Het gas verdwijnt na ongeveer 2 tot 8 weken. Het oog maakt zelf weer vocht aan dat het gas vervangt.

    Olie

    Heeft u olie in uw oog gekregen, dan ziet u met dat oog alleen contouren en licht/donker. U kunt het vergelijken met het kijken door een fles olie. De olie verdwijnt niet vanzelf. Daarom komt u na 2 tot 3 maanden terug voor een tweede operatie.

    Vloeistof

    De vloeistof heeft geen invloed op uw zicht. Het oog maakt zelf weer eigen glasvocht aan dat de vloeistof vervangt.

  5. Een dag na de operatie komt u terug voor een controle. Dit kan bij ons, maar ook bij uw eigen oogarts. Dat spreken we van tevoren af. Na ongeveer 2 tot 3 weken heeft u nog een keer een afspraak voor controle op de polikliniek.

Druppelschema

U krijgt oogdruppels en een druppelschema mee naar huis. Om goed en snel te genezen is het belangrijk dat u dit schema volgt. Houd er rekening mee dat u voor een langere periode, meerdere keren per dag moet druppelen. Lukt het niet om zelf te druppelen? Vraag dan van tevoren iemand om u hierbij te helpen. Bijvoorbeeld een familielid of de thuiszorg. U begint de dag na de operatie met het druppelschema.

Druppelschema glasvochtoperatie bij maculapucker of maculagat
Druppelschema glasvochtoperatie bij netvliesloslating
Druppelschema glasvochtoperatie samen met een staaroperatie
Druppelschema glasvochtoperatie bij lensresten na staaroperatie
Druppelschema glasvochtoperatie bij overige redenen

  • Klachten die vaak voorkomen zijn:

    • minder goed zien: heeft u gas in uw oog dan kijkt u tegen een zwarte gasbel aan. Het gas verdwijnt na ongeveer 2 tot 8 weken. Uw oog maakt zelf weer vocht aan dat het gas vervangt. Heeft u olie in uw oog, dan lijkt het alsof u door een fles met olie kijkt.
    • irritatie van het oog: hechtingen kunnen de eerste week zorgen voor irritatie. De hechtingen lossen vanzelf op.
    • een gevoelig, rood of gezwollen oog: dit verdwijnt meestal snel.
    • last van fel licht: dit gaat vanzelf weer over.

    Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. Complicaties die voorkomen zijn:

    • een bloeding: hierdoor ziet u plotseling wazig. Dit verdwijnt meestal vanzelf. Soms moeten we u nog een keer opereren.
    • hoge oogdruk: dit kan direct (1 dag) als later (2 weken) ontstaan. U krijgt hiervoor extra oogdruppels.
    • uw netvlies trekt opnieuw los: er is dan weer een operatie nodig. Dit gebeurt bij 1 op de 10 operaties.
    • een infectie: dit kan ernstige gevolgen hebben. Gelukkig komt dit niet vaak voor.

    Wanneer bellen?

    Bel ons na de operatie als:

    • u erge pijn heeft en een paracetamol niet helpt
    • u steeds slechter, waziger of voor een deel niet meer goed ziet
    • het oog steeds roder wordt
    • u flink misselijk wordt
    • u enorme hoofdpijn krijgt

    Bellen kan van maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 16.30 uur met  (050) 361 25 18. Bel buiten deze dagen en tijden naar het centrale nummer van het UMCG  (050) 361 61 61. Vraag naar de oogarts die dienst heeft.

    U kunt ook bellen naar het verpleegkundig spreekuur, van 9.00 tot 10.00 uur en van 13.30 tot 14.30 uur op het telefoonnummer (050) 361 25 03.

  • Na een glasvochtoperatie moet u de eerste week na de operatie met een paar dingen rekening houden:

    • bescherm uw oog door het 's nachts af te plakken met de harde dop
    • bescherm overdag uw oog door een bril te dragen
    • u kunt beter geen contactlenzen gebruiken na de operatie
    • wrijf niet in het oog
    • u mag niet bukken of tillen
    • ga niet zwemmen, sporten of naar de sauna
    • gebruik geen make-up
    • u kunt beter niet autorijden en fietsen, overleg met uw oogarts wanneer dit weer kan
    • u kunt wel tv kijken, lezen, op de computer werken en douchen

Bijwerkingen en risico's

Klachten die vaak voorkomen zijn:

  • minder goed zien: heeft u gas in uw oog dan kijkt u tegen een zwarte gasbel aan. Het gas verdwijnt na ongeveer 2 tot 8 weken. Uw oog maakt zelf weer vocht aan dat het gas vervangt. Heeft u olie in uw oog, dan lijkt het alsof u door een fles met olie kijkt.
  • irritatie van het oog: hechtingen kunnen de eerste week zorgen voor irritatie. De hechtingen lossen vanzelf op.
  • een gevoelig, rood of gezwollen oog: dit verdwijnt meestal snel.
  • last van fel licht: dit gaat vanzelf weer over.

Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. Complicaties die voorkomen zijn:

  • een bloeding: hierdoor ziet u plotseling wazig. Dit verdwijnt meestal vanzelf. Soms moeten we u nog een keer opereren.
  • hoge oogdruk: dit kan direct (1 dag) als later (2 weken) ontstaan. U krijgt hiervoor extra oogdruppels.
  • uw netvlies trekt opnieuw los: er is dan weer een operatie nodig. Dit gebeurt bij 1 op de 10 operaties.
  • een infectie: dit kan ernstige gevolgen hebben. Gelukkig komt dit niet vaak voor.

Wanneer bellen?

Bel ons na de operatie als:

  • u erge pijn heeft en een paracetamol niet helpt
  • u steeds slechter, waziger of voor een deel niet meer goed ziet
  • het oog steeds roder wordt
  • u flink misselijk wordt
  • u enorme hoofdpijn krijgt

Bellen kan van maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 16.30 uur met  (050) 361 25 18. Bel buiten deze dagen en tijden naar het centrale nummer van het UMCG  (050) 361 61 61. Vraag naar de oogarts die dienst heeft.

U kunt ook bellen naar het verpleegkundig spreekuur, van 9.00 tot 10.00 uur en van 13.30 tot 14.30 uur op het telefoonnummer (050) 361 25 03.

Leefregels

Na een glasvochtoperatie moet u de eerste week na de operatie met een paar dingen rekening houden:

  • bescherm uw oog door het 's nachts af te plakken met de harde dop
  • bescherm overdag uw oog door een bril te dragen
  • u kunt beter geen contactlenzen gebruiken na de operatie
  • wrijf niet in het oog
  • u mag niet bukken of tillen
  • ga niet zwemmen, sporten of naar de sauna
  • gebruik geen make-up
  • u kunt beter niet autorijden en fietsen, overleg met uw oogarts wanneer dit weer kan
  • u kunt wel tv kijken, lezen, op de computer werken en douchen
Video bekijken Scannen

Heeft u nog vragen?

U kunt polikliniek Oogheelkunde bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur.

Heeft deze informatie je geholpen?