Een laserbehandeling is mogelijk bij verschillende oogproblemen. Met deze behandeling kunnen we het zicht beter maken. Of het steeds slechter worden van het zicht afremmen.
Een laser is een soort lamp. Het geeft een heel dunne en felle lichtstraal. Met een microscoop richten we deze lichtstraal op een plekje in het oog. Zo maken we een klein brandplekje in het oog. De laserstralen hebben niets te maken met röntgenstralen of radioactiviteit. Er zijn verschillende soorten lasers, die in sterkte en kleur verschillen. Het hangt van de oogaandoening af, welke laser we gebruiken. Uw arts bespreekt dit met u.
Er zijn verschillende redenen waarom we een laserbehandeling doen:
U krijgt een afspraakbrief met daarin de datum en tijdstip van uw onderzoek op de polikliniek. Soms heeft u ook nog een afspraak bij de oogarts.
Direct na de behandeling ziet u vaak minder scherp door de laserlichtflitsen en de druppels die u heeft gehad. U kunt daarom niet zelf naar huis rijden na de behandeling. Vraag van tevoren iemand die u thuis kan brengen.
Voor deze behandeling gaat u naar polikliniek Oogheelkunde.
U krijgt eerst uitleg over de behandeling. Daarna krijgt u druppels in het oog. Die zorgen ervoor dat de pupil groter of kleiner wordt. Dit hangt af van welke laserbehandeling we doen. Ook krijgt u druppels om uw oog te verdoven. Door de druppels gaat u wazig zien. Het inwerken van de druppels duurt ongeveer 20 minuten. Daarna begint de behandeling.
We verdoven het oog met een oogdruppel. Bij sommige behandelingen krijgt u een plaatselijke verdoving. U krijgt dan een prik naast uw oog. Dit is van tevoren met u besproken.
U zit op een behandelstoel voor een apparaat. Dit lijkt op de spleetlamp waarmee we uw oog hebben onderzocht. Nu zit er ook een laser in het apparaat. U legt uw kin op een steun en kijkt in het laserapparaat. De oogarts zet een glazen contactlensje met gel op uw oog en houdt deze vast tijdens de behandeling. We richten de laserstralen via de lens op het te behandelen gedeelte van uw oog.
Meestal voelt u de laserstralen niet. Soms kan het gevoelig zijn. Het licht is wel heel fel en kan vervelend zijn.
Na de behandeling ziet u slechter. Dit komt door de oogdruppels, gel en het felle licht. Dit kan minuten tot uren duren. Soms krijgt u een extra oogdruppel. Of moet u thuis oogdruppels gebruiken. Dit hangt af van welke laserbehandeling u heeft gehad. De arts bespreekt dit met u.
U krijgt oogzalf en oogverband op uw oog, als we uw oog met een prik hebben verdoofd. Dit is om uw oog rust te geven. Het oogverband mag u 6 uur na de behandeling eraf halen.
Als u een behandeling krijgt voor een te hoge oogdruk of als voorbereiding op een hoornvliestransplantatie, dan meten we uw oogdruk 1 uur na de behandeling nog een keer.
Het hangt van de behandeling af wanneer u terug komt voor controle. En hoe vaak.
Soms krijgt oogdruppels en een druppelschema mee naar huis. Om goed en snel te genezen is het belangrijk dat u dit schema volgt. Houd er rekening mee dat u soms voor een langere periode, meerdere keren per dag moet druppelen. Lukt het niet om zelf te druppelen? Vraag dan van tevoren iemand om u hierbij te helpen. Bijvoorbeeld een familielid of de thuiszorg. U begint de dag na de operatie met het druppelschema.
Klachten die vaak voorkomen zijn:
Bel ons na de behandeling als:
Bellen kan van maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 16.30 uur met (050) 361 25 18. Bel buiten deze dagen en tijden naar het centrale nummer van het UMCG (050) 361 61 61. Vraag naar de oogarts die dienst heeft.
U kunt ook bellen naar het verpleegkundig spreekuur, van 9.00 tot 10.00 uur en van 13.30 tot 14.30 uur op het telefoonnummer (050) 361 25 03.
U kunt polikliniek Oogheelkunde bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur.