Brachytherapie: inwendige bestraling van een tumor

Bij deze vorm van bestraling, krijgt u bestraling van binnenuit. Hiervoor brengen we een radioactieve bron in uw lichaam, in of dichtbij de tumor. Inwendige bestraling heet ook wel brachytherapie.

Voor de inwendige bestraling gebruiken we een 'applicator’. Dit is een soort buisje dat u voor een bestraling in uw lichaam krijgt. Soms gebruiken we ook wel meer buisjes voor een bestraling.

Die applicator sluiten we met katheters, een soort slangetjes, aan op een bestralingsapparaat. Dit is een soort kluis voor de radioactieve bron waarmee we u gaan bestralen. Het bestralingsapparaat staat in een speciale bestralingsruimte waar geen straling uit kan.

De bestraling start nadat het bestralingsapparaat goed is ingesteld. De radioactieve bron gaat van het apparaat, door de applicator. De straling komt zo op de goede plek terecht. De straling is het hoogst in de buurt van de bron. Hoe verder weg, hoe minder straling. Zo komt er weinig straling op gezond weefsel. Na bestraling gaat de bron vanzelf terug in de ‘kluis’.

Wanneer inwendige bestraling?

We geven brachytherapie bij baarmoederhalskanker en bij baarmoederkanker. Bij darmkanker bestralen we u tijdens de operatie. Dit noemen we intra-operatieve brachytherapie.

De behandeling stap voor stap

  1. U krijgt een brief en informatie van ons. Hierin staat hoe u zich op de behandeling voorbereidt.

    Voordat de behandeling begint, maken we een bestralingsplan. Dit plan kan per persoon verschillen. We bepalen hoe groot de dosis straling moet zijn. De dosis bepaalt ook hoe lang de bestraling per keer duurt.

  2. U gaat voor inwendige bestraling naar de polikliniek Radiotherapie.

  3. Bij baarmoederkanker

    Bij een inwendige bestraling bij baarmoederkanker is de applicator een plastic staaf met een buisje erin. We bepalen vóór de eerste behandeling de juiste lengte en dikte. U gaat daarvoor op een behandeltafel liggen en trekt uw benen op. De arts plaatst de applicator in uw vagina. Dit lijkt op een inwendig onderzoek.

    Als de applicator goed zit, start de bestraling. Tijdens de bestraling blijft u even alleen in de ruimte. Vanuit de kamer naast de bestralingsruimte houden onze medewerkers u via camera’s goed in de gaten.

    Na iedere bestraling halen we de applicator weer weg.

    U komt 3 keer voor een bestraling naar het ziekenhuis. U mag na de bestraling direct weer naar huis. Na de bestraling blijft er geen straling achter in uw lichaam. U hoeft niet iets te doen of te laten.

    Bij baarmoederhalskanker

    Voor de inwendige bestraling bij baarmoederhalskanker gebruiken we een applicator die uit 3 delen bestaat. Deze plaatsen we in en tegen de baarmoederhals.

    U wordt de dag vóór de behandeling opgenomen in het ziekenhuis. We bereiden dan de behandeling voor. U krijgt bijvoorbeeld een laxeermiddel, zodat uw darmen zo leeg mogelijk zijn tijdens de behandeling. Omdat we de uitstekende delen van de applicator op uw huid vastplakken, scheren we uw schaamhaar. U krijgt een infuus en mag vanaf 24.00 uur niet meer eten en drinken.

    Op de dag van de behandeling, krijgt u via het infuus een narcosemiddel. Zo merkt u niks van het plaatsen van de applicator. U krijgt ook een katheter in uw blaas. Dit is een slangetje om uw plas af te voeren. Het slangetje gaat via de urinebuis in uw blaas.

    Zodra we de applicator en de katheter ingebracht hebben, vullen we uw vagina op met gaas. Zo blijft de applicator goed op zijn plek zitten. Soms brengen we via de applicator extra slangetjes in om de straling nog beter te kunnen verdelen.

    Het inbrengen van de applicator duurt ongeveer 30 minuten.

  4. U wordt wakker op de uitslaapkamer. Als u goed wakker bent, krijgt u een MRI-scan. Die gebruiken we om uw bestralingsplan te maken. Als het plan klaar is, wordt u bestraald. Dit is meestal in de loop van de middag. U blijft voor de bestraling in bed liggen en wordt naar de bestralingsruimte gebracht. Daar hoort u hoe lang de bestraling duurt.

    Na de bestraling gaat u terug naar de verpleegafdeling. De volgende dag krijgt u de 2e bestraling. Daarna halen we het gaas, de applicator en de blaaskatheter weg en kunt u naar huis.

    U blijft 2 keer 2 nachten in het ziekenhuis. Per ziekenhuisopname wordt u 2 keer bestraald. Tussen de 2 opnames zit ongeveer 1 week. Tijdens de 2e opname plaatsen we de applicator opnieuw.

  5. Ongeveer 4 weken na de laatste inwendige bestraling heeft u een afspraak voor controle. Na de bestraling komt u 5 jaar lang terug voor controles. De ene keer bij de radiotherapeut, de andere keer bij de gynaecoloog.

Bijwerkingen

Plassen kan de eerste dagen na de inwendige bestraling pijn doen. Uw vagina kan geïrriteerd zijn en daardoor jeuken of vloeien. Dit is normaal en gaat meestal binnen 2 weken over.

Bijwerkingen voorkomen

U hoort hoe u tampons met vaseline kunt gebruiken. Dit is om te voorkomen dat uw vaginawanden aan elkaar gaan kleven.

Zorg voor balans in je dagelijks leven

De keuzes die je maakt in je dagelijks leven hebben invloed op je gezondheid en je gevoel van welbevinden. Als je gezond bent maar ook als je ziek bent of aan het herstellen bent. Bekijk wat je zelf kunt doen op het gebied van leefstijl. Of ga eens langs bij onze leefstijladviseurs. Zij denken graag met je mee.

Heeft u nog vragen?

U kunt polikliniek Radiotherapie bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur. U kunt ook een e-mail sturen.