Bij baarmoederkanker
Bij een inwendige bestraling bij baarmoederkanker is de applicator een plastic staaf met een buisje erin. We bepalen vóór de eerste behandeling de juiste lengte en dikte. U gaat daarvoor op een behandeltafel liggen en trekt uw benen op. De arts plaatst de applicator in uw vagina. Dit lijkt op een inwendig onderzoek.
Als de applicator goed zit, start de bestraling. Tijdens de bestraling blijft u even alleen in de ruimte. Vanuit de kamer naast de bestralingsruimte houden onze medewerkers u via camera’s goed in de gaten.
Na iedere bestraling halen we de applicator weer weg.
U komt 3 keer voor een bestraling naar het ziekenhuis. U mag na de bestraling direct weer naar huis. Na de bestraling blijft er geen straling achter in uw lichaam. U hoeft niet iets te doen of te laten.
Bij baarmoederhalskanker
Voor de inwendige bestraling bij baarmoederhalskanker gebruiken we een applicator die uit 3 delen bestaat. Deze plaatsen we in en tegen de baarmoederhals.
U wordt de dag vóór de behandeling opgenomen in het ziekenhuis. We bereiden dan de behandeling voor. U krijgt bijvoorbeeld een laxeermiddel, zodat uw darmen zo leeg mogelijk zijn tijdens de behandeling. Omdat we de uitstekende delen van de applicator op uw huid vastplakken, scheren we uw schaamhaar. U krijgt een infuus en mag vanaf 24.00 uur niet meer eten en drinken.
Op de dag van de behandeling, krijgt u via het infuus een narcosemiddel. Zo merkt u niks van het plaatsen van de applicator. U krijgt ook een katheter in uw blaas. Dit is een slangetje om uw plas af te voeren. Het slangetje gaat via de urinebuis in uw blaas.
Zodra we de applicator en de katheter ingebracht hebben, vullen we uw vagina op met gaas. Zo blijft de applicator goed op zijn plek zitten. Soms brengen we via de applicator extra slangetjes in om de straling nog beter te kunnen verdelen.
Het inbrengen van de applicator duurt ongeveer 30 minuten.