Als cellen in de hypofyse zich ongecontroleerd gaan delen, kan er een tumor ontstaan. Een tumor in de hypofyse is bijna altijd goedaardig. Zo’n goedaardige hypofysetumor heet een adenoom. Als een hypofysetumor groeit en op de weefsels er omheen drukt of de aanmaak van hormonen verstoort, kan dit zorgen voor klachten en ziektes.
Werking hypofyse
De hypofyse is een klier onderaan de hersenen, ongeveer zo groot als een bruine boon. Dit kleine orgaan heeft een belangrijke rol bij de groei en ontwikkeling, de stofwisseling en de voortplanting. De hypofyse maakt verschillende hormonen:
- thyroidstimulerend hormoon (TSH)
- adrenocorticotroop hormoon (ACTH)
- groeihormoon (GH)
- luteïniserend hormoon (LH)
- follikelstimulerend hormoon (FSH)
- prolactine (PRL)
- antidiuretisch hormoon (ADH)
- oxytocine
Deze hormonen gaan via het bloed door het hele lichaam. Ze zorgen ervoor dat organen zoals de schildklier, de bijnieren en de geslachtsklieren goed werken. Zo regelt de hypofyse allerlei belangrijke processen in ons lichaam.
Soorten hypofysetumoren
Er zijn 2 soorten hypofysetumoren: tumoren die wél hormonen maken en tumoren die géén hormonen maken. Ongeveer een derde van de hypofysetumoren maakt geen hormonen. Zo’n tumor heet een niet-functionerende hypofysetumor.
Ongeveer twee derde van de hypofysetumoren, dus het grootste deel, maakt wel hormonen. Zo’n tumor heet een functionerende hypofysetumor. Functionerende hypofysetumoren kunnen verschillende hormonen maken:
- een hypofysetumor die te veel groeihormoon maakt, kan de ziekte acromegalie veroorzaken
- een hypofysetumor die te veel van het hormoon ATCH maakt, kan leiden tot de ziekte van Cushing
- een hypofysetumor die te veel van het hormoon prolactine maakt, noemen we een prolactinoom
Erfelijkheid en hypofysetumoren
Een hypofysetumor kan erfelijk zijn, maar dit komt heel weinig voor. Als we vermoeden dat erfelijkheid een rol kan spelen, kunnen we bloedonderzoek doen.