Goniotomie: een operatie aan het oog bij te hoge oogdruk

Als het vocht in je oog niet goed wordt afgevoerd, kun je last krijgen van een te hoge oogdruk. Met een operatie zorgen we ervoor dat de afvoer van vocht weer werkt. De operatie heet ook wel goniotomie.

Elk oog maakt vocht aan en voert dat ook weer af. Soms gaat het afvoeren van vocht niet goed. Hierdoor kan een te hoge oogdruk ontstaan. Als deze druk te hoog wordt, raakt de oogzenuw beschadigd. Hierdoor ga je minder goed zien. Een beschadiging aan de oogzenuw heet ook wel een glaucoom. De schade van glaucoom is blijvend.

Goniotomie is een mogelijke behandelingen om de oogdruk omlaag te brengen. We doen de operatie bij aangeboren glaucoom of soms bij uveïtis en/of steroïdglaucoom.

Goniotomie bij aangeboren glaucoom

Bij pasgeboren kinderen is de kamerhoek van het oog vaak niet goed ontwikkeld. De kamerhoek is de ruimte tussen de iris en het hoornvlies. Hier zit ook het afvoersysteem van het oog, het trabekelsysteem. Soms zit voor het afvoersysteem een soort vliesje. Of zit het afvoersysteem aan elkaar vastgekleefd. Het oogvocht kan hierdoor het oog niet uit. Met een mesje maken wij een sneetje in het vliesje of het afvoersysteem. Zo kan het oogvocht weer uit het oog en daalt de oogdruk

Goniotomie bij uveïtis en/of steroïdglaucoom

Soms doen we een goniotomie bij jongeren waarvan de oogdruk stijgt door een oogontsteking (uveïtis). Het afvoersysteem is dan verstopt. Dit komt door de ontsteking of door de oogdruppels tegen de oogontsteking. Met de goniotomie operatie maken we het afvoersysteem weer open.

De behandeling stap voor stap

  1. Je krijgt een afspraakbrief met daarin de datum van jouw operatie. 1 a 2 dagen voor jouw operatie heb je een telefonische afspraak waarin we je laten weten hoe laat we je op de dag van de operatie verwachten.

    Je hebt ook een gesprek met een verpleegkundige. Je krijgt hiervoor een afspraakbrief. In de afspraakbrief staat of we je bellen of dat je hiervoor naar de polikliniek komt. Tijdens het gesprek krijg je vragen over jouw gezondheid en uitleg over de operatie. Heb je nog vragen, dan kun je die op dat moment stellen.

    Voor de operatie ga je onder narcose. Je hebt daarom nog een afspraak met de anesthesioloog. Hiervoor ga je naar de Pre Operatieve Polikliniek Anesthesiologie (POPA).

    Je mag geen make-up, gezichtscrème, nagellak en sieraden dragen op de dag van de operatie. Als je een gehoorapparaat hebt kun je die het beste vlak voor de operatie uit het oor halen.

  2. Je gaat voor de operatie naar het Operatief Dagbehandelingscentrum (ODBC).

  3. Je krijgt eerst nog uitleg over de operatie. Daarna ga je onder narcose. Bij jong volwassenen kan de operatie soms onder plaatselijke verdoving. Dit is vooraf met je besproken.

    We dekken de huid rond je oog af. Je krijgt een spreider tussen de oogleden. Zo kun je niet met de ogen knipperen tijdens de behandeling.

    Met een mesje maken wij een hele kleine opening aan de rand van het hoornvlies. Wij vullen de voorste ruimte van het oog met een vloeistof. Daarna maken we een klein sneetje in het vliesje of het afvoersysteem. Hierdoor is het afvoersysteem weer bereikbaar. Het oogvocht kan nu beter uit het oog, waardoor de oogdruk daalt. We hechten daarna de snee in het hoornvlies.

  4. Na de operatie ga je eerst naar de uitslaapkamer (recovery). Daarna ga je naar de nazorgruimte. Als je weer wat gegeten en gedronken heeft, kun je naar huis. Soms is het nodig dat je een nacht blijft. Dit doen we altijd bij te vroeg geboren baby’s en bij baby’s die jonger zijn dan 3 maanden. 

    Je krijgt uitleg over de leefregels voor de periode na de operatie en je krijgt oogdruppels mee.

    Je hebt op het geopereerde oog een beschermkapje met een verband. Je mag het verband de dag (ochtend) na de operatie er afhalen. Je start dan met de oogdruppels. Het beschermkapje bewaar je.

    In het oog kan een luchtbel te zien zijn, en soms wat bloed. Dat is normaal. Als je pijn hebt mag je paracetamol nemen.

  5. Na goniotomie bij aangeboren glaucoom

    Een dag na de operatie kom je terug voor controle. Na ongeveer 1 week heb je nog een controle op de polikliniek. We plannen dan ook een afspraak voor een onderzoek onder narcose. Dit is meestal 4 weken na de 1e operatie. We verwijderen dan de hechtingen. En kijken of de oogdruk is verlaagd. Soms lukt het niet om met 1 operatie de oogdruk te verlagen. We doen dan tijdens het onderzoek gelijk een tweede operatie.

    Als de oogdruk na 2 operaties nog niet verlaagd is, dan is een glaucoomimplantaat een mogelijke behandeling.

    Na goniotomie bij uveïtis en/of steroïdglaucoom

    Een dag na de operatie kom je terug voor controle. Na ongeveer 1 week heb je nog een controle op de polikliniek. Als je niet-oplosbare hechtingen hebt (meestal bij jong volwassenen) verwijderen we die tijdens de controle. 
     

Druppelschema

Je krijgt oogdruppels en een druppelschema mee naar huis. Om goed en snel te genezen is het belangrijk dat je dit schema volgt. Houd er rekening mee dat je voor een langere periode, meerdere keren per dag moet druppelen. Lukt het niet om zelf te druppelen? Vraag dan van tevoren iemand om je hierbij te helpen. Bijvoorbeeld een familielid. Je begint de dag na de operatie met het druppelschema.

Druppelschema na een goniotomie bij aangeboren glaucoom
Druppelschema na een goniotomie bij uveïtis en/of steroïdglaucoom

  • Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. Mogelijke complicaties zijn:

    • een wit plekje op het hoornvlies (ontstoken hechting)
    • bij kinderen jonger dan 10 jaar kan een lui oog ontstaan. Daarom is er ook een controle door een orthoptist.
    • infectie binnen het oog: dit komt weinig voor

    Wanneer bellen?

    Bel ons na de operatie als:

    • je erge pijn heeft en een paracetamol niet helpt
    • je steeds slechter, waziger of voor een deel niet meer goed ziet
    • het oog steeds roder wordt
    • je flink misselijk wordt
    • je enorme hoofdpijn krijgt

    Bellen kan van maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 16.30 uur met (050) 361 25 18. Bel buiten deze dagen en tijden naar het centrale nummer van het UMCG (050) 361 61 61. Vraag naar de oogarts die dienst heeft.

    Je kunt ook bellen naar het verpleegkundig spreekuur, van 9.00 tot 10.00 uur en van 13.30 tot 14.30 uur op het telefoonnummer (050) 361 25 03.

Bijwerkingen en risico's

Bij elke operatie kunnen er achteraf problemen zijn. Ook als de operatie zelf goed is gegaan. Deze problemen noemen we complicaties. Mogelijke complicaties zijn:

  • een wit plekje op het hoornvlies (ontstoken hechting)
  • bij kinderen jonger dan 10 jaar kan een lui oog ontstaan. Daarom is er ook een controle door een orthoptist.
  • infectie binnen het oog: dit komt weinig voor

Wanneer bellen?

Bel ons na de operatie als:

  • je erge pijn heeft en een paracetamol niet helpt
  • je steeds slechter, waziger of voor een deel niet meer goed ziet
  • het oog steeds roder wordt
  • je flink misselijk wordt
  • je enorme hoofdpijn krijgt

Bellen kan van maandag tot en met vrijdag tussen 8.00 en 16.30 uur met (050) 361 25 18. Bel buiten deze dagen en tijden naar het centrale nummer van het UMCG (050) 361 61 61. Vraag naar de oogarts die dienst heeft.

Je kunt ook bellen naar het verpleegkundig spreekuur, van 9.00 tot 10.00 uur en van 13.30 tot 14.30 uur op het telefoonnummer (050) 361 25 03.

Leefregels

Na deze operatie moet je met een paar dingen rekening houden:

  • bescherm ’s nachts het oog door het af te plakken met de harde dop
  • bescherm overdag het oog door het dragen van een bril
  • je kunt je gewoon wassen of in bad gaan. Zorg er wel voor dat er geen water in het oog komt
  • je kunt beter niet autorijden en fietsen, overleg met de oogarts wanneer dit weer kan
Video bekijken Scannen

Heb je nog vragen?

Je kunt polikliniek Oogheelkunde bellen van maandag tot en met vrijdag, tussen 8.00 en 16.30 uur.

Heeft deze informatie je geholpen?