Op de afdeling krijgt u meer uitleg over het onderzoek en behandeling. Ook vertellen we u hoe laat het onderzoek is. Op de afdeling krijgt u verdere uitleg over het onderzoek en eventuele behandeling. Ook vertellen we u hoe laat het onderzoek gaat plaatsvinden.
Voor het onderzoek krijgt u een infuus op de arm of op de rug van de hand. U krijgt medicijnen om te voorkomen dat er bloedklontjes ontstaan op of in de katheter. De cardioloog bekijkt of we de FFR/RFR- meting via de lies of de pols doen. Daarna brengen we u naar de katheterisatiekamer, een soort operatiekamer.
Eerst verdoven we de huid op de plek waar de katheter in de slagader gaat. Een katheter is een dun, soepel slangetje, buisje of draadje. De cardioloog brengt de katheter naar de kransslagaders van het hart. Aan de katheter zit een instrumentje die de doorbloeding in 1 van uw kransslagader(s) precies kan meten. De cardioloog meet hoe het bloed stroomt voor en na de vernauwing.
Bij een FFR-meting spuit de cardioloog de adenosine in via de katheter tijdens de meting. Het medicijn kan er voor zorgen dat uw hart sneller gaat kloppen. Of dat u bijvoorbeeld een onrustig gevoel krijgt of druk of pijn op de borst voelt. Deze klachten stoppen snel wanneer we stoppen met het geven van het medicijn voor de FFR-meting.
De FFR/RFR-meting duurt ongeveer 30 minuten tot 1 uur.
Als dotteren voor u de beste behandeling is, dan doen we die meestal meteen na het onderzoek. Een dotterbehandeling duurt ongeveer 1 uur.