Met deze studie onderzoeken we of de activiteit van hulpcellen uit eiblaasjes ons informatie geven over de gezondheid van de eicel. Vrije zuurstof radicalen hebben waarschijnlijk invloed op de activiteit van de hulpcellen. Dit zijn instabiele stofjes die snel kunnen reageren met andere stofjes in ons lichaam.
Eicellen groeien in de eierstokken in eiblaasjes met vocht. Een eiblaasje bestaat uit een laagje cellen waar de eicel inzit. Bij een eicelpunctie zuigen we vocht uit de eiblaasjes. Dit gaat naar het IVF laboratorium. Daar halen we de eicellen uit het vocht.
Behalve eicellen, zitten in dit vocht ook cellen van de wand van het eiblaasje en hulpcellen van de eicel. De eicellen gebruiken we voor de ICSI behandeling en de andere cellen gooien we normaal gesproken weg. Dit noemen we restmateriaal.
In dit onderzoek willen we deze restcellen gebruiken om te kijken naar de gezondheid van de eicel. In dierstudies is namelijk gezien dat vrije zuurstof radicalen in de eiblaascellen hulpcellen inactief kunnen maken. We willen onderzoeken of dit ook het geval is bij mensen. Zo kunnen we meer leren over de vrouwelijke vruchtbaarheid.
We hopen dat we in de toekomst een behandeling kunnen ontwikkelen die zorgt voor minder vrije zuurstof radicalen. Als dat lukt, kunnen we hopelijk de kwaliteit van de eicellen verbeteren.
GranOx studie staat voor: “The association between oxidative stress and human granulosa cell senescence “. In het Nederlands: Het meten van vrije zuurstof radicalen en vergelijken met granulosa cell inactiviteit.
Ben je een vrouw tussen de 18-35 jaar, heb je een normale en regelmatige menstruatie en krijg je binnenkort een ICSI behandeling? Dan kunnen we je vragen mee te doen aan de GranOx studie. Je kunt niet meedoen als je het volgende hebt:
Voor dit onderzoek hoef je niet extra naar het ziekenhuis te komen of extra echo’s te krijgen. Ook is er geen verandering in de kans op een zwangerschap.
Normaal gooien we het restmateriaal van de punctie weg. Als je meedoet aan het onderzoek bewaren we dit. We verzamelen geen informatie over jou of je partner. Dit heet ook wel 'anoniem gebruik van restmateriaal'. Niemand kan weten dat het restmateriaal van jou is.
Het UMCG doet dit onderzoek samen met onder andere de afdeling Biomedische Technologie van de Rijksuniversiteit Groningen en het laboratorium voor kindergeneeskunde.
Wil je meedoen of heb je nog vragen? Bespreek dit met je behandelaar op de polikliniek of bel naar secretariaat van het centrum van Voortplantingsgeneeskunde.