Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer. We controleren uw bloeddruk, hartslag en temperatuur. Ook krijgt u medicijnen tegen de pijn. Als u goed wakker bent, brengen we u naar de verpleegafdeling. U kunt voorzichtig beginnen met drinken en eten als u niet misselijk bent.
Na de operatie moet de canule een poosje blijven zitten. In elk geval tot u weer goed kunt ademen en slikken. Als u weer goed kunt ademen en slikken, halen we de canule weg en plakken we de opening in uw hals af. De opening groeit dan meestal vanzelf weer dicht. Als dit niet gebeurt krijgt u een kleine operatie om de opening te hechten.
Nog niet praten
De eerste dagen na de operatie kunt u niet praten, omdat lucht alleen via de canule en niet via de mond weg kan. U kunt de dingen die u wilt zeggen of vragen opschrijven voordat u bezoek krijgt. Ook kunt u dingen duidelijk maken via oogcontact, met gebaren of via een laptop. Slikken gaat soms moeilijker met een canule, maar u kunt eten en drinken.
Na 2-4 dagen kunt u een andere canule zonder cuff krijgen, waarmee u kunt praten. Uw arts beoordeelt of dit kan zonder dat uw ademhaling en slikken in gevaar komen. Als u slikproblemen heeft, houdt u de canule met cuff langer.
Ademen via een canule
De lucht die u inademt via de canule wordt niet meer voorverwarmd, schoongemaakt en bevochtigd door uw neus. Door te 'druppelen' met een zoutoplossing en een filter te dragen gaat het ademen makkelijker. Na een paar dagen bent u hieraan gewend.
Canule verzorgen
U kunt naar huis als u de canule zelf kunt verzorgen. Deze moet goed schoon blijven. Hoe u dat doet, leert u van de verpleegkundige. Alle informatie hierover krijgt u ook mee naar huis. En u krijgt hulp via thuiszorg. We bespreken ook of er iemand in uw omgeving is die u kan helpen. Dit kan bijvoorbeeld uw partner, een familielid of een wijkverpleegkundige zijn.