Sepsis moeten we zo snel mogelijk behandelen. Soms starten we meteen, ook als we nog niet zeker weten of u sepsis heeft. Of waarom u sepsis heeft.
De behandeling van sepsis hangt af van de ziekteverwekker en hoe ziek u bent. Doel van de behandeling is de infectie tegenhouden en de werking van de organen ondersteunen.
Mogelijke behandelingen bij sepsis
Infectie tegengaan
De behandeling van sepsis hangt af van de ziekteverwekker. Als de ziekteverwekker een bacterie is, krijgt u meteen antibiotica. Komt de infectie door een virus, schimmel of parasiet, dan krijgt u een andere behandeling.
Als u een abces heeft of een ontstoken infuus, proberen we de ziekteverwekker uit uw lichaam te halen. Dat kan bijvoorbeeld door pus weg te laten lopen of door het infuus te verwijderen.
Werking van de organen ondersteunen
Door sepsis werken de organen minder goed. Soms moeten we organen dan een tijdje ondersteunen. Dit doen we bijvoorbeeld door:
- zuurstof te geven aan de longen
- de nieren te ondersteunen met dialyse
- medicijnen te geven die het hart helpen bij het pompen
- medicijnen te geven om de bloeddruk te verhogen en zo te zorgen voor een betere doorbloeding
- vloeistof via een infuus te geven zodat de bloeddruk stijgt
Soms passen we de behandeling tussendoor aan. Dit hangt van van hoe uw lichaam op de behandeling reageert. Soms is het nodig om meer infuusvloeistof of zuurstof te geven. Of een andere antibiotica. Om dit te bepalen houden we u tijdens de behandeling goed in de gaten. We meten vaak uw hartslag, bloeddruk en temperatuur. We houden ook in de gaten of u goed bij bent en of u genoeg plast. Soms krijgt u daarom een urinekatheter. Dit is een slangetje in uw plasbuis. Door te meten hoeveel u plast, kunnen we snel zien of uw nieren nog goed werken.