Er zijn 2 huidafwijkingen die de kans op schaamlipkanker kunnen vergroten: lichen sclerosus van de vulva (LSV) en hooggradige squameuze intra-epitheliale lesie (HSIL).
De oorzaak van LSV is onbekend. Het ontstaat meestal bij vrouwen van 60 jaar en ouder. Je kunt de ziekte herkennen aan dunner of juist dikker wordende schaamlippen en een lichter wordende huid. dVIN is een voorstadium van schaamlipkanker en komt voor bij vrouwen met LSV. Ongeveer 5-10% van de vrouwen die worden behandeld voor LSV krijgen schaamlipkanker.
HSIL is een infectie met het Humaan Papilloma Virus (HPV). Dit virus komt veel voor, ongeveer 80% van de vrouwen krijgt in haar leven een HPV-infectie. Je kunt het krijgen door seksueel contact. Meestal ruimt het afweersysteem zo'n HPV-infectie binnen 1-2 jaar vanzelf weer op. Als dit niet gebeurt kan schaamlipkanker ontstaan. Roken vergroot de kans dat het afweersysteem het virus niet opruimt.
HSIL komt vooral voor bij vrouwen van 30-40 jaar. Je kunt het herkennen aan dikker wordende schaamlippen, een donker wordende huid en wratjes. Bij 20-30% van de vrouwen met schaamlipkanker heeft het ontstaat van de ziekte te maken met HSIL (HPV).