Iedereen heeft bij de geboorte een 'ductus arteriosus'. Deze ductus is een bloedvat dat de grote lichaamsslagader verbindt met de longslagader. De longen zorgen na de geboorte voor de opname van zuurstof.
Vóór de geboorte is deze taak voor de moederkoek en hebben we onze longen dus nog niet nodig. Tijdens de zwangerschap is de ductus de 'sluiproute'. Een belangrijk deel van het bloed dat door de rechterkamer de longslagader in wordt gepompt, stroomt zo naar het lichaam in plaats van naar de longen.
Omdat je na de geboorte de sluiproute niet meer nodig hebt, gaat deze vanzelf dicht. Vaak al in de eerste uren tot dagen na de geboorte. Maar soms gebeurt dat dus niet.
In de periode na de geboorte daalt de bloeddruk in de longen en wordt de bloeddruk in de longslagader lager dan de bloeddruk in de grote lichaamsslagader. Via een persisterende ductus stroomt het bloed daarom van de grote lichaamsslagader naar de longslagader.