De meeste nierstenen bestaan uit calcium (kalk) en kristallen van oxalaat- of urinezuur. Die kristalletjes ontstaan doordat in de urine te veel afvalstoffen zitten. Dat kan komen doordat u te weinig drinkt, te veel zweet, te veel eiwitten eet of een urineweginfectie heeft.
Meestal merken mensen niet dat ze nierstenen hebben. Maar als nierstenen naar beneden zakken kunnen ze vast komen te zitten in de urineleider. Dat merkt u door een vage, weinig opvallende pijn in uw onderrug (flanken). Die pijn wordt langzaam feller. En komt in steeds ergere aanvallen, meestal aan de zijkant van de buik. De pijn trekt vaak door naar de lies, het bovenbeen of de geslachtsorganen. Zo'aanval heet ook wel niersteenkoliek. Tijdens een niersteenaanval is iemand rusteloos en loopt vaak rond. Andere mogelijke klachten zijn misselijkheid, overgeven, zweten, bloed in de urine en vaker aandrang om te plassen.