U kunt hier uw voorkeuren instellen voor cookies voor sociale media en doelgerichte reclame. We plaatsen altijd functionele cookies en analytische cookies. Functionele cookies zijn nodig om de site goed te laten werken. Met analytische cookies verzamelen we anonieme gegevens over het gebruik van onze site. Met die gegevens kunnen we de site verder verbeteren zodat u makkelijker kunt vinden wat u zoekt.
Bij heupdysplasie is het heupgewricht niet goed gevormd. Het heet ook wel dysplastische heupontwikkeling (DHO) of 'developmental dysplasia of the hip' (DDH).
Het heupgewricht bestaat uit een heupkop en een heupkom. De heupkop is de kop van het bovenbeen. Die kop past mooi in het midden van de kom van de heup. Zo kun je je benen goed bewegen.
Wat is heupdysplasie?
Bij heupdysplasie is de heupkom onvoldoende ontwikkeld, de kom is niet diep genoeg. Hierdoor is de verhouding tussen de kom en de kop niet helemaal goed. De kop kan dan verschuiven en makkelijk uit de kom glijden.
Sommige kinderen hebben een heupsubluxatie. De heupkop is dan een beetje uit de kom gegleden. Bij een heupluxatie zit de heupkop helemaal niet meer in de heupkom.
Bron: Vereniging Afwijkende Heupontwikkeling
Om te voorkomen dat je op latere leeftijd veel last van slijtage in je heupgewricht krijgt, is het belangrijk om heupdysplasie op tijd te behandelen. Daarom wordt bij baby's direct na de geboorte en bij het consultatiebureau gecontroleerd of ze heupdysplasie hebben.
Heupdysplasie komt vaak voor, en dan iets vaker bij meisjes dan bij jongens. Ongeveer 20 van de 1000 baby's worden geboren met heupdysplasie. Ongeveer 1 op de 1000 kinderen met heupdysplasie heeft ook een heupluxatie.
Heupdysplasie komt vaker voor bij de linkerheup dan bij de rechterheup. Ongeveer 20% van de kinderen met heupdysplasie heeft het in beide heupen.
Heupdysplasie geeft op de babyleeftijd geen klachten. Na de geboorte en op het consultatiebureau controleren we kinderen daarom op zaken die kans op heupdysplasie vergroten. Als die er zijn, verwijst de arts op het consultatiebureau het kind naar het ziekenhuis voor een echografie.
Soms ontdekken we pas later dat iemand heupdysplasie heeft. Bijvoorbeeld omdat ouders zelf zien dat de beentjes van hun kind niet even lang zijn. Of dat hun kind bij het lopen wat waggelt of met 1 been trekt. Andere mogelijke klachten zijn:
een stijve heup
benen die niet goed kunnen spreiden
een holle rug
waggelend lopen
sneller struikelen of vallen
pijn in de lies en/of knie
Als we heupdysplasie niet behandelen, kunnen de volgende klachten ontstaan:
slijtage in andere gewrichten door verkeerde lichaamshouding
moeite met (op)staan en lopen
Ga bij deze klachten altijd voor de zekerheid naar je (huis)arts. Die kan je verwijzen naar Orthopedie als dat nodig is.
We weten niet precies wat de oorzaak is van heupdysplasie. We weten wel dat het vaak erfelijk is. Kinderen met familieleden met heupdysplasie hebben dus meer kans om het te krijgen. Andere oorzaken zijn:
een verkeerde ligging in de baarmoeder, bijvoorbeeld een stuitligging
weinig ruimte in de baarmoeder
een andere aangeboren aandoening zoals klompvoetjes, Downsyndroom, syndroom van Ehlers-Danlos of arthrogryposis, een open ruggetje (Spina bifida) of cerebrale parese.
Hoe vaak komt heupdysplasie voor?
Heupdysplasie komt vaak voor, en dan iets vaker bij meisjes dan bij jongens. Ongeveer 20 van de 1000 baby's worden geboren met heupdysplasie. Ongeveer 1 op de 1000 kinderen met heupdysplasie heeft ook een heupluxatie.
Heupdysplasie komt vaker voor bij de linkerheup dan bij de rechterheup. Ongeveer 20% van de kinderen met heupdysplasie heeft het in beide heupen.
Klachten en symptomen heupdysplasie
Heupdysplasie geeft op de babyleeftijd geen klachten. Na de geboorte en op het consultatiebureau controleren we kinderen daarom op zaken die kans op heupdysplasie vergroten. Als die er zijn, verwijst de arts op het consultatiebureau het kind naar het ziekenhuis voor een echografie.
Soms ontdekken we pas later dat iemand heupdysplasie heeft. Bijvoorbeeld omdat ouders zelf zien dat de beentjes van hun kind niet even lang zijn. Of dat hun kind bij het lopen wat waggelt of met 1 been trekt. Andere mogelijke klachten zijn:
een stijve heup
benen die niet goed kunnen spreiden
een holle rug
waggelend lopen
sneller struikelen of vallen
pijn in de lies en/of knie
Als we heupdysplasie niet behandelen, kunnen de volgende klachten ontstaan:
slijtage in andere gewrichten door verkeerde lichaamshouding
moeite met (op)staan en lopen
Ga bij deze klachten altijd voor de zekerheid naar je (huis)arts. Die kan je verwijzen naar Orthopedie als dat nodig is.
Oorzaak heupdysplasie
We weten niet precies wat de oorzaak is van heupdysplasie. We weten wel dat het vaak erfelijk is. Kinderen met familieleden met heupdysplasie hebben dus meer kans om het te krijgen. Andere oorzaken zijn:
een verkeerde ligging in de baarmoeder, bijvoorbeeld een stuitligging
weinig ruimte in de baarmoeder
een andere aangeboren aandoening zoals klompvoetjes, Downsyndroom, syndroom van Ehlers-Danlos of arthrogryposis, een open ruggetje (Spina bifida) of cerebrale parese.
Je kunt Orthopedie bellen via polikliniek Vorm en Beweging. Dat kan van maandag tot en met vrijdag, tussen 08.00 en 16.30 uur. Je kunt ook een e-mail sturen.