Genen en dragerschap
Bij dragerschap spelen genen een belangrijke rol. Genen bevatten de informatie voor alle erfelijke eigenschappen. Een kind krijgt 2 kopieën van elk gen, 1 van de vader en 1 van de moeder. Bij ongeveer 1 op de 150 paren is zowel de man als de vrouw drager van dezelfde erfelijke ziekte. Zij hebben dan alle 2 een mutatie in één van beide kopieën van het gen. Als beide ouders de mutatie voor dezelfde ziekte doorgeeft, dan erft het kind deze ziekte. Daarom kun je onverwacht een kind krijgen met een erfelijke ziekte, terwijl je zelf niet ziek bent.
De dragerschapstest test op ongeveer 90 genen die te maken hebben met ongeveer 70 autosomaal recessieve ziektes. Dit zijn ernstige ziektes die zijn aangeboren of beginnen op heel jonge leeftijd. Deze ziektes zijn moeilijk of niet behandelbaar en kunnen leiden tot overlijden op jonge leeftijd.