De meest bekende indicaties zijn:
- U, uw partner of een naast familielid heeft een aangeboren afwijking.
- U of uw partner heeft eerder een kind met een afwijking gehad.
- U gebruikt medicijnen die de kans op aangeboren afwijkingen verhogen.
- U heeft diabetes (suikerziekte) en gebruikt insuline.
- U bent zwanger van een monochoriale tweeling (dat is een speciale variant van een tweeling, waarbij twee kinderen één placenta delen).
- U bent zwanger na ICSI behandeling.
Mogelijke onderzoeken
Er zijn richtlijnen voor welk specifiek onderzoek u in aanmerking komt. Als er een indicatie is voor het bepalen van erfelijk materiaal van de baby, wordt u een van de volgende onderzoeken aangeboden:
- Vlokkentest (vaginaal, via de schede of abdominaal, via de buik) vanaf 11 weken.
- Vruchtwaterpunctie vanaf 15 weken.
- Uitgebreid echoscopisch onderzoek (GUO) Er zijn 2 soorten GUO’s. De GUO type I en de GUO type II. Het onderscheid tussen beiden wordt (door ons) gemaakt op basis van de indicatie die voor het onderzoek gesteld wordt.
Brochure 'Prenatale diagnostiek' (pdf | 359kB)