Tussen de boezems van het hart zit een boezemtussenschot. Die houdt de omloop van bloed met en zonder zuurstof gescheiden. En zorgt ervoor dat deze 2 bloedsoorten niet mengen.
In dit tussenschot zit voor jouw geboorte een gaatje, dat na de geboorte moet dichtgroeien. Bij een ASD blijft dit gaatje na de geboorte bestaan. Door het gaatje stroomt extra bloed van je linkerboezem naar je rechterboezem. Eerst wordt de rechterboezem groter en later ook de rechterkamer. Dit zorgt ervoor dat de rechterboezem en -kamer van jouw hart harder moet werken. Ook je longen krijgen hierdoor te maken met een stroom van extra bloed. Als je al lang een ASD hebt, heb je meer kans op hartfalen of een ziekte aan je longen. Bijvoorbeeld pulmonale hypertensie.
Soorten ASD's
Er zijn verschillende soorten ASD’s:
- ASD type II: deze komt het meest voor. Er zit dan een gat in het midden van het boezemtussenschot van het hart.
- ASD type I: hierbij zit het gat dichtbij de hartkleppen, tussen de hartkamers en de boezems.
- Het sinus venosus defect: bij dit ASD zit het gaatje aan de rand van het tussenschot, bij de ingang van de holle aders.
- Het sinus coronarius defect: dit een hele zeldzame hartafwijking. Het gat zit dan in de bovenkant van de sinus coronarius.